DJ – Kluun

9200000022092012_d23

 

Volgens Lily

Het zou mooi weer worden die zondag, en de eerste dag op het strand is altijd mijn gelukkigste dag van het jaar. Dus ik bij de bieb op zoek naar een passend boek voor die gelegenheid. Dat werd DJ van Kluun. En het was raak in die zin dat het heerlijk wegleest. Kluun voert zichzelf op als hoofdpersoon, en dat is nou precies waar de verwarring begint. Want al lezende merk ik dat de persoon Kluun uit het boek niet exact de schrijver Kluun zelf is (in het boek heeft hij een zoon en dochter, in het echt drie dochters, dat weet ik dan toevallig). En zo blijf je het hele boek denken, is dit nou echt gebeurd of niet. Er worden allerlei personages en namen opgevoerd die verdacht veel of echte personen lijken. Maar volgens de verantwoording is het allemaal fictie.

Het is wel leuk om eens over een scene te lezen waar ik niet veel van weet: de dansscene. En slecht geschreven is het zeker niet! Een echter pageturner. Dus wanneer je een dagje naar het strand gaat: lezen dit boek!

Fragment

Met twee tassen vol fruit en groente, hagelslag, sigaretten en wodka opende ik de voordeur. Mijn bovenbuurman, Rick of Roy, stond in het halletje. Op mijn verhuisdag hadden hij en zijn toen nog hoogzwangere vrouw zich aan me voorgesteld. Ik vond het gênant om opnieuw naar zijn naam te vragen.

Rick of Roy haalde net de NRC uit zijn brievenbus. Naast hem op de grond een groot pak Pampers.

‘Ha buurman!’ zei ik. ‘Alles goed met de kleine?’

Hij knikte. ‘Goed dat ik je tref, Kluun,’ zei Rick of Roy, ‘daar wilde ik het net even met je over hebben.’

Ik zette de boodschappentassen op de grond.

‘Het was vannacht flink lawaaiig. Eerst was er gestommel in het trappenhuis, en na tweeën ging de muziek ook nog een keer flink hard aan.’

Dat klopte. Thor had mijn appartement even verward met een club.

‘O jee, was het echt zo laat? ‘

‘Het was zes minuten over twee. Ik heb er speciaal op gelet. Jij bent schrijver en kunt ’s ochtends lekker uitslapen, maar zoals je weet hebben Janine en ik net een baby’tje en we hebben onze nachtrust hard nodig, dus…’

Op dat moment dreunde een snoeiharde bass drum het halletje in. Thor had blijkbaar mijn speakers in zijn laptop geplugd.

Rick of Roy fronste. ‘En een baby moet overdag ook slapen.’

‘Natuurlijk!’ Rick? Roy? Ik besloot de gok te nemen, vijftig procens kans. ‘Ik ga er meteen iets van zeggen, Rick.’

‘Dank je. En ik heet trouwens Remco.’

C8OrKx2UwAElicC__1__4a9

In Amsterdam rijdt zelfs de DJ-tram…

Terwijl ik dit stukje type, staat een Spotify-playlist op van de nummers die in het boek voorkomen, door Kluun handig samengebracht in een soundtrack-lijstje achter in het boek. Er zitten heerlijke nummers bij. (Als ik m’n ogen dicht doe, waan ik me weer op het strand!)

Titel: DJ
Schrijver: Kluun
Uitgever: Podium
isbn: 9789057596650

 

Kafka op het strand – Haruki Murakami

thoux0awxn_732

 

Volgens Lily

Murakami is een unieke schrijver. Hoewel zijn boeken absoluut niet op elkaar lijken, heeft hij een bijzondere manier van schrijven die op de een of andere manier toch te herkennen is. Deze Kafka op het strand is een mooi boek, kan niet anders zeggen. Surreëel, soms een sprookje, en absoluut niet geschikt om het uit te pluizen wanneer je meer van het begrijpelijke verhaal bent. Want het valt niet te begrijpen. Gewoon lezen en genieten van het ongewone. Ik dit boek spelen verschillende verhaallijnen: die van de 15-jarige jongen Kafka Tamura die van huis wegloopt, en die van Nakata, een man op leeftijd die nooit hersteld is van een ongeluk in zijn jeugd en nu met katten kan praten. Heb ik even geluk dat er nog veel Murakami’s ongelezen liggen!

