Tussen twee werelden – Franco Faggiani

Volgens Lily

Boeken die als tijdschrift worden uitgegeven, meestal lees ik ze niet. Maar het is natuurlijk wel handig als je een boek mee wilt nemen op reis: het weegt weinig. Zo kwam het dat ik Tussen twee werelden van Italiaanse schrijver Franco Faggini las, een Bookazine uitgegeven door het tijdschrift Nouveau. En wat ben ik blij dat ik dat gedaan heb! Het verhaal gaat over de vijftigjarige Leo en Martino, een jongen die bij Leo in huis belandt en die hij gaandeweg als zijn zoon gaat zien. Maar Martino is geen gewone jongen.

Toen ik de lange weg terug naar huis liep, dacht ik aan Martino, die de gevolgen van dit onzichtbare syndroom zou moeten ondergaan, al had ik geen flauw idee wat die inhielden. Ik probeerde me voor te stellen hoe zijn leven, in de dagelijkse realiteit en door de jaren heen, zou kunnen veranderen.

Leo heeft zijn vrouw verloren en vindt het eigenlijk te druk in Milaan, dus hij verhuist samen met Martino die het syndroom van Asperger blijkt te hebben, naar een afgelegen huis in de bergen. Voor Martino blijkt dat een gouden zet te zijn, hij voelt zich er thuis. Hij werkt op een boerderij van buren is gek op de natuur en gaat naar school waar hij zijn diploma haalt, zelfs sneller dan zijn mede leerlingen.

Martino ging buiten op de veranda staan om naar die tientallen diepe voren te kijken die door de ski’s waren achtergelaten, wierp een blik op de thermometer die buiten hing en sprak kort en bondig zijn vonnis uit: ‘Er zou vandaag weleens iemand in de problemen kunnen komen.’

Het verhaal is zo mooi, ingetogen geschreven zonder vals sentiment. Maar toch is het ontroerend hoe die twee hun eigen ritme ontwikkelen en steun zijn voor elkaar. De personages zijn realistisch neergezet. Eigenlijk zou je ook graag eens naast die openhaard in dat huis in de bergen willen zitten.

November was voor velen een trieste, saaie maand. Wij konden niet wachten tot de wolken en de duisternis ons huis kwamen omhelzen en tot de regen, die voor de beekjes en de bossen zorgde, afkoelde en zich transformeerde tot zachte sneeuwvlokken.

Eerder las ik van Faggiani Het jaar dat Shizo Kanakuri verdween. Dat deed me destijds besluiten om niet meer van Faggiani te lezen, maar dat was dus onterecht. Tussen twee werelden is zijn debuut en een absolute aanrader! Toch bijzonder hoeveel goeie Italiaanse schrijvers er zijn.

Fragment

Voor ons allebei was zondag een rustdag, net als vroeger op kantoor, maar slechts tot op zekere hoogte, want we hadden de moestuin, het brandhout en het huis dat moest worden opgeruimd. Maar soms zaten we ook een hele middag op het gras of op de veranda. Roerloos en zwijgend keken we om ons heen, met geoefende ogen en een open geest. De bomen in het bos, het ongemaaide gras dat slechts was platgedrukt door de lichte, soepele tred van de vossen, de weerspiegeling in de waterplassen, de bergruggen voor ons en de wolken die hun buik lieten krabben door de hoogste toppen, hadden ons altijd weer iets nieuws te vertellen.
Als we niet ten prooi vielen aan een aanval van luiheid, gingen we bijna de hele dag naar het bos. Ik droeg dan een rugzak die niet onderdeed voor die van een sherpa, want ik sleepte onwaarschijnlijk veel mee om elke situatie aan de kunnen. Martino gaf echter de voorkeur aan een lichte rugzak met alleen het hoogstnoodzakelijke. Soms vond ik het net lijken alsof die rugzakken ons leven bevatten en het bezinksel van die tijd erin zat.
In het bos hielden we praktijklessen botanica, oriëntatievermogen, klimatologie, boswetenschap en sporenonderzoek. De docent was uiteraard Martino en ik was een nogal trage leerling die vaak niet goed antwoord wist te geven op zijn onverwachte vragen.
‘Je zou best meer kunnen, maar je zet je er niet voor in, je bent wispelturig. Je kijk liever naar de wolken. Zonder dat je begrijpt dat de wolken, afhankelijk van de richting en de vorm die ze aannemen, heel gevaarlijk kunnen zijn,’ zei Martino berispend. Ik wist nooit of hij het meende of het ironisch bedoelde, al hadden de artsen herhaaldelijk gezegd dat hij dat laatste niet kon
.

Franco Faggiani

Titel: Tussen twee werelden
Schrijver: Franco Faggiani
Uitgever: Signatuur
Advertentie

Verwachting – Anna Hope

Volgens Lily

Een van de zekerheden van het leven: life goes on. Of je nou wilt of niet. De vriendinnen Hannah, Cate en Lissa wonen in 2004 in hetzelfde huis in Londen en hebben het goed. Ze daten, slapen uit, gaan naar de markt voor de lekkerste dingen en picknicken in het gras voor hun huis met flessen wijn. Hun hele leven nog voor zich. In Verwachting van Anna Hope worden de levens van deze drie vrouwen in diverse stadia van hun leven beschreven.

Op de avond van Hannahs huwelijk heeft Cate seks met de enige andere single aan haar tafel, een neef van Nathan, een Londense bankier van achtendertig.

