Etty Hillesum, het verhaal van haar leven – Judith Koelemeijer

Volgens Lily

Afgelopen week kreeg het boek De Zanzibardriehoek van Martin Bossenbroek de Libris Geschiedenisprijs 2023. Genomineerd en bij de laatste zes kanshebbers was ook het boek Etty Hillesum, het verhaal van haar leven van Judith Koelemeijer.

Het boek Etty Hillesum gaat over het leven van een Joodse vrouw die in maart 1941, ze is dan 27 jaar oud, begint met het schrijven van een dagboek. Het bijzondere is dat veel van wat Etty geschreven heeft, bewaard is gebleven. Judith Koelemeijer heeft door grondige research een prachtig portret geschreven over deze gepassioneerde vrouw.

‘Dat is tragische altijd hier,’ noteerde ze. ‘Er ligt hier een kapitaal aan begaafdheid en menselijke waarde, bij vader en bij moeder, maar onverbruikt, tenminste niet goed gebruikt. Je breekt hier je nek over de onopgeloste problemen, over snel wisselende stemmingen, het is een chaotische en droevige toestand, die zich weerspiegelt in de uiterlijke chaos van de huishouding.’

Ik lees eigenlijk niet graag over de oorlog. Waarom? Dat weet ik ook niet. Maar dit boek heeft me zo gegrepen. Etty, die als Joodse gaat werken voor de Joodse Raad en in plaats van onder te duiken. Etty was tegen onderduiken: “Als jij niet ging, moest een ander in jouw plaats gaan”. Het boek beschrijft de moeilijke oorlogsjaren in Amsterdam en in kamp Westerbork waar Etty voor de Joodse Raad steeds voor enkele weken te werk wordt gesteld. Bekend is dat Etty eind 1942 enkele kinderen uit Westerbork heeft gesmokkeld. Etty overlijdt ca. 30 november 1943 in Auschwitz.

‘Er zit een onrust in me, een bizarre, duivelse onrust, die productief zou kunnen zijn als ik er iets mee wist te beginnen. Een “schöpferische” onrust. Het is niet de onrust van het lichaam, zelfs geen dozijn opgewonden liefdesnachten zou er een eind aan kunnen maken. Het is bijna een “heilige” onrust. O God, neem me in je grote hand en maak me tot je instrument, laat me schrijven.’

In het najaar van 1943 verscheen een klein boekje onder de onschuldig uitziende titel ‘Drie brieven van den kunstschilder Johannes Baptiste van der Pluym’. Twee brieven kwamen van Etty uit Kamp Westenbork. Van de Pluym bestond niet. Het was een illegale uitgave.

‘Als je wilt vechten tegen het fascisme, tegen het onrecht, moet je dat op een andere manier doen.’
Maar Etty wilde niet vluchten. Ze bleef.
‘Etty had een soort zelfopoffering, van iemand die lijdt voor anderen. Het is ons jammer genoeg niet gelukt haar over te halen. En op een goede dag was ze weg.’

Maar terwijl Etty er zelf niet meer was, kregen haar woorden nieuw leven. Wereldwijd kreeg ze miljoenen lezers. En door dit fantastische boek van Judith Koelemeijer wordt haar leven voor weer een nieuwe generatie op de kaart gezet. Een aanrader.

Fragment

Terug in Amsterdam, verlangde Etty naar Westerbork. Ze was in korte tijd vergroeid geraakt met de plaats en zijn bewoners, schreef ze aan een vriend die er was achtergebleven. Ze voelde zich sterk naar de heide toe getrokken, ‘waar zoveel menselijk noodlot was samen gesmeten’.
Er zullen weinig Joodse lotgenoten zijn geweest die dat gevoel met haar deelden.[…]
Etty sloot haar ogen niet voor de verdorvenheid en het lijden. Maar anders dan veel anderen, weigerde ze te aanvaarden dat dat de enige werkelijkheid was. Zelfs in de onvrijheid en barbaarsheid van het kamp had de mens een keuze. De keuze om de schoonheid te blijven zien van een heideveld met bloeiende, gele lupines. De keuze om met een aardig gebaar of woord het lijden van een ander te verlichten. De keuze om een mens te blijven, ook onder wolven, en te blijven geloven in God en al het goede dat de mensheid, ondanks alles, vermocht.
De gedachten waren vrij, altijd. Die kon niemand van je afpakken.
Wat dat betreft was er voor Etty geen verschil tussen haar leven in Amsterdam en in Westerbork. ‘Tussen m’n schrijvers en dichters en bloemen aan dit bureau heb ik het leven zo lief gehad. En daar tussen de barakken, vol opgejaagde en vervolgde mensen, heb ik de bevestiging gevonden van mijn liefde voor dit leven. Het leven in die tochtige barakken stond in geen enkele tegenstelling tot het leven in deze beschutte, rustige kamer. Ik ben geen moment afgesneden geweest van een
leven, dat zogenaamd voorbij was, er was één grote, zinrijke continuïteit.’