Het enige irritante aan het boek zijn de verwijzingen van de vertaler: veel te veel en te uitgebreid, soms denkt ‘ie het zelfs beter te weten dan de schrijver zelf!

De mooie openingszin van Tolstoj’s Anna Karenina wordt aangehaald: ‘Gelukkige huisgezinnen zijn elkander gelijk; ieder ongelukkig gezin is daarentegen op bijzondere wijze ongelukkig’. Of te wel: er is slechts één soort geluk, maar ongeluk bestaan in allerlei soorten en maten. Mooi.

Culinaire verwijzing: een bakkie moeder-en-kind = een kom rijst bedekt met stukjes kip gestoofd met eieren en uien.

In alle boeken van Murakami speelt muziek een belangrijke rol.

Fragment

‘Als ik het zo hoor, krijg ik de indruk dat mevrouw Saeki alleen is teruggekomen om de leiding over de Komura Bibliotheek op zich te nemen,’ zeg ik.

‘Dat vermoeden heb ik ook. De begrafenis van haar moeder bood haar daarvoor een goede gelegenheid. Ik stel me voor dat het niet makkelijk moet zijn geweest om terug te keren naar een plaats zo boordevol herinneringen.’

‘Maar waarom is de bibliotheek zo belangrijk voor haar?’

‘Wel, in de eerste plaats omdat hij daar woonde. Hij – de jongen van wie mevrouw Saeki hield – had een kamer in het gebouw dat nu de Komura Bibliotheek is, maar toendertijd het paviljoen was de boekenverzameling van de familie was ondergebracht. Hij was de oudste zoon van de familie Komura, en hield erg van lezen – het zal hem wel in het bloed hebben gezeten. En dit is ook een typisch familietrekje: hij was graag alleen. Toen hij vijftien was en overging naar de middelbare school, zei hij dat hij niet langer met de rest van het gezin in het hoofdhuis wilde wonen, maar zijn eigen kamer wilde in het paviljoen, bij de boeken. Ze hebben hem zijn zin gegeven. Nou ja, het was een familie die verschikkelijk van boeken hield, en voor zo’n verzoek konden ze wel begrip opbrengen. Zo van: “Jij wilt boeken om je heen? Nou, dat is toch prachtig?” Dus vanaf die tijd woonde hij in het paviljoen, waar niemand hem lastig viel, en ging hij alleen terug naar het hoofdhuis om te eten. Mevrouw Saeki kwam hem bijna elke dag opzoeken. Ze deden samen hun huiswerk, ze luisterden samen naar muziek, en ze voerden eindeloze gesprekken. En ik neem aan dat ze daar ook met elkaar sliepen. Voor hen beiden was dat paviljoen een paradijs.’

Oshima houdt zijn handen op het stuur terwijl hij me aankijkt. ‘En daar ga jij nu wonen, Kafka. In die kamer. Ik geloof dat ik je ooit heb verteld dat de bibliotheek is verbouwd, maar die kamer is hetzelfde gebleven.’

Ik zeg niets.

‘Eigenlijk is mevrouw Saeki’s leven stil blijven staan toen ze twintig was, het jaar dat jij stierf. Misschien zelfs eerder. En daar moet je begrip voor kunnen opbrengen. Ergens rond die tijd zijn de wijzers van de klok in haar ziel opeens gestopt. Natuurlijk gaat de tijd om haar heen gewoon door, en dat laat haar vanzelfsprekend ook niet onberoerd. Maar voor haar heeft onze normale tijd in feite niets te betekenen.’