Er wordt heen en weer gesprongen in de tijd, zo tussen 1995 en 2018. Carrières, mannen, kinderen, kinderwens, depressies, alles komt aan de orde. En veel is herkenbaar.

Om te beginnen moet ik zeggen dat de druk die vrouwen voelen om voor een perfect huis te zorgen een van de grootste misdaden van het kapitalisme is.

Op de cover wordt vermeld dat als je fan bent van Sally Rooney, je Verwachting fantastisch zult vinden. Daar ben ik het dan niet helemaal mee eens. Rooney heeft op mij meer indruk gemaakt. Maar het is zeker een heerlijk boek (bijvoorbeeld voor bij het zwembad, daar las ik hem ;))

Maar de lijst van dingen waar ze dankbaar voor zijn, al zijn die soms moeilijker te benoemen, is ook lang: kleine dingen die niet meer zo klein lijken. Ogenblikken.

Ik weet zeker dat dit boek binnenkort verfilmd gaat worden.

Fragment

Ze gaat naar bed als haar ouders ook gaan, om halftien, en dan ligt ze in haar oude kamertje in haar eenpersoonsbed. Aan de muur hangt een foto van haar met haar vader op haar huwelijksdag, buiten in het park – het middaglicht. Die groene jurk.
Haar moeder komt uit de badkamer en steekt haar hoofd om de deur.
‘Heb je nog iets nodig?’
‘Nee hoor mam, dank je.’
‘Wil je een kruik?’
‘Nee hoor.’
‘Maar het is nogal fris vanavond. En ik dacht, voor je buik misschien… Na alles.’
‘Hoeft echt niet, dank je, mam.’
‘Goed, kindje. Truste dan.’
‘Truste mam.’
Haar moeder doet de deur zachtjes dicht en Hanna bedenkt niet voor het eerst dat haar ouders, die in haar ogen altijd zo’n klein, beperkt leventje hadden, de kunst van de vriendelijkheid beheersen. Vroeger kamde ze hen altijd af – de krant die ze lazen (de Daily Mail), de programma’s waar ze naar keken (soaps en natuurdocumentaires). Hun politieke voorkeur. Hun godsdienst (anglicaans). Hun beperkte horizon. Hun naïviteit. Hun maatschappelijke klasse.
En toch zijn ze zo vriendelijk.
Ze houden van hun kinderen en ook nog steeds van elkaar.

Hoe doen ze dat toch? Hebben ze het in de loop der tijd geleerd? De gestage groei van de gewoonte, van de dagen, opgebouwd uit zulke kleine, eenvoudige dingen?

Titel: Verwachting
Schrijver: Anna Hope
Uitgever: ambo|anthos

Ik ga leven – Lale Gül

Volgens Lily

Voor de leesclub van het Gouds Literair Café las ik Ik ga leven van Lale Gül. Ondanks dat het boek al tijden een hype is, was ik er nog niet aan toe gekomen om het te lezen. Het is een bijzonder boek. Lale groeit op in een streng islamitisch gezin in Amsterdam-West. Ze is hier geboren, gaat hier naar school en krijgt een vriendje. Dat laatste moet stiekem, want het is geen moslim en dus uit den boze. Lale gaat naar het VWO en gaat vervolgens Nederlandse Taal en Literatuur studeren aan de UVA. Hoe meer ze leert, hoe verder ze af komt staan van de wereld waarin ze leeft. Vooral de omgang met haar moeder is moeizaam.

Moeder vindt het ook niet erg dat Halil een vriendin heeft, maar als ze het van mij wist, werd ik tot appelmoes gemept, verstoten, op straat gezet, naar Turkije gestuurd en God weet wat nog meer. En als je ze wees op hun hypocrisie was er altijd wel een moreel excuus voorhanden om ze te ontslaan van de plicht te handelen volgens hun eigen morele eisen.

Gül schuwt het niet om de islam grondig onder de loep te nemen en haar mening daarover duidelijk te ventileren. Dat kwam haar duur te staan: na de komst van het boek kon ze tijden niet meer zonder beveiliging over straat. Haar ouders konden haar houding ook niet verkroppen en verbraken al het contact. Met haar broer en zusje heeft ze nog Whatsapp-contact.

Net zoals dat regen en wind los van elkaar prima te harden zijn maar strontvervelend als ze samenkomen, zijn mensen die de leer combineren met het bewieroken van straatcultuur en criminaliteit en daarmee een soort gangsterislam aanhangen, ook echt de allerergsten.

De taal die Gül gebruikt in haar boek is zowel grof als zeer academisch. Ze maakte duidelijk dat ze dit bewust heeft gedaan omdat dit weergeeft in wat voor wereld zij leefde als jonge vrouw. Gül was te gast tijdens het Gouds Literair Café en ik mocht haar interviewen! Dat werd een ontzettend leuk gesprek met een jonge vrouw die weet wat ze wil en daar ook voor durft uit te komen. Volgens haar zijn er naast de vele haatberichten die op social media verschenen er ook evenveel mooie berichten van meisjes die in dezelfde situatie zitten maar daar niet uit durven te breken. Ze is bezig met een volgend boek: Ik ben vrij. De uitgever zit haar achter haar broek aan om het af te maken (de deadline is reeds verstreken), maar ze wil daar zelf alle tijd voor nemen. Welke twintiger durft dat nou: Lale…

Ook het cabaret van Turken is heel anders dan dat van Nederland, het gaat nóóit over politiek of religie en er komt zelden maatschappijkritiek in voor. Het zijn meer grapjes met typetjes. Types die heel dom zijn en domme dingen doen en andere types die daar sarcastisch over zijn. Een beetje Spongebob met Octo.
Fragment