Etty Hillesum

Titel: Etty Hillesum. Het verhaal van haar leven
Schrijver: Judith Koelemeijer
Uitgeverij: Balans

Hotel Portofino – J.P. O’Connell

Volgens Lily

Ik zal eerlijk zijn, dit boek koos ik puur en alleen voor de titel en de cover. Ik zou op vakantie naar Italië gaan en dan lees ik ook altijd graag boeken die zich in Italië afspelen. En dat werd dus o.a. Hotel Portofino van de Engelse journalist J.P. O’Connell. Dit boek is zijn internationale doorbraak. Op de cover wordt het aangekondigd als een boek voor de fans van Downton Abbey. Nu heb ik daar nooit één aflevering van gezien, maar na het lezen van dit boek kan ik me er iets bij voorstellen.

Het was een spectaculair uitzicht. Maar ook een beetje saai, moest Rose eerlijk bekennen. De zee dééd tenslotte niet veel. Het was gewoon… de zee, en die zag er overal ter wereld hetzelfde uit.

Het verhaal speelt in het jaar 1926, na de Eerste Wereldoorlog waar de familie Ainsworth, die het hotel runt, diverse familieleden aan heeft verloren. In het Italië van 1926 staat het fascisme van Mussolini op het punt van uitbarsten. Deze historische feiten zijn mooi meegenomen in het verhaal. Maar verder gaat het voornamelijk om alle gasten in het hotel en hun wel en wee. En daarbij zijn alle soorten en maten meegenomen (een Indiër, een homo, een donkere vrouw, rijke en arme mensen).

De oudere vrouw was nog niet overtuigd. ‘Kan ik mezelf aan hem toevertrouwen? Je weet wat ze over Italianen zeggen.’
‘Ik ben bang van niet, lady Latchmere.’ Echt, die vrouw hield er vreemde opvattingen op na.

En het zou geen Italiaans boek zijn als er ook geen corruptie en afpersing in voorkwam. Zoals een van de gasten in het boek ook al zegt: het hele verhaal heeft wel iets weg van een Agatha Christie. Wat dan tegenvalt is het einde: je verwacht dat de zoon des huizes uiteindelijk zal trouwen met de beeldschone dienstbode, maar hij gaat toch zoals zijn vader van hem verwacht, voor de dochter van een vriendin van vroeger (en dus voor het geld). Misschien wel als je naar Portofino op vakantie gaat, maar verder vind ik dit boek niet echt een aanrader.

‘Ik kan een heel boek vol schrijven als het gaat over verboden liefde,’ Haar hand ging naar zijn schouder. ‘Je hebt bondgenoten nodig, Nish. Dat geldt voor iedereen die buiten de marges valt.’

Fragment

Bella vond het leuk om zelf de badkamer te bevoorraden. De betere kamers in Hotel Portofino hadden een eigen badkamer. Cecil en zij hadden geïnvesteerd in de modernste warmwatertechnologie. Mensen verwachtten tegenwoordig een bad te kunnen nemen – zonder dat er bedienden bij moesten staan om houtblokken in een kachel te doen. En sommige van de oude systemen waren ronduit gevaarlijk. Iedereen kende het verhaal van de ontploffende geiser in Castello Brown. Een of andere onfortuinlijke Engelse toerist had hem op het verkeerde moment aangedaan en – nou, drie maanden later waren ze nóg aan het renoveren.
Bella liep over de glanzende mozaïektegels, legde een schone witte handdoek bij de wastafel en zette een geurkaars op een richel naast het reusachtige bad op pootjes. De eerdere huurders in april – een ouder echtpaar, vreselijke zeurpieten uit Guildford – hadden geklaagd over stank. Belle had niet kunnen ontdekken wat er er mis was. Maar bij de Drummond-Wards zou ze geen enkel risico nemen.