Titel: Kafka op het strand
Schrijver: Haruki Murakami
Uitgever: Atlas Contact
isbn: 9789025443757

Een klein leven – Hanya Yanagihara

een_klein_leven_19f

 

Volgens Lily

Vele reacties had ik gehoord van mensen die dit boek hadden gelezen. Bijna allemaal had het ze tot tranen toe geroerd. En nou ben ik ook een emotioneel mens, kan geen film zien zonder tranen. En dan doet dit boek me helemaal niets! Hoe kan dat nou? Ik vond het een erg lang verhaal (750 pagina’s), eigenlijk gewoon te lang. Het is zeer goed geschreven, absoluut; mooie zinnen, goede opbouw (en dus ook goed vertaald). Maar mij pakt het niet. Je voelt van het begin af aan al dat het niet goed af gaat lopen met de één van de vier hoofdpersoon Jude, maar daar gaat erg veel ellende aan vooraf. Misschien is dat het wel, al die ellende… Nou was Het smelt ook geen vrolijk boek, maar dat pakte me bij de lurven, ik kon het niet wegleggen: ik moest mezelf dwingen om Een klein leven uit te lezen. De recensies zijn overigens bijna allemaal lovend: de NRC gaf het boek vijf sterren: ‘Zo’n boek dat maar héél af en toe voorbijkomt. Het boort door je ziel.’ Dus ik zou zeggen: wanneer je tijd hebt voor een boek van 750 pagina’s : gewoon lezen!

Fragment

Wat me van dat weekend het helderst voor ogen staat is iets kleins. We waren aan het wandelen, jij en hij en Julia en ik, over dat paadje met aan weerszijden berken dat uitkwam bij het uitkijkpunt. (In die tijd was er een smal doorgangetje, weet je nog? Pas later groeide het daar dicht met bomen.) Ik liep naast hem, en jij en Julia liepen achter ons. Jullie praatten over – ach, ik weet het niet meer – insecten? Wilde bloemen? Jullie tweeën vonden altijd wel een gespreksonderwerp, jullie waren allebei dol op het buitenleven, allebei dol op dieren: dat vond ik heerlijk aan jullie, al kon ik het niet begrijpen. En toen tikte je hem even op zijn schouder, haalde hem in, knielde neer en strikte een van zijn schoenveters, die los was geraakt, en daarna liep je weer verder naast Julia. Het ging zo soepel, in één vloeiende beweging: stap naar voren, neerbuigen op de knie, je terugtrekken naast haar. Voor jou was het niets, je dacht er niet eens bij na, je onderbrak je gesprek niet eens. Je hield hem altijd in het oog (maar dat deden jullie allemaal), je zorgde voor hem op zo veel kleine manieren, dat zag ik allemaal in die paar dagen – al betwijfel ik of je je dit specifieke voorval zou herinneren.

Maar terwijl je dat deed, keek hij naar mij, en de blik op zijn gezicht… die kan ik nog steeds niet omschrijven, behalve door te zeggen dat ik op dat moment iets in me voelde afbrokkelen, als een toren van vochtig zand die te hoog is gebouwd: voor hem, voor jou, en ook voor mezelf. En in zijn gezicht wist ik dat mijn eigen gezicht weerspiegeld zou worden. De onmogelijkheid iemand te vinden die zoiets voor een ander doet, zo gedachteloos, zo elegant! Toen ik hem aankeek begreep ik voor het eerst sinds Jacobs dood wat mensen bedoelen als ze zeiden dat iemand je hart kan breken, dat iets hartverscheurend was. Ik had dat altijd sentimenteel gevonden, maar op dat moment besefte ik dat het misschien wel sentimenteel was, maar ook waar.

En dat was geloof ik het moment waarop ik het wist.

En wil je weten waarom deze bookface-foto zo grappig is? Zoek dan maar eens op waarom de man op deze cover zo moeilijk kijkt!

images_6_ebb

Titel: Een klein leven
Schrijver: Hanya Yanagihara
Uitgever: Nieuw Amsterdam
isbn: 9789046822708

Kaddisj voor een kut – Dimitri Verhulst

download_14_d94

Volgens Lily

Nog nooit eerder had ik iets van Dimitri Verhulst gelezen, terwijl hij toch aardig produceert, zo’n beetje ieder jaar komt er wel een boek van hem uit. Voor Lily’s Literaire Leeslounge 3 lazen we Kaddisj voor een kut. Het zal mijn leeftijd zijn, maar wat een stomme titel. Het boek bevat twee verhalen. En hoe is het mogelijk; het eerste verhaal/novelle (met de gelijknamige titel) is geweldig, maar het tweede verhaal ‘De aankomst in de bleke morgen’ kan me niet bekoren. Het zijn twee autobiografische verhalen die gaan het leven van een kind in een instelling. Zeker aangrijpend.