Ik heb echt een groot probleem, Büsra,’ zei ze snikkend.
‘Yo, doe eens rustig! Vertel!’ zei ik, terwijl ik me van haar losmaakte en met mijn rechterarm over haar rug streek, zoals juffen op de basisschool doen als je huilt.
‘Het is uit met Nick,’ zei ze.
‘O… Is dat het? Waarom dan?’ vroeg ik. Ze begon harder te snotteren.
‘M’n ouders accepteren hem niet, ze willen dat ik met Hamza trouw, omdat Nick geen moslim is.’
‘Is dat nieuw voor je?’ hoorde ik mezelf zeggen.
‘Nee, ik wist dat ze hem niet zouden accepteren, maar ik weet niet… Ik had ergens altijd wel een beetje hoop, maar ze hebben me helemaal uitgescholden, ze waren veel bozer dan ik had durven denken. Bovendien ben ik dóód als ze weten wat ik het gedaan,’ snikte ze.
Ik voelde het al aankomen.
‘Ik ben ontmaagd, ze gaan me afmaken als ze dat weten. Ik dacht dat ik een maagdenvliesoperatie kon doen, maar die shit is blijkbaar sinds kort verboden in Nederland! Kankerzooi! Net wanneer ik het nodig heb!’ zei ze, terwijl ze op de wastafel sloeg.
‘Je kan ook gewoon schijt hebben aan je ouders,’ zei ik, iets te snel en te makkelijk, beseffend dat ik in hetzelfde schuitje zat.
‘Nee, want dat betekent voor de rest van m’n leven geen familie meer, ik ga dat niet doen, dat gaat te ver. Dan maar met Hamza trouwen. Het probleem is alleen dat ze erachter gaan komen dat ik geen maagd meer ben.’
‘Komt goed, meid, we gaan samen zoeken naar oplossingen, niet huilen, kom op, je bent niet de enige, desnoods lieg je dat je jezelf ontmaagd hebt met een tampon of zo,’ zei ik.
‘Denk je dat hij dat gelooft?’ vroeg ze nog.
Ik merkte dat ik moeite had met het advies dat ik gaf. Zolang alle vrouwen dat bleven doen, zou er nooit verandering komen, dan wordt deze onzin nooit doorbroken. Ik nam het haar zelfs kwalijk, merkt ik. Kwalijk dat ze niet voor haar eigen geluk opkwam. Maar dan bedacht ik dat ik hetzelfde deed. Waarom voelde het zoveel makkelijker om een ander dit advies te geven? Waarom nam ik het haar wel zo snel kwalijk dat ze niet voor zichzelf opkwam, en mezelf niet? Waarom kon ik haar niet excuseren, zoals ik bij mezelf constant deed?
Het is altijd makkelijker anderen van raad te voorzien.

Op 19 maart 2023 mocht ik Lale Gül interviewen tijdens het Gouds Literair Café in de Schouwburg Gouda.

Titel: Ik ga leven
Schrijver: Lale Gül
Uitgever: Prometheus

De beesten – Gijs Wilbrink

Volgens Lily

Soms komt er een nieuw boek uit dat je direct wilt lezen. Zo’n boek was De beesten voor mij. Het is het debuut van Gijs Wilbrink dat door de Volkskrant met vijf sterren werd beoordeeld: ‘Intimiderend goed’. Ik begon, en was bij de eerste zin al binnen:

Ik wil niet veel zeggen, maar volgens mij ging het al mis met Tom Keller toen die twee ooms hem ’s nachts meenamen naar het bos en hem dingen lieten doen die een jongen van negen nog lang niet zou moeten doen.

Isa heeft bewust haar geboortegebied De Achterhoek achter zich gelaten om te gaan studeren in de grote stad. Maar als ze bericht krijgt dat haar vader wordt vermist gaat ze terug om hem te zoeken. Langzaamaan ontrafelt zich het verhaal van Tom Keller, zijn vrouw, zijn broers, zijn vader en zijn dochter Isa. En natuurlijk de nertsen.

Nog even en ze is er. Als eerste zal ze moeten aankloppen bij haar peetoom, bij zijn schuur achterop het erf. De gedachte maakt haar nu al nerveus.

Het is niet eens zo zeer het verhaal, maar de manier waarop het geschreven is dat dit boek uniek maakt. Er zit een tempo in de tekst, de soms uitgebreide zinnen buitelen over elkaar heen. Dit boek moet je zeker niet op een e-reader of iets dergelijks lezen, want dan mis je het fantastische spel van twee hoofdpersonen die om en om aan het woord zijn aan het eind van het boek.

Ik gebaarde haar me te passeren en me voor te gaan want ook al was ze dan half familie en zou die helft best kunnen deugen ik zou die andere helft me nooit in de nek laten kijken met die pitbullogen van ze.