Portofino
Titel: Hotel Portofino
Schrijver: J.P. O’Connell
Uitgever: Luitingh-Sijthoff

Mrs. Degas – Arthur Japin

Volgens Lily

Vele boeken heb ik al gelezen van Arthur Japin. Waarbij Een schitterend gebrek in mijn Top 10 staat. Zo las ik ook zijn nieuwste boek Mrs. Degas. Wederom een op feiten gebaseerde historische roman. Dit keer het verhaal over Edgar Degas, de beroemde Franse schilder. En over zijn enige en onmogelijke liefde: zijn nichtje Estelle.

Het duurde een volle week voordat dit nieuws Estelle bereikte. De officier die aan de deur kwam, droeg om zijn arm een zwarte band, zodat haar hart de waarheid wist voordat haar oren haar hoorden.

Zowel Estelle als Degas worden in de loop van hun leven blind. Als Degas aan het eind van zijn leven hulp krijgt om de spullen in zijn huis dat tegen de grond gaat, uit te zoeken en in te pakken, krijgt het verhaal een spannende wending. Want wie is die persoon die Degas helpt? Het is iemand die banden heeft met New Orleans waar Degas Estelle voor het laatst heeft gezien terwijl ze inmiddels met zijn broer was getrouwd. De ontknoping is ontroerend.

De ellende van ouderdom is niet dat je niks anders meer hebt om naar uit te kijken dan je dood. De ware tragiek is dat je de godganse dag zit om te kijken naar je leven.

Mooi is hoe tijdens het lezen de schilderijen van Degas ontstaan. Zoals Het Katoenkantoor (hangt tegenwoordig in Pau/Frankrijk) maar ook het wonderschone schilderij met Estelle en haar bloemen (hangt in het New Orleans Museum of Art). Het opzoeken van de schilderijen tijdens het lezen geeft een leuke meerwaarde aan het boek.
De opzet van het boek lijkt wel heel erg op Kolja (dat over Tsjaikovski ging), maar is toch zeker weer het lezen waard.

Fragment

‘Een vrouw laten zien zoals zij is, zoals zij zit als ze toilet maakt, hoe zij in een tobbe vooroverbuigt om haar rug te kunnen wassen… Ik ben verliefd op het moderne leven, het gewone leven met zijn wasvrouwen en werkpaarden. Ik haal ze uit hun Bijbelse context en zet ze onbeschermd in hun bestaan. Óns bestaan. En steekt een vrouw haar haren op, dan heft zij daarbij haar armen, ja, en wij kijken recht in haar oksels. Die zijn behaard. Dit noemen de heren een overschrijding van het betamelijke omdat het de grens opheft tussen kunst en leven. Zij brengen hun verontwaardiging als een verdediging van de vrouw. Zij halen hun moreel gelijk door te roepen dat de moedergodin op een voetstuk hoort te staan en dat mijn eerlijkheid haar daar vanaf stoot en in de modder stort.’
‘Dan geef je de mensen toch een keertje wat ze willen, Eddy! Schilderen is ook gewoon een vak, waarom zou je er niet aan willen verdienen? Jij houdt van vrouwen, waarom zou je ze niet mooier maken dan ze zijn?’
‘Omdat juist dat voetstuk, de klassieke godinnen waarmee zij worden vergeleken, hen onzeker maakt. Dat zogenaamde ontzag van mannen voor de andere sekse is niet bedoeld om vrouwen te verheffen, maar om ze te laten weten waaraan zij dienen te voldoen, om ze te laten voelen hoezeer zij daarin altijd en onvermijdelijk tekortschieten. Het maak ze onzeker en bewust van ieder puistje. Zij kunnen hun striae niet meer zien als een trotse onderscheiding, het gemarmerde bewijs van moederschap, maar als lelijke littekens van een verloren strijd. Ik zie zoveel vrouwen zonder de bescherming van hun kleding en het verbaast me elke keer weer dat zij niet willen geloven dat hun grootste schoonheid is zichzelf te zijn.’