Verhulst schrijft wel mooi. Heerlijke volzinnen. Allemaal achter elkaar geplakt tot iets wat bijna op poëzie lijkt. Vol humor maar toch ook weer rauw. Kortom, met niets te vergelijken.

Sinds 2002 bestaat de ‘Tzumprijs voor de beste literaire zin’. In 2014 werd een zin uit dit boek van Dimitri Verhulst uitgeroepen tot beste zin. Op pagina 15. staat deze bekroonde zin:

‘Jouw kapsel, voor zover dat nog een kapsel mocht worden genoemd, had veel weg van zo’n in die dagen in zwang rakende ecologische tuin, waarin elke menselijke ingreep als een misdaad tegen de natuur werd beschouwd.’

Ik ga zeker De helaasheid der dingen binnenkort lezen.

Fragment

Zonder hiermee te willen zeggen dat je een schoon gebit had bloot te lachen: je ging liever naar de tandarts dan naar de kapper. (Je liegt, je had een hekel aan tandartsbezoek en lag stijf als een plank in die odontologische martelkamer terwijl een gediplomeerde beul met z’n drilboor in je bek probeerde te herstellen wat de nicotine en de cafeïne er hadden verruïneerd.) Maar bij de tandarts was het tenminste onwenselijk om gesprekken te voeren, waar je bij de kapper willens nillens in conversaties met geföhnde kletswijven werd betrokken. Om de kosten van de coiffure te drukken liet je nooit je haar wassen in het salon (zuiver kraantjeswater volstond, verstoven met zo’n plastic ding om potplanten mee te verfrissen), je weigerde veiligheidshalve de koffie die je vriendelijk werd aangeboden maar ongetwijfeld zou doorwegen op de eindafrekening, en de haardroger hoefden ze voor jou ook niet uit de kast te halen.

‘Maar meneer, u gaat zich nog iets opdoen als u met een natte kop door die kou loopt!’ Of: ‘Ik zie dat u aanleg voor schilfertjes heeft, mag ik u vragen welke shampoo u gebruikt?’

Neen dat mochten ze niet vragen! Trouwens: je had aanleg voor talen, en last van schilfertjes. Als je schreef sneeuwde jij soms jouw woorden onder.

Of er gel in jouw haar mocht? Neen! Je had thuis nog een pot brylcreem.

dimitri_verhulst_0d3

Titel: Kaddish voor een kut
Schrijver: Dimitri Verhulst
Uitgever: Atlas Contact
isbn: 9789025443788

 

Het smelt – Lize Spit

 

smelt_189

 

Volgens Lily

Af en toe lees je een boek dat je wegblaast. Het smelt is zo’n boek. Ik wilde het bijna niet uitlezen omdat ik dan de volgende dag er niet meer in verder kon. In Eva’s geboortejaar worden in het kleine Vlaamse Bovenmeer slechts twee andere kinderen geboren, allebei jongens. De drie maken er hun hele jeugd samen maar het beste van, tot de puberteit aanbreekt. Opeens ontstaan er andere verhoudingen. De jongens bedenken wrede plannen en de bedeesde Eva kan hieraan meedoen of haar enige vrienden verraden. Die keuze is geen keuze. Dertien jaar na een snikhete zomer die volledig uit de hand loopt, keert Eva terug naar haar geboortedorp met een blok ijs in de kofferbak. Gaandeweg wordt duidelijk dat zij dit keer de plannen bepaalt.

Te bedenken dat dit een debuut is van een jonge vrouw die het boek in slechts een jaar heeft geschreven. Veertien uur per dag werkte Lize Spit eraan. Mooi opgebouwd door hoofdstukken die in drie verschillende tijdzones spelen en zo geweldig in elkaar verwoven zijn tot één groot verhaal. Het boek heeft een onthutsend einde, waar je nog uren over kunt discussiëren. Een absolute aanrader!

En wat een prachtige zinnen komen er in voor:

‘Uiteindelijk zijn alle mannen ook maar jongetjes, overmand door iets.’