De beesten is zo’n boek dat uniek is in alles, en dus zeker gelezen moet worden. Een aanrader! Ik geef het ook vijf sterren 😉

Fragment

Binnen werd het verwijt voltrokken. Toen Frank de kerk was binnengetreden had hij even stilgehouden, had de holle ruimte waarin zijn laatste voetstap nog nagalmde omzichtig in zich opgenomen, de sleetse kansel, de knielkussens en de banken aan de mannenkant en de vrouwenkant, de flakkerende kaarsen in de Mariakapel.
Beelden staarden hem aan. Heiligen, engelen, apostelen. Zijn geblakerde hart klopte in zijn keel. Frank hief de Lee-Enfield en draaide hem om zodat de kolf vooruit wees en de loop in zijn borst prikte. Hij schraapte zijn keel, hield even zijn adem in, en bestormde vervolgens het eerste Jezusbeeld dat hij kon vinden, ramde in volle vaart met de kolf van het geweer tegen het aardewerken hoofd van de Messias, dat in honderden stukken uiteenspatte.
Vervolgens onthoofde Frank het holle Mariabeeld aan de linkerkruisbeuk, hief het geweer als een hakbijl met twee handen boven zijn hoofd en liet het neerzijgen op enkele van de twaalf apostelen. Het hoofd van Petrus rolde over de vloer, wonder boven wonder nog intact. Frank raapte het op en slingerde het door een van de grote glas-in-loodramen.
Pastoor Lubbelink werd door het kabaal uit de middagslaap gerukt. De afgelopen weken waren zijn dromen vreemder geworden, koortachtiger en steeds moeilijke te duiden, en vanmiddag was precies zo.

Gijs Wilbrink

Titel: De beesten
Schrijver: Gijs Wilbrink
Uitgever: Thomas Rap

Het geschenk – Edith Eger

Volgens Lily

Hoe bijzonder is het om op je 90ste je debuut te schrijven en dat dat dan direct een bestseller wordt. Het overkwam Dr. Edith Eger. Eger (geboren in het huidige Hongarije) kwam als 16-jarig meisje met haar moeder en zusje in concentratiekamp Auschwitz terecht. Haar moeder werd rechtstreeks naar de gaskamer gebracht. Edith en haar zus overleefden het. Haar verhaal beschreef ze in De keuze.

Het is een universele ervaring dat het leven niet blijkt te zijn als we hadden gewild of verwacht.

Na De Keuze verscheen Het geschenk. Een boek met 12 lessen die je leven kunnen redden. Edith Eger ging toen ze 50 jaar oud was alsnog studeren en opende een praktijk voor psychotherapie in Californië. In Het geschenk probeert ze duidelijk te maken dat gedachten die ons gevangen houden en het destructieve gedrag dat wij vertonen ons belemmert te veranderen. Zie slechte momenten als je beste leermeester en kom er beter uit is haar advies. Ze noemde het boek Het geschenk omdat er altijd licht is in de duisternis, ondanks tragedie. Dit licht is het geschenk.

In de slachtofferrol is het veilig, het is een excuus om niets te doen. Toch kun je beter niet denken ‘Waarom ik?’ maar beter ‘Wat nu?’

In 1990 ging ging Edith terug naar Auschwitz, ze vond dit de belangrijkste positieve keuze die ze voor zichzelf heeft gemaakt. Je kun namelijk niet genezen wat je niet voelt. Edith vond het vreselijk om van de Jodenhaat in Europa naar de haat tegen zwarten in de VS terecht te komen. In 1963 demonstreerde ze dan ook met Martin Luther King.

Vrijheid zit ‘m in het loslaten van de behoefte om gelijk te hebben.

In de Spaanse vertaling heet dit boek In Auschwitz was er geen Prozac. Haar eerste boek wordt vaak vertaald als De ballerina van Auschwitz. Edith Eger kwam in 2019 naar Nederland waar ballerina Igone de Jongh voor haar danste zoals Eger destijds danste voor Dr. Mengele in Auschwitz. Eger was zichtbaar zeer ontroerd en noemde het de mooiste dag van haar leven.

Fragment

Mijn beslissing om te scheiden van Béla (Edith’s man) was onaardig en onnodig, maar het was op een bepaalde manier nuttig: het zorgde namelijk voor meer stilte en ruimte voor mij om mijn verleden en verdriet onder ogen te zien. Het bevrijdde me niet van mijn emoties en trauma, van de flashbacks, van het verdoofde gevoel, de angst, het isolement en het bang zijn. Alleen ik kon dat doen.
‘Wees voorzichtig met wat je doet als je rusteloos bent,’ zei mijn zus Magda tegen me om me te waarschuwen. ‘Je kunt de verkeerde dingen gaan denken. Hij is te veel zus en te veel zo. Ik heb genoeg geleden. Uiteindelijk ga je dezelfde dingen missen waar je gek van werd.’
En ik miste Béla. De manier waarop hij danste en zijn blijdschap openlijk uitte. Zijn onophoudelijke humor, hoe hij me aan het lachen kon maken ondanks mezelf. Zijn altijd aanwezige hang naar het nemen van risico’s.
Twee jaar na onze scheiding hertrouwden we. Maar we keerden niet terug naar hetzelfde huwelijk als ervoor. We waren niet tot elkaar veroordeeld; we kozen vrijwillig opnieuw voor elkaar, en deze keer zonder de vervormde lens van wrok en verwachtingen waaraan niet werd voldaan.

Igone de Jongh danst Edith Eger en Pierre Bokma speelt Dr. Mengele in De dans ontsprongen (2019).

Titel: Het geschenk. 12 lessen die je leven kunnen redden
Schrijver: Edith Eger
Uitgeverij: Lev.

Wat je van bloed weet – Philip Huff

Volgens Lily

Voorafgaand aan het bezoek van Philip Huff aan het Gouds Literair Café in de Schouwburg Gouda, hadden we in de bibliotheek een bespreking van zijn boek Wat je van bloed weet. Een mooi, maar ook aangrijpend boek. Want dit verhaal gaat over zijn eigen leven waarin hij met veel huiselijk geweld te maken kreeg. Huff heeft het niet in de ik-vorm geschreven, omdat hij dan niet alles hoefde te herbeleven is zijn uitleg. Het schrijven van dit boek heeft hem veertien jaar gekost. Waarvan hij het de laatste twee jaar compleet opnieuw heeft herschreven.

