
Volgens Lily
Ik zal eerlijk zijn, dit boek koos ik puur en alleen voor de titel en de cover. Ik zou op vakantie naar Italië gaan en dan lees ik ook altijd graag boeken die zich in Italië afspelen. En dat werd dus o.a. Hotel Portofino van de Engelse journalist J.P. O’Connell. Dit boek is zijn internationale doorbraak. Op de cover wordt het aangekondigd als een boek voor de fans van Downton Abbey. Nu heb ik daar nooit één aflevering van gezien, maar na het lezen van dit boek kan ik me er iets bij voorstellen.
Het was een spectaculair uitzicht. Maar ook een beetje saai, moest Rose eerlijk bekennen. De zee dééd tenslotte niet veel. Het was gewoon… de zee, en die zag er overal ter wereld hetzelfde uit.
Het verhaal speelt in het jaar 1926, na de Eerste Wereldoorlog waar de familie Ainsworth, die het hotel runt, diverse familieleden aan heeft verloren. In het Italië van 1926 staat het fascisme van Mussolini op het punt van uitbarsten. Deze historische feiten zijn mooi meegenomen in het verhaal. Maar verder gaat het voornamelijk om alle gasten in het hotel en hun wel en wee. En daarbij zijn alle soorten en maten meegenomen (een Indiër, een homo, een donkere vrouw, rijke en arme mensen).
De oudere vrouw was nog niet overtuigd. ‘Kan ik mezelf aan hem toevertrouwen? Je weet wat ze over Italianen zeggen.’
‘Ik ben bang van niet, lady Latchmere.’ Echt, die vrouw hield er vreemde opvattingen op na.
En het zou geen Italiaans boek zijn als er ook geen corruptie en afpersing in voorkwam. Zoals een van de gasten in het boek ook al zegt: het hele verhaal heeft wel iets weg van een Agatha Christie. Wat dan tegenvalt is het einde: je verwacht dat de zoon des huizes uiteindelijk zal trouwen met de beeldschone dienstbode, maar hij gaat toch zoals zijn vader van hem verwacht, voor de dochter van een vriendin van vroeger (en dus voor het geld). Misschien wel als je naar Portofino op vakantie gaat, maar verder vind ik dit boek niet echt een aanrader.
‘Ik kan een heel boek vol schrijven als het gaat over verboden liefde,’ Haar hand ging naar zijn schouder. ‘Je hebt bondgenoten nodig, Nish. Dat geldt voor iedereen die buiten de marges valt.’
Fragment
Bella vond het leuk om zelf de badkamer te bevoorraden. De betere kamers in Hotel Portofino hadden een eigen badkamer. Cecil en zij hadden geïnvesteerd in de modernste warmwatertechnologie. Mensen verwachtten tegenwoordig een bad te kunnen nemen – zonder dat er bedienden bij moesten staan om houtblokken in een kachel te doen. En sommige van de oude systemen waren ronduit gevaarlijk. Iedereen kende het verhaal van de ontploffende geiser in Castello Brown. Een of andere onfortuinlijke Engelse toerist had hem op het verkeerde moment aangedaan en – nou, drie maanden later waren ze nóg aan het renoveren.
Bella liep over de glanzende mozaïektegels, legde een schone witte handdoek bij de wastafel en zette een geurkaars op een richel naast het reusachtige bad op pootjes. De eerdere huurders in april – een ouder echtpaar, vreselijke zeurpieten uit Guildford – hadden geklaagd over stank. Belle had niet kunnen ontdekken wat er er mis was. Maar bij de Drummond-Wards zou ze geen enkel risico nemen.