‘Puberen is herstellen van het idee dat je zomaar alles kunt worden.’

‘Ik paste er niet meer in zoals ik er altijd wel in had gepast. Ik was het Duplomannetje in een Legohuis.’

‘Hiermee waren wij grootgebracht: het ergens aanwezig zijn, enkel om er niet te moeten ontbreken.’

Het boek werd door het NRC uitgeroepen tot beste boek van het jaar 2016.

Fragment

Van jongere meisjes vond ik dat ze me niet begrepen. Maar dat stelde me niet in staat te begrijpen waarom oudere meisjes tegen mij zeiden dat ik niet met hen zou kunnen meepraten. ‘Een Space Girl zijn’ was dan ook inhoudelijk precisiewerk. Zij begonnen plots heel andere dingen mooi te vinden op meer genuanceerde manieren – je haarrekker moest matchen met je schoenveters en dan weer niet; Jimmy van Get Ready! was de knapste en dan weer niet; Polly Pocket moest mee in je boekentas en dan weer niet. In vergelijking met jongens bestonden er voor meisjes veel meer tussenstadia in groot worden.

Aanvankelijk vond ik dat mijn hechte vriendschap met Laurens en Pim me enkel dingen opbracht. Maar wanneer de meisjes arm in arm over de speelplaats begonnen te paraderen, mocht ik enkel achter hen lopen, niet naast hen. Ik keek naar de lange paardenstaarten die afwisselend de ene en de andere schouder aantikten, de nagels zonder modder, de smalle dijen onder de rokjes, en wist: deze meisjes hebben hun hele leven met meisjes opgetrokken. Zij zijn geslepen. Ik niet, ik heb een botte punt.

Titel: Het smelt
Schrijver: Lize Spit
Uitgever: Das Mag
isbn: 9789082410617

Nora – Colm Tóibín

download_9_514

Volgens Lily

In het begin dacht ik, wat een tuttig boek is dit, waar gaat het nou eigenlijk over, maar na zo’n 50 bladzijden begon ik sympathie voor Nora op te brengen. Een vrouw die plotseling haar man is verloren en die in een zeer conservatieve omgeving in Ierland opgroeit maar langzaamaan haar eigen plek probeert te creëren. Ik moest wel lachen om de kleine opmerkingen die ze naar anderen maakt, en zich daardoor heel goed voelt. Zoals wanneer ze mevrouw Hogan tegenkomt terwijl ze net een nieuwe coupe heeft en mevrouw Hogan even op haar plaats zet.

Het is niet een boek dat ik nog een keer zal lezen of dat ik enorm zal aanprijzen aan anderen, maar ik heb er wel van genoten om het te lezen en ik vond het ook erg goed geschreven.  Op de achterflap wordt het vergeleken met Stoner, waarom wordt ieder boek daarmee vergeleken? In mijn ogen lijkt het daar helemaal niet op!

Leuke uitdrukking: Iets is alleen prijzig op de dag dat je het koopt (pag 84).

Wat ik dan weer niet snap is, waarom het boek in de originele vorm Nora Webster heet en in het Nederlands alleen Nora…

Fragment

Ze gingen vroeg naar bed. Nora was blij alleen te zijn en verlost van gesprekken over veilingen en grote huizen en nieuwe wasmachines. Het was duidelijk dat er niets was waar ze met Catherine en Dilly over had kunnen praten, niets wat haar of hen zou hebben geïnteresseerd. Toen ze bij zichzelf te rade ging waar ze wel in geïnteresseerd was, moest ze tot de slotsom komen dat ze helemaal nergens in geïnteresseerd was. Wat voor haar nu belangrijk was, kon ze met niemand delen. Jim en Margaret waren bij haar geweest toen Maurice stierf, en dat betekende dat zij drieën makkelijk met elkaar konden praten, want hoewel ze het niet hadden over die dagen in het ziekenhuis, ging hetgeen ze toen hadden doorgemaakt schuil achter elk woord dat ze zeiden. Het omringde hen zoals er lucht in de kamer was, het was zo aanwezig dat niemand er ooit iets van zei. Voor hen was een gewoon gesprek voeren nu een manier om ermee om te gaan. Maar voor Catherine en Dilly en Mark was converseren normaal. Ze vroeg zich af of ze ooit weer in staat zou zijn een normaal gesprek te voeren en over welke onderwerpen ze dan makkelijk en met belangstelling zou kunnen praten.