Dat niet iedereen begrijpt dat het voor sommige mensen heel veel kracht kost om normaal te doen, of in elk geval zo over te komen. En dat je daar wel zin in moet hebben.

Het boek begint al zo mooi: ‘Je wordt wakker in je broertjes bed.’ De sfeer van deze zin deed met denken aan die van Gerbrand Bakker uit Boven is het stil: ‘Ik heb vader naar boven gedaan’. Huff blijkt een bewonderaar te zijn van de schrijfstijl van Bakker.

Het andere wat je dacht: als ik nu sterf, is dat  triest voor Alex, voor Emilie en Cato; en mijn vrienden zullen treuren en de mensen die me haten, zullen zich misschien verheugen (geen dank), maar ik heb tenminste geen kinderen, ik ben niemands primaire verzorger, ik ben vrij van die verantwoordelijkheid, van die zwaarstwegende plicht. Of misschien juist niet, misschien ben ik al jaren een gevangene van die gedachte.

In het hele verhaal wordt de naam van de hoofdpersoon niet genoemd. Wel die van zijn broertje en zus. De (echte) broer van Philip vindt het prima dat Huff een boek heeft geschreven over hun jeugd (hij kan nu tegen iedereen zeggen: lees Philip’s boek maar). Zijn zus is er niet blij mee, omdat een deel van haar leven wordt geopenbaard zonder dat zij daar zelf iets over te zeggen heeft. In de leesclub bespraken we of een schrijver zoiets mag doen. Mooi is de uitspraak van Huff dat ouders die kinderen krijgen productaansprakelijkheid hebben. Triest is natuurlijk om te lezen dat niemand ingreep in de vreselijke situatie, dat neemt Huff ze ook kwalijk.

Maar je hebt geleerd, gedachten zijn veroordeeld tot de cel van je hoofd, gevoelens tot de gevangenis van je lichaam.

Het boek is de mooie vertelling van een gruwelijk verhaal. Toch valt voor mij het boek in twee delen uiteen. Het eerste deel is strak geschreven, beschouwend, geen woord te veel. Maar in het tweede deel wordt het toch iets rommeliger. Ik noteer altijd mooie zinnen. 90% van deze zinnen bevonden zich in de eerste helft van het boek, dat zegt genoeg.
De publicatie van dit boek leidde tot honderden mails van mensen die in een gelijkwaardige situatie van huiselijk geweld hebben gezeten. Huff vindt het fijn dat zijn boek ondersteuning kan bieden, maar vindt het ook verdrietig dat er zoveel van hetzelfde verdriet is.
Het boek zal verfilmd gaan worden. Huff is gevraagd om het scenario te schrijven, maar hij weet nog niet of hij dat zal doen: dan moet hij alles wéér beleven en dan ook nog op een set…

Fragment

De dagen daarna voelt het alsof iemand je buik heeft opengereten, een arm naar binnen heeft gestoken en vanonder je hart vasthoudt en langzaam samenperst. Je kunt je broertje amper aankijken, laat staan aanraken. Jij hebt hem in de steek gelaten. Alweer.
Emilie houdt Alex’ hand wel vast. Ze praat tegen hem, zoals jij ook dat niet kan: je hebt het recht niet om te zeggen dat je hier bent, dat je van hem houdt.
Je zus zegt het wel, omdat ze het mag zeggen. Ze praat ook gewoon door tegen Alex als iemand binnenkomt, zonder naar jou te kijken, zonder acht te slaan op wie verder nog meeluistert. In zekere zin houdt ze meer van je broer dan jij. Terwijl jij slechts boos bent, of kortaf, of afzijdig, zit Emilie aan Alex’ zijde en houdt zijn hand vast. En jij, jij weet niet wat je moet doen. Woede is zinloos, heeft je zus gezegd, maar woede is als een waas over de wereld gevallen en geeft je elke dag, de hele dag, het gevoel dat je iets of iemand moet kapotmaken.
Thuis, in Amsterdam, sluit je je deur, zet muziek op en gaat op bed liggen, je gezicht begraven in een kussen. En elke ochtend word je wakker doordat iemand op je borstkas lijkt te zitten.
Je moeder heeft je broertje van de trap geduwd. Maar die verantwoordelijkheid is te selectief: jij hebt hem ook van die trap geduwd.

Titel: Wat je van bloed weet
Schrijver: Philip Huff
Uitgever: Prometheus

Tasmanië – Paolo Giordano

Volgens Lily

Paolo Giordano is een van mijn favoriete schrijvers. In Tasmanië gaat de hoofdpersoon (Giordano zelf?) op zoek naar het verhaal achter de atoombommen op Hiroshima en Nawasaki. Maar hoewel het boek in Japan eindigt, gaat het boek eigenlijk over de twijfels in het leven van deze hoofdpersoon. Hij verliest de controle over zijn huwelijk. Heeft twijfels over de vraag of hij ooit kinderen op de wereld wil zetten. Heeft angst over het klimaat. Heeft vragen over de wetenschap en het geloof. Kortom een eigentijds boek, en ontzettend bijzonder, een die ik niet snel zal vergeten.