Het Katoenkantoor

Titel: Mrs. Degas
Schrijver: Arthur Japin
Uitgever: De Arbeiderspers
isbn: 9789029542326

De offers – Kees van Beijnum

image (91)

Volgens Lily

Na het Neurenberg Tribunaal was het Tokyo Tribunaal de tweede keer dat een groot internationaal tribunaal recht sprak. Namens Nederland werd Bert Röhling (in het boek Rem Brink), gestuurd om deel nemen aan deze trial. Kees van Beijnum werd jaren geleden gevraagd het scenario te schrijven voor een film die over deze Tokyo Trail gemaakt zou worden. Hij kreeg hiervoor inzage in persoonlijke documenten van rechter Bert Röhling, hem ter beschikking gesteld door diens zoon Hans Röling. Ergens moet Van Beijnum gedacht hebben dat dit goed materiaal voor een boek was en begon aan De offers. Een fictief verhaal gebaseerd op een waar gebeurde geschiedenis. Hij vertelde Röhling hier niets over, die kwam erachter toen De offers in drukproef klaar was. Woest was Röhling. In de eerste plaats had hij de documenten van zijn vader niet ter beschikking gesteld voor een boek maar voor een film, en in de tweede plaats had hij zelf bijna een boek klaar over zijn vader en moeder waarin Tokyo een hoofdrol speelde. Van Beijnum vertelde in eerste instantie dat hij niets van de betreffende documenten had gebruikt, maar wijzigde toch enkele passages in zijn boek. Het boek van Hans Röhling ‘De rechter die geen ontzag had’ verscheen één dag voor De offers.

De offers gaat dus over rechter Rem Brink die in 1946 namens Nederland naar Tokyo gestuurd wordt om te oordelen over 28 Japanners. Ondanks dat hij getrouwd is begint hij een affaire met de Japanse Michenko. Uit deze relatie wordt een zoon geboren. Naast deze verhaallijn speelt ook het verhaal van de Japanse soldaat Hideki, een neef van Michenko. Hideki is zwaar teleurgesteld in het leven.

Wat is een Amerikaan? Wat is een Japanner? Wat is een volk anders dan het idee dat je ervan hebt?

Ondanks dat het verhaal een onderbelicht deel van de geschiedenis vertelt, en er vreselijke dingen gebeuren, raakt het boek me niet echt. Het blijven personages die je alleen van de buitenkant kent. De Volkskrant schreef het al: “De offers is een pijnlijke aangelegenheid: als het iets laat zien dan is het de krachteloosheid van fictie tegenover de werkelijkheid. En dat is precies de bedoeling.”
De film die gemaakt werd door Pieter Verhoeff (met het scenario o.a. van Kees van Beijnum) is niet zeer enthousiast ontvangen. Netflix zend inmiddels een serie uit over de Tokyo Trials.

Het moet veilig en gerieflijk zijn om aan de kant te staan vanwaar het oordeel over de zonde wordt geveld.

Fragment

‘Meneer Tojo, ‘ zegt Keenan, ‘ik wijs u erop dat ú hier terechtstaat. Uw daden, daar gaat het om, waar u de verantwoordelijkheid niet voor neemt. 
‘Dan heeft u mij verkeerd begrepen. Ik neem alle verantwoordelijkheden voor het regeringsbeleid, voor alle beslissingen die onder mijn leiding genomen zijn. Het beginnen van de oorlog is daar één van.  U kent mijn standpunt: de oorlog was zelfverdediging; ik beschouw hem als noodzakelijk, rechtvaardig en rechtmatig.
‘En heeft u spijt van wat er gebeurd is?’ wil Keenan weten.
‘Ik betreur alle leed,’ antwoordt Tojo, ‘maar kan geen spijt hebben van dingen die buiten mijn medeweten en tegen mijn wens in hebben plaatsgevonden. Mijn enige spijt betreft Japan en het Japanse volk.’ Hij zet z’n bril af en wrijft in zijn ogen. ‘Omdat wij de oorlog hebben verloren.’
Zodra Webb de zitting verdaagt, wordt Keenan omsingeld door journalisten. Hij posteert zich in het licht van de camera’s. Brink blijft nog even bij de deur achter de rechterstafel staan luisteren. Hij weet dat Keenan gebrand is op een doodvonnis van Tojo, het liefst van zo veel mogelijk verdachten, wat zijn reputatie als ijzervreter ten goede zal komen in de Verenigde Staten. Waar de algemene opvatting is: give them a fair trail and hang them.

image (92)

Tokyo Trial

Titel: De offers
Schrijver: Kees van Beijnum
Uitgever: De bezige bij
isbn: 9789023487586