Op het moment was zijzelf het enige onderwerp waarover ze kon praten. En ze had het gevoel dat iedereen wel genoeg over haar had gehoord. Ze vonden dat het tijd werd dat ze ophield met piekeren en aan andere dingen ging denken. Maar er waren geen andere dingen. Er bestond alleen wat er gebeurd was. Het was alsof ze onder water leefde en de strijd had opgegeven om naar de oppervlakte te zwemmen. Dat zou te veel zijn. Te worden losgelaten in de wereld van anderen leek een onmogelijkheid; het was iets wat ze niet eens wilde. Hoe kon ze dat uitleggen aan iemand die wilde weten hoe het met haar ging, of die vroeg of ze er al overheen was?

colm_toibin_d8d

Colm Tóibín

Titel: Nora
Schrijver: Colm Tóibín
Uitgever: De Geus
isbn: 9789044537819

 

De bekeerlinge – Stefan Hertmans

img_6556_ce3

Volgens Lily

De bekeerlinge is een apart boek. Stefan Hertmans is op het spoor van het verhaal van Hamoutel gekomen, omdat hij al sinds jaren een huis bezit in het dorp waar het verhaal van Hamoutel zich moet hebben afgespeeld (Monieux) , maar dan wel 1000 jaar geleden. Het boek is samengesteld uit het verhaal van Hamoutel in de 11e eeuw, afgewisseld met het verhaal van Hertmans die het spoor van de reis die zij destijds gemaakt heeft proberen te volgen. Alleen blijf je tijdens het lezen denken, hoe weet je nou dat zij precies deze weg heeft gekozen? Er is nauwelijks documentatie overgebleven. En daar wordt het verhaal dus fictie. De verhouding tussen deze fictie en de waargebeurde elementen vind ik verwarrend. Ook vind ik de schrijfstijl van Hertmans niet overal even mooi. Soms veel te wollig en te veel voorzien van bijwoorden. Maar over het algemeen is het een mooi boek met een zeker intrigerend verhaal. En je wordt maar weer eens met de neus op de feiten gedrukt: de Joden hebben het in al die eeuwen toch niet makkelijk gehad, en dat is dan op z’n zachtst gezegd.

Fragment

Heeft Hamoutal ooit de piramiden gezien in Gizeh, het hoofd van de sfinx in de brandende zon? Wellicht niet – de voorstad Gizeh ligt aan de andere kant van de ruïnes van Fustat, ze zou al een zeer bijzondere reden moeten hebben gehad om naar die desolate plek te reizen waar dingen te zien waren die niemand begreep. Toerisme bestond niet; het verleden was nog geen bezienswaardigheid. Wanneer ik er uiteindelijk zelf sta, krioelt het van de dagjesmensen en is er geen enkele mogelijkheid om wat dan ook historisch te beleven. De hele site wordt verpest door schreeuwende venters, jolige handelaars, selfies makende Arabische studenten. Door kamelen getrokken sjeesjes rijden fotograferende toeristen rond in de woestijn. Gevlucht naar de koelte van het statige Mena House vlakbij, probeer ik me voor te stellen hoe men in Hamoutels tijd met deze kolossale getuigen van een toen onbegrijpelijke cultuur moet zijn omgegaan. Welke vragen stelde men er zich bij? Deze bouwsels moeten bovenaards geleken hebben, en in tijden waarin alles met christelijke, Joodse en islamitische religie te maken had, moeten ze volstrekt onbegrijpelijk zijn geweest. Ik vind geen getuigen uit de elfde eeuw die deze plek zelfs maar vermelden. Het hoofd van de sfinx stak misschien diep onder het hete zand.

monrieux_b66

Monieux – Zuid Frankrijk

Titel: De bekeerlinge
Schrijver: Stefan Hertmans
Uitgever: De Bezige Bij
isbn: 9789023499626