Ik verlangde vurig naar hun zorgeloosheid, ook al was het helemaal niet duidelijk waardoor die mij werd ontzegd. Ik had geen verantwoordelijkheden, niemand die ik het goede voorbeeld moest geven, het leven gaf me het aanbod om een eeuwige puber te blijven, sterker nog, het liet me in dat opzicht niet eens keus.

De hoofdpersoon is journalist, schrijver en universitair docent en krijgt van zijn vrouw het advies na wat aanvaringen in hun huwelijk om eens te gaan ‘experimenteren’. Waarop hij op pad gaat. Schrijven heeft tenslotte ‘het onbetwiste voordeel dat het (vrijwel) elke eigenaardigheid rechtvaardigt’. Het verhaal speelt voor corona (waar Giordano ook een mooi verhaal over heeft geschreven: In tijden van besmetting). Hij is in Parijs als de aanslag op de Bataclan net heeft plaatsgevonden. Hij maakt van alles mee, maar komt niet echt toe aan het schrijven van het boek waar hij mee bezig is over de bommen op Japan.

Na de diefstal van mijn telefoon in Barcelona besloot ik dat ik voorlopig maar beter niet thuis kon komen. In het voorjaar van 2019 zat ik een tijdje bij Curzia. Niet dat ik mijn kleren bij haar in de kast had gelegd of zo: ik logeerde gewoon bij haar, met mijn trolley opengeklapt in de woonkamer.

Toeval bestaat niet zeg ik altijd: ik las dit boek rond de jaarwisseling en zag bij een aflevering van Top 2000 à Go-Go het verhaal van het lied Enola Gay van Orchestral Mavoeuvres in the Dark. Enola Gay is het vliegtuig dat de atoombom genaamd Little Boy dropte op Hiroshima op 6 augustus 1945: https://www.youtube.com/watch?v=d5XJ2GiR6Bo

Na Hiroshima verwacht ik niet veel van de herdenking, ook omdat het programma vrijwel identiek is: opnieuw de offerandes van water en bloemen, opnieuw de oproepen tot vrede en ontwapening, opnieuw het stille gebed en het vrijlaten van de duiven.

Dit boek, fantastisch vertaald door Manon Smits, zou eigenlijk iedereen moeten lezen vind ik. Of je nou wel of niet denkt dat de aarde binnenkort naar de ratsmodee gaat.

Fragment

Ik wijdde me aan de thee, terwijl ik probeerde te bedenken hoe ik het gesprek weer op de gordijnen kon brengen, maar Luisa was me voor: Ik mis mijn echtgenoten niet, geen van beiden. Maar soms mis ik wel de dingen die ik van hen wist. Want ik wist alles van ze. Jaren en jaren van inspanning om al die informatie te vergaren. En dan… niets meer. Wat een verspilling. Zeg eens, waar werkt u nu aan?
Ik vertelde over het boek over de bom, over hoe ik probeerde het archiefmateriaal te combineren met de rechtstreekse getuigenissen, over de moeilijkheid om toegang te krijgen tot eerstehands documentatie vanwege het Japans. Luisa hoorde me onverstoorbaar aan.
Toen ik stopte met praten stond ze op en pakte een kopje uit mijn handen, alsof we aan het eind waren gekomen van onze spontane ontmoeting.
Ik wil niet pretenderen dat ik u goed ken, zei ze, zoals u weet heb ik u net pas gegoogled. Maar uit het weinige dat ik heb meegekregen maak ik op dat u een soort… crisis doormaakt. Kunnen we het zo noemen? En intussen werkt u aan een boek over dingen die zeventig jaar geleden in Japan zijn gebeurd en die niemand meer interesseren. Ik ben echt benieuwd: met welk criterium kiest u waarover u wilt schrijven?

Titel: Tasmanië
Schrijver: Paolo Giordano
Uitgeverij: De Bezige Bij

Dag liefje, met Mila gaat het goed en ik klungel lekker verder – Stefaan Degand

Volgens Lily

Soms trekt een boek je om de titel. Zo was dit het geval bij het boek van de Belgische acteur Stefaan Degand. Hij schreef Dag liefje, met Mila gaat het goed en ik klungel lekker verder. Ik kende Stefaan Degand van gezicht wel, maar wist niets over de reden dat hij dit boek schreef: zijn vrouw overleed plotseling aan hersenvliesontsteking terwijl ze zwanger was van hun tweede kind. Mila (hun eerste kind) en Stefaan bleven achter. Hij schreef over zijn leven dit prachtige, aangrijpende boek.

Het bloed van Jezus was een beker zure witte wijn
Waarom geen rode wijn?
Ik begreep het niet zo goed
Ooit het verhaal gehoord van een misdienaar die eens enkele heilige hosties verving door flippo’s

Het mooie van dit boek is dat het achterelkaar doorgeschreven is. Alleen vraagtekens en uitroeptekens worden gebruikt maar geen punten en iedere zin begint op een nieuwe regel. Met hier en daar een zin in een groter lettertype. Dat achterelkaar doorlezen zorgt voor een soort trance. Alsof je op een doordenderende trein belandt.

Mijn smaakpapillen waren kapotgeschoten
Alle kleuren waren grijs
FUCK DE DOOD
Het is de slechtste uitvinding

Het is tegelijkertijd een rauw maar ook ontroerend boek. Degand weet zo goed zijn onvermogen op te schrijven over wat hem is overkomen. Maar ook de liefde voor eten, het theater en zijn familie komen aan bod.