De stamhouder – Alexander Münninghoff

image (76).png

Volgens Lily

Nadat zijn vader en moeder, opa en oma zijn overleden, én hij zelf met pensioen is, durft Alexander Münninghoff het aan om het verhaal van zijn familie op te schrijven. Zo ontstaat De stamhouder, een familiekroniek. Een prachtig boek over een familie die vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vanuit Letland vlucht naar Nederland (waar grootvader oorspronkelijk vandaan komt). In Den Haag aangekomen ontpopt zich een verhaal waarvan je als je het zou verzinnen, zou zeggen: dit is too much. Maar het is echt allemaal gebeurd. De vader van Alexander sluit zich in de oorlog aan bij de Waffen SS en vecht uit idealisme tegen de Sovjets. Zijn moeder wordt door grootvader in Duitsland achtergelaten zonder zoon. En Alexander zelf is jarenlang, als stamhouder van de familie, een speelbal. En dat is nog maar slechts een klein deel van het hele verhaal.

Daar in de bossen van de Brabantse Kempen, was ik in rap tempo tot een personage in een fotolijstje vervaagd, slechts kortstondig tot leven gewekt tijdens de verplichte bezoeken met Kerstmis en Pasen.

Alexander Münninghoff was jarenlang journalist. Van 1974 tot 2007 werkte hij voor de Haagsche Courant. Münninghoff heeft veel artikelen en boeken over de schaaksport geschreven. Als journalist was hij tussen 1986 en 1991 correspondent in Moskou voor de Haagsche Courant.  Münninghoff treedt nog vaak als reisleider op bij reizen naar de Baltische Staten of Rusland. Ook het leven van Münninghoff zelf gaat niet over rozen. Maar zoals hij zelf zegt: zonder zijn vrouw Ellen zou hij het allemaal niet hebben gered.
De stamhouder was in 2015 genomineerd voor de NS Publieksprijs. Dat betekent dat het boek bij de 6 best verkochte boeken van dat jaar hoorde. Winnaar werd Joris Luyendijk met Dit kan niet waar zijn. De stamhouder won wel de Libris Geschiedenis Prijs in 2015.
Dit boek leest als een trein, bijna een roman, maar dan op waarheid gebaseerd. Wat een aanrader!

image (77)
Fragment

Mijn moeder kreunt; ze heeft inmiddels Tamara in haar armen genomen om haar zenuwen te kunnen bedwingen. Guus probeert haar te kalmeren, maar dat lukt maar half. Er is immers in haar perceptie één groot risico aan deze onderneming: dat de Oude Heer toch lucht van deze tocht heeft gekregen en op een of andere manier via relaties aan de Nederlandse grensbewaking de opdracht heeft laten doorgeven dat dit gezelschap moet worden tegengehouden. Ze kent hem en zijn drammerigheid, en ze is inmiddels echt bang voor hem. Daarom moest het ook allemaal in één dag gebeuren, en wel vlak voor mijn verjaardag. Niemand zou verwachten dat ze uitgerekend dan Nederland zou verlaten, er waren immers afspraken voor de viering gemaakt.
Uit een grenskantoortje komt een man in uniform. Hij is beleefd en vriendelijk, en vraagt met een grappig Limburgs accent naar de papieren. Die zijn in orde, zeg hij even later. En, waar gaat de reis naartoe? ‘Naar Palenberg, daar woont mijn moeder,’ zegt Wera. Het is voor het eerst dat ik iets verneem over het doel van deze reis. Het zegt me eigenlijk niets en mijn stemming wordt er niet beter op. Over een paar uur ben ik jarig. Zeven jaar. In een stad waar ik nog nooit van gehoord heb en bij een mevrouw die ik niet ken en die mijn grootmoeder schijnt te zijn.

image (78)

Alexander Münninghoff

Titel: De stamhouder
Schrijver: Alexander Münninghoff
Uitgeverij: Prometheus, Bert Bakker
isbn: 9789035142268

Het monster van Essex – Sarah Perry

essex_dee

Volgens Lily

Dit mooie boek speelt rond 1893 in Engeland. En het mooie is dat uit iedere bladzijde van dit boek het Engelse leven zoals je je voorstelt dat het was, afspat. De jonge weduwe Cora Seaborne begint een nieuw leven met haar zoon (een autist?). Het verhaal verplaatst zich van Essex naar Londen en weer terug. (Erg) veel thema’s worden aangesneden: de medische wetenschap, huisvestingproblematiek, een zeemonster en nog veel meer. Maar de schrijfstijl is zo onderhoudend dat je door blijft lezen. Het verhaal verveelt nergens. En gaandeweg krijg je bewondering voor Cora, maar ook voor de andere hoofdrolspelers. Sarah Perry ontving vele prijzen voor dit boek waaronder de British Book of the Year bij de British Book Awards 2017. Een mooie historische roman, zoals die zich alleen zo in Engeland kan afspelen! En wat een verfrissende cover… Zeker een aanrader.