Verdriet is het ding met veren – Max Porter

download_2_c25

Volgens Lily

Ik weet dat toeval niet bestaat, toch is het vreemd dat ik direct na Jij zegt het van Connie Palmen dit boek (of is het een novelle) van Max Porter las. De Kraai die in dit boek wordt opgevoerd is het fabeldier uit Ted Hughes‘ gedichtencyclus Crow. De vader en twee zoontjes in het boek van Porter worden geconfronteerd met de dood van hun vrouw en moeder. De Kraai (tegenspeler, helper, bedrieger, genezer, kinderoppas) komt het huis binnen en blijft zolang ze hem nodig hebben. Een uiterst intrigerend verhaal. Het boek heeft slechts 122 pagina’s die op een creatieve manier zijn beschreven, ik hou daarvan. Lees het langzaam, of twee of drie keer, het wordt steeds mooier.

Connie Palmen (die zelf ook meerdere goede boeken over verdriet na de dood van een geliefde heeft geschreven: I.M. en Logboek van een onbarmhartig jaar) noemt Verdriet is het ding met veren: ‘Het ontroerendste en grappigste boek over verdriet ooit’.

Mooie recensie van dit boek uit het NRC:

https://www.nrc.nl/nieuws/2016/05/02/de-dood-uitsmeren-en-op-afstand-houden-1612509-a723993

Fragment

Zijn opvattingen over Hughes en Plath waren haarfijn up-to-date. Een van die opvattingen luidde dat het allemaal lang geleden was. Dat het hoog tijd was al die onzin achter je te laten en hun poëzie te beoordelen zonder al dat partijdige geharrewar over hun leven. Hij was voor Ted, onze pa. In de bus op weg naar Oxford had hij zich heftige discussies voorgesteld met een stel snaterende Plath-fans in een met hout gelambriseerde pub. ‘Jij je zin, River is wel oké,’ zouden zij dan gezegd hebben. En pa: ‘Vooruit, dan zal ik nog één keer proberen Colossus door te worstelen.’

Eén ding moeten we onze pa nageven: hij was authentiek. Stil, eenzelvig en tragisch uncool. Wij hebben hem vaak genoeg moeten afzeiken. We waren ervan overtuigd dat onze moeder dat zou hebben gewild. Het was het beste wat we konden doen om hem onze liefde te tonen, en hem te bedanken.

Titel: Verdriet is het ding met veren
Schrijver: Max Porter
Uitgever: De Bezige Bij
isbn: 9789023494003

Jij zegt het – Connie Palmen

download_4_3f7

 

Volgens Lily

Om maar met de deur in huis te  vallen: wat een fantastisch boek! De stem die Palmen geeft aan Ted Hughes is mooi, lyrisch, beeldend en kwetsbaar. Dood, liefde, kunst en afhankelijkheid, het komt allemaal voorbij. Ook zonder de geschiedenis van Plath en Hughes te kennen is het een goed te volgen verhaal. De gekweldheid van Hughes komt goed naar voren evenals zijn grenzeloze liefde voor Sylvia Plath, die hij steevast zijn ‘bruid’ noemt. Ongekend hoe de wereld na de dood van Plath met hun verhaal aan de haal gaat. Iets wat Palmen natuurlijk ook doet… Ze wordt er rijkelijk mee beloond: ze wint met dit boek diverse prijzen waaronder de Libris Literatuurprijs 2016. Dit boek is een absolute aanrader!

Ben wel reuze benieuwd wat er in 2023 uit de koffer komt die Hughes in Georgia achter liet.

Voorstukje uit het boek: We think we’re writing something to amuse, but we’re actually saying something we desperately need to share. The real mystery is this strange need. Why can’t we just hide it and shut up? Why do we have to blab? Why do human beings need te confess? Mayby, if you don’t have that secret confession, you don’t have a poem – don’t even have a story. Don’t have a writer. -Ted Hughes

Mooi citaat: Alles wat ontkend en onderdrukt wordt, elk conflict dat word weggemoffeld en verloochend – in een cultuur en in een individueel bestaan – zoekt een uitweg en keert zich uiteindelijk in een duivelse vermomming tegen het leven, gewelddadig, vernietigend.