Ik begreep waarom sommige moeders en vaders hun baby uit het raam naar beneden willen gooien
HET WAREN HELSE MARTELNACHTEN
Een ongekende foltering van de slaap
Ineens kon ik overal slapen
In de coulissen van een theater
Op de trein, waardoor ik soms drie haltes miste
In een bord lauwe soep

Ik weet niet of Degand een schrijver is, of dat het gewoon zijn persoonlijk verhaal is dat hij zo prachtig heeft opgeschreven. Maar ik ben fan van dit boek! Inmiddels is hij gelukkig met een nieuwe liefde en zit hij als side-kick bij de Belgische De slimste mens.

Fragment

Het avondfeest
Een lange tafel vol verse lekkernijen
Er was zelfs vers fruitsap voor mensen die niet dronken wilde worden
We serveerden geen sterke dranken
We hadden geen zin in lallende nonkels na twee uur feest
Mijn vrouw wou een taart gevuld met chocolademousse
Een feestelijke taart van vijf verdiepingen
Ik vergat mijn slechte rug, ik tilde haar op zodat ze een stukje kon afsnijden
Ik had een speech voorbereid
Twee weken was ik er intens mee bezig geweest
Geschreven
Geschrapt
Herdacht
Toegevoegd
Weer geschrapt
Herschreven
Ik moest naar het toilet
Op je eigen trouwfeest kan je het beste niet zo ver van de toiletten staan
Vooral niet als je dringend moet
Als je te ver van de toiletten bent verwijderd moet je door een zee van mensen die je allemaal willen feliciteren

Titel: Dag liefje, met Mila gaat het goed en ik klungel lekker verder
Schrijver: Stefaan Degand
Uitgever: Borgerhoff & Lamberigts

Moederstad – Philip Dröge

Volgens Lily

Voor de Non-fictie Leeslounge lazen we Moederstand, Jakarta, een familiegeschiedenis, het boek van Philip Dröge. Een mooi boek waarin Dröge Batavia induikt op zoek naar sporen van zijn familie. Dröge studeerde letteren en geschiedenis en werkt sinds 1995 o.a. als freelance journalist en publiceerde meerdere boeken en stukken in gerenommeerde kranten en tijdschriften. Daarnaast is hij ook vaste columnist bij BNR Nieuwsradio. In Moederstad ontrafelt hij zijn familiegeschiedenis door Batavia te ontdekken.

Amsterdam is gebouwd op palen, Jakarta op portieverpakkingen.

Zo snijdt hij vele onderwerpen aan als de handel en wandel van de VOC (Vereenigde Oostindische Compagnie), de jappenkampen, de bersiap, maar ook de verislamisering van Jakarta. De moeder van Dröge zei dat zij in Indië nooit een hoofddoek had gezien. Pas in Nederland kwam ze het kledingstuk voor het eerst tegen. In sommige buurten van Jakarta kun je je als vrouw nu niet meer zonder vertonen. Ook doet Dröge veel gebieden aan in zijn zoektocht, neem Buitenzorg (tegenwoordig Bogor). Buitenzorg werd destijds door Nederlanders gebruikt als hoofdstad van Nederland-Indië.

Jakarta strijdt volgens internationaal onderzoek mat Caïro en Mumbai om de titel lawaaiigste stad ter wereld. Het verkeer is de grote boosdoener, vooral vanwege het Indonesische rempedaal de klakson.

Intussen loert steeds grimmiger het gevaar van de verzakking van Jakarta. Want de miljoenenbevolking onttrekt zijn drinkwater aan de bodem. Daarom lijkt het inmiddels een kwestie van tijd te zijn voordat Jakarta wegzinkt in de Javazee.

Het boek leest vlot, ondanks de vele pagina’s wandelen door Jakarta die soms een beetje afleiden van de zoektocht.

De Javazee is nu al veertien kilometer onder de stad doorgedrongen. In sommige wijken komt zelfs zeewater uit de kraan. Alsof de Noordzee onder Zoetermeer klotst.

Als ik een minpuntje zou mogen noemen, dan heb ik een stamboom en wat foto’s gemist. Dat had alles zoveel duidelijker gemaakt. Want op een gegeven moment raak je de draad met alle familieleden een beetje kwijt. Maar goed, dat zal wel een geldkwestie van de uitgever zijn geweest en doet niet af aan het feit dat het een heerlijke boek is!

Fragment

Wat ik ook doe, ik kan nergens achterhalen waar mijn oma is begraven. Ik weet bijna tot op de vierkante meter waar in 1631 een voorvader voet op Indische bodem zette. Ik heb in de achttiende-eeuwse woonkamer van een ander familielid gestaan en in het negentiende-eeuwse kantoor van een overgrootvader. Maar het vinden van een graf uit 1937 lukt niet. Veel koloniale administraties zijn door de Tweede Wereldoorlog en de dekolonisatie van Indonesië verdwenen. Daaronder de boeken van de begraafplaatsen. Mijn moeder wist alleen dat haar moeder ‘ergens in Batavia’ lag.
Tien tegen een dat het graf sowieso is geruimd, veel Nederlandse begraafplaatsen in de stad zijn sinds de Indonesische onafhankelijkheid bebouwd. De doden van vorige eeuwen zijn vergaan en vergeten, de stijgende vierkantemeterprijzen hebben de rest gedaan. Projectontwikkelaars laten zich niet tegenhouden door piëteit of historisch besef. En anders helpt wat smeergeld wel om de vergunning veilig te stellen.
Taman Prasasti is een van de weinige oude dodenakkers die nog over zijn. Dat deze begraafplaats in de populaire wijk Tanah Abang in sterk verkleinde vorm nog bestaat, komt door haar status als historisch monument. Je moet zelfs een kaartje kopen als je de grafstenen wilt zien.

Philip Dröge
Titel: Moederstad. Jakarta, een familiegeschiedenis
Schrijver: Philip Dröge
Uitgever: Spectrum

Shuggie Bain – Douglas Stewart

Volgens Lily

Het lijkt een trend: na de dertienjarige Brian uit Zomervacht en de twaalfjarige Caitlyn uit Aquarium is het in Shuggie Bain de jonge Shuggie die een ellendige jeugd doormaakt. De Schotse Douglas Stuart heeft jaren lopen leuren met zijn manuscript voordat Shuggie Bain werd uitgegeven, en vervolgens een enorm succes werd. Hij won er zelfs The 2020 Booker Prize mee. Het boek kwam eerst in de Verenigde Staten uit waar Stuart woont, een aantal maanden later in Groot Brittannië. Het boek is sterk autobiografisch.

Zijn feestkleding lag klaar op haar bed. Het was zijn gangsteroutfit, het zwarte overhemd met de witte stropdas. In stilte kleedden ze zich aan, als een ongelukkig getrouwd stel dat naar een heel chic feest moest.

Shuggie is een kansarm jongetje dat opgroeit in een vervallen sociale huurwoning in Glasgow in de jaren tachtig. Het boek is ook een verhaal over onvoorwaardelijke liefde van een jongen voor zijn aan de drank verslaafde moeder. Want moeder Agnes verwijdert zich steeds verder van haar kinderen. Ze is getrouwd met een taxichauffeur die volop vreemdgaat. Op een gegeven moment gaat ze alleen met haar kinderen in een flodderwijk wonen waar ze al snel ruzie met iedereen krijgt. Toch probeert ze de glamour op te houden. Met mooie kleding, haar getoupeerd en een hagelwit gebit. Maar de drank neemt langzaamaan de overhand totdat Shuggie er compleet alleen voorstaat.

Agnes trok de kraag van haar mantel goed dicht en glimlachte ten afscheid. ‘O ja, ik heb je vent geneukt. Hij bakte er niks van.’ Ze snoof van afkeer bij de herinnering. ‘Zijn onderbroek zat vol met remsporen, echt zo gênant.’

Daarnaast worstelt Shuggie ook nog met zijn seksualiteit. Hij is homo en in het conservatieve Glasgow van de jaren tachtig is dat niet makkelijk. In eerste instantie steunt Agnes haar zoon nog. Maar dat duurt niet lang. Shuggie Bain is een beklemmend boek, tijdens het lezen wil je zo graag dat er andere keuzes gemaakt worden, maar het blijft ellende. Toch is Shuggie een jongetje waar je wel van moet houden.

Fragment

Daarna deed Shuggie zijn best om zijn ogen niet te lang op één punt te laten rusten, maar ondertussen bestudeerde hij heimelijk zijn vader. Hij wist bijna niets over hem en terwijl iedereen zat te eten, wierp hij steelse blikken op deze man en vroeg hij zich af waarom hij deze andere kinderen wel om zich heen duldde, maar hem in de steek had gelaten.
De onbekende man nam af en toe een slok melk, terwijl zijn blik onafgebroken als een zoeklicht over de anderen gleed. Als hij zijn glas weer neerzette, streek hij met zijn andere had voldaan over zijn glimmende snor. Pas toen Shuggie zelf nerveus over zijn bovenlip wreef, keek zijn vader eindelijk naam hem en namen ze elkaar zwijgend op.
Na het eten liet Joanie hem zien waar hij zou slapen. Het huis had dan wel een aparte eetkamer, maar bleek verder heel klein te zijn. De oudste zoon sliep in een eenpersoonsbed in een smalle kast onder die wonderbaarlijke trap. Hij gaf les, scheikunde of zoiets, en zijn kast hing vol met Star Trek-parafernalia, die allemaal met een onzichtbare draad aan het plafond waren bevestigd. Als hun oudste en slimste in de kast sliep, waar zou Shuggie dan wel niet terechtkomen?
Joanie nam hem mee naar boven en liep een paar slaapkamertjes voorbij. Er bleek nog een zevende Micklewhite te zijn, die ook Hugh heette, maar die zat interne op een kadettenschool. Joanie deed het kale peertje in zijn kamer aan en zei dat Shuggie, de nieuwe Hugh, hier kon slapen, ‘tijdelijk dan, hè.’ Het was een rommelige kamer: net geen kinderkamer meer maar ook nog geen grotemensenslaapkamer. Op de vensterbank waren groene soldaatjes vastgeplakt en aan de muren hingen posters van een blote Samantha Fox. Hugh Micklewhites kleren lagen nog in een grote hoop naast zijn bed, schoon en vuil door elkaar. Shuggie maakte een plekje vrij op de lakens en ging op het doorgezakte matras zitten. Zijn hoofd tolde.
Hij telde op zijn vingers. Catherine en Leek meegerekend had Shug veertien kinderen. Vier van zichzelf, uit zijn eerste huwelijk, dan Shuggie, met Catherine en Leek erbij, en tot slot de zeven halfvolwassen Micklewhites om de collectie compleet te maken. Shug had drie zoons die naar hem waren vernoemd: één Hugh per vrouw. Na deze optelsom begreep Shuggie dat hij blij mocht zijn met die drie uur die zijn vader aan hem had besteed.

Het nieuwe boek van Douglas Stewart
Titel: Shuggie Bain
Schrijver: Douglas Stuart
Uitgever: Nieuw Amsterdam