Fragment

‘Ja, de laatste tijd lach ik weer. Maar ik lach vooral op de verkeerde momenten. Ik weet dat ik me niet gedraag zoals van me verwacht wordt. Ik denk er de laatste weken voortdurend aan dat er nog nooit zo’n grote kloof heeft gegaapt tussen wat ik zou moeten zijn en wat ik ben.’ Zulke openhartigheden tegen nagenoeg een vreemde was absurd, maar ze hadden elkaar al op hun ongunstigst gezien, een geen gesprek kon ze grondiger besmeuren dat dat meertje aan de weg naar Colchester. ‘Ik verkeer, dat weet ik, in een staat van ongenade. Dat weet ik, ergens is dat altijd zo geweest, maar het was nooit zo te merken.’ De plotselinge omslag naar verdriet had zich zo snel voltrokken dat hij ervan schrok, tot zijn ontsteltenis begonnen haar grijze ogen te glanzen en welden er tranen op. Terwijl hij aan zijn boord friemelde zei hij, met zijn ernstigste stem die zo geschikt was voor dit soort gelegenheden: ‘We hebben geleerd – en dat klopt volgens mij ook – dat juist wanneer we op een dieptepunt zijn aanbeland en ons het meest verloren voelen, de bron van troost het meest dichtbij is … het spijt me, ik wil u niets opdringen, maar als ik het niet tegen u zou zeggen, dat was dat hetzelfde alsof ik u geen stuk brood zou geven terwijl ik wist dat u honger had.’

Colchester_8_eae

Colchester in het graafschap Essex

Titel: Het monster van Essex
Schrijver: Sarah Perry
Uitgever: Promotheus
isbn: 9789044634112

Het raadsel Spinoza – Irvin D. Yalom

spinoza_07e

Volgens Lily

Enige tijd geleden las ik Nietzsches tranen van Irvin D. Yalom, een roman gebaseerd op het leven van Friedrich Nietzsche. Een mooie historische, filosofische roman (zie recensie elders). Via Lily’s Literaire Leeslounge 2 las ik onlangs Het raadsel Spinoza van Yalom (of in het Engels The Spinoza Problem). En wederom werd ik gegrepen door een prachtig historisch verhaal waar de schrijver de levens van Baruch Spinoza, jood en filosoof en Alfred Rosenberg, de belangrijkste ideoloog op het gebied van het antisemitisme van de nazi’s, met elkaar verweeft tot een mooi verhaal.

Baruch Spinoza werd op z’n drieëntwintigste door de joodse gemeenschap in Amsterdam verstoten en hij bracht de rest van zijn leven in eenzaamheid zonder familie door.  Hij verhuisde naar Rijnsburg. Daar voorzag hij in zijn onderhoud door het slijpen van glazen. Verder schreef hij veel. Alfred Rosenberg nam tijdens de Tweede Wereldoorlog de bibliotheek van Spinoza in beslag. Rosenberg was gebiologeerd door Spinoza, hoe kon het dat deze jood zo invloedrijk was? De boeken werden na de oorlog teruggevonden in een Duitse zoutmijn.

Fragment

Een paar weken eerder was Alfred een citaat van Albert Einstein tegengekomen: ‘Het geheim achter creativiteit is weten hoe je je bronnen moet verhullen.’ Aanvankelijk had hij verontwaardigd gesnoven: ‘Dat is nou weer typisch die oneerlijkheid, die hypocrisie van joden’, en had hij het hele idee van de hand gewezen. Maar dagenlang bleef de uitspraak van Einstein hem om onnavolgbare redenen te binnen schieten. Was dat misschien de sleutel tot het raadsel Spinoza? Misschien waren die ‘oorspronkelijke’ ideeën van Spinoza helemaal niet zo oorspronkelijk. Misschien zat de oorsprong van zijn gedachten wel verborgen in de honderdnegenenvijftig boeken van zijn bibliotheek.

img_6165 Het Spinozahuis in Rijnsburg.

img_6152 De bibliotheek van Spinoza.

De originele bibliotheek van Spinoza werd samen met zijn bed, kleding, schoenen en pennen na zijn dood geveild om de begrafeniskosten mee te kunnen dekken. De boeken werden verkocht en raakten verspreid. Gelukkig had de notaris voorafgaand aan de veiling een complete lijst opgesteld van de boeken, en ruim twee eeuwen later heeft een joodse filantroop een groot deel van deze titels, dezelfde edities uit dezelfde jaren en dezelfde plaatsen van publicatie opnieuw verzameld. Op slechts enkele titels na is dit gelukt. Deze boeken staan nu in Rijnsburg.

Vanaf dag één is een gastenboek bijgehouden in het huis van Spinoza in Rijnsburg, dat al vele jaren een museum is. En in dat gastenboek tref ik de naam van Einstein aan, een grote bewonderaar van Spinoza.

img_6161 Gastenboek met o.a. Einsteins handtekening.

De laatste jaren van zijn leven woonde Spinoza in Den Haag aan de Paviljoensgracht. Hij stierf daar in 1677, waarschijnlijk aan de gevolgen van het inademen van fijne deeltjes tijdens het lenzen slijpen. Hij werd slecht vierenveertig jaar.

img_6172 Laatste woonplaats van Spinoza in Den Haag.

Het portret van Spinoza stond vanaf 1973 op ons briefje van duizend gulden, tot in 2002 de euro werd ingevoerd.

Nog steeds is het werk van Spinoza niet makkelijk te begrijpen. Vooral een van zijn belangrijkste werken Ethica staat vol met moeilijke stellingen:

  • Al wat is, is in zichzelf of in iets anders.
  • Datgene wat niet door bemiddeling van iets anders kan worden begrepen, moet uit zichzelf begrijpbaar zijn.

Verder was Spinoza’s idee dat God in alle dingen om ons heen zit, revolutionair voor de tijd waarin hij leefde.

Dit boek is voor wie geïnteresseerd is historie en filosofie een absolute aanrader.

Titel: Het raadsel Spinoza
Schrijver: Irvin D. Yalom
Uitgever: Balans
isbn: 9789460038945

Nietzsches tranen – Irvin D. Yalom

IMG_5288_5bc

Volgens Lily

Wat een geweldige roman is dit! Het Wenen aan het eind van de 19e eeuw als decor voor een mengeling van fictie en non-fictie over het leven van Friedrich Nietzsche (de filosoof met de hamer) en Dr. Josef Breuer, een van de grondleggers van de psychoanalyse. Waarschijnlijk hebben zij elkaar in het echt nooit ontmoet, maar Yalom weet een prachtig verhaal te maken van de vriendschap tussen deze twee mannen (ondertitel van het boek is: Roman van een obsessie).

De vrouw van Josef Breuer kookt de meest fantastische dingen. Op pagina 125 wordt gesproken over een hete, krokante kersen-kaneeltaart. Een leuk recept voor de in ontwikkeling zijnde Lily’s Culinaire Leeslounge!

Mooie quotes uit het boek:

  • Word wie je bent.
  • Leef wanneer je leeft! De dood verliest zijn verschrikking als je sterft wanneer je je leven hebt vervolmaakt! Als je niet in het juiste moment leeft, kun je nooit op het juiste moment sterven.
  • Eenzaamheid bestaat alleen in eenzaamheid. Zodra je er iemand over in vertrouwen neemt, is ze weg.

Fragment

‘Ah, maar er is een belangrijk verschil tussen ons. Ik beweer niet dat ik filosofeer voor u, terwijl u, dokter, blijft doen alsof u gemotiveerd wordt door het verlangen mij van dienst te zijn, mijn pijn te verlichten. Dergelijke beweringen hebben niets te maken met menselijke drijfveren. Ze maken deel uit van de slavenmentaliteit die op listige wijze bewerkstelligd wordt door priesterlijk propaganda. Ontleed uw motieven dieper! Dan zult u ontdekken dat er nog nooit iemand iets louter voor anderen heeft gedaan. Alle handelingen zijn egoïstisch, alle dienen is eigenbelang, alle liefde eigenliefde.’

Nietzsche praatte steeds sneller en vervolgde haastig:

‘U doet alsof mijn opmerking u verbaast? Misschien denkt u aan degenen van wie u houdt. Graaf dieper en u zult ontdekken dat u niet van hen houdt: u houdt van de aangename