Fragment

Wat mijn bruid nooit heeft geweten, is dat we daar op Chalcot Square de deur openden voor de verraders van onze liefde, van ons leven, van mijn overgebleven leven. Ik heb ze beschreven gezien, de scènes in ons huis – haar agressieve zwijgen en jaloerse bezitterigheid, mijn sukkelige gedweeheid – door mensen die me na stonden, of door voorbijgangers met wie ik niets van doen had. Zelfs die ene zeldzame keer dat ik tegenover een vriend, half grijnzend, opbiechtte die ochtend geteld te hebben hoe vaak ze mijn naam had geroepen terwijl ik in de smalle gang aan het werk was – 104 keer – bereikte het roddelcircuit.

Vrienden en vijanden, kennissen en vreemden, hebben zich na haar dood op ons gestort als parasieten, zich voedend met ons bloed, zetten met hun vernauwde, beperkte blik een travestie neer van wie mijn vrouw echt was en dat soms vanuit de misselijkmakende veronderstelling dat ze mij steunden met haatdragende herinneringen aan haar. Ik heb de ooggetuigenverslagen van ons huwelijk met afschuw gelezen en elke openbaring van mijn privéleven ondergaan als een geseling. En ik heb gezwegen.

hughes_2d3

Sylvia Plath & Ted Hughes

Titel: Jij zegt het
Schrijver: Connie Palmen
Uitgever: Prometheus
isbn: 9789044628104

 

Het zwart en het zilver – Paolo Giordano

giordano_0b7

Volgens Lily

‘Een oneindig begenadigd werk, van een droeve, intieme gevoeligheid.’, staat geschreven op de achterkant van dit boekje, door de Corriere della Sera. En daar ben ik het helemaal mee eens! Wat een mooi boek(je). Slechts 157 pagina’s, maar zo sterk. Ik was al fan van Giordano’s vorige boeken: De eenzaamheid van de priemgetallen en Het menselijk lichaam (elders op dit blog beschreven). Maar dit boek is zijn beste tot nu toe! Signora A., wiens naam al snel wordt omgedoopt naar Babette, uit het verhaal van Karen Blixen (en de film Babette’s Fest) is de excentrieke hoofdpersoon uit dit boek. Wordt zij geadopteerd door het gezin of adopteert zij zelf Emanuele en zijn ouders? Wanneer zij plotseling ziek wordt blijkt het gezin niet zonder haar te kunnen draaien. Zeker een aanrader!

Mooi citaat: ‘Zij was de enige echte getuige geweest van de onderneming die we dag na dag volbrachten, de enige getuige van de band die er tussen ons was. Zonder haar blik voelden we ons in gevaar.’

Fragment

Als het afgelopen is , vraagt Emanuele meteen naar haar: ‘Waar is Babette?’

‘Die voelde zich niet lekker, maar ze heeft alles gezien en zei dat je hartstikke goed was.’

Hij laat zijn schouders hangen en kijkt zo terneergeslagen dat ik me afvraag of hij voor een deel nog toneel staat te spelen of dat zijn hart zojuist echt een beetje gebroken is.

De overdreven loftuitingen van al die grootouders vermogen niet hem op de beuren. Emanuele heeft zich vooral voor Signora A. en voor ons uitgesloofd op het gestreepte linoleum van de gymzaal, maar zijn blijdschap is niet gelijk aan twee derde van het gehoopte totaal, want haar afwezigheid weegt zwaarder dan onze aanwezigheid.

We houden het gedag zeggen zo kort mogelijk en lopen naar huis, met z’n drieën: twee ouders en een kleine, treurige vogelverschrikker die stevig onze hand vasthoudt tot we voor de voordeur staan, alsof hij wil zeggen dat hij het heeft begrepen, heeft begrepen dat mensen verdwijnen, dat mensen weggaan en dat is het dan, voor altijd, maar wij niet, dat zal hij niet laten gebeuren, tenminste niet zolang hij ons bij elkaar houdt.

paolo_giordano_3a9

Paolo Giordano

Titel: Het zwart en het zilver
Schrijver: Paolo Giordano
Uitgever: De Bezige Bij
isbn: 9789023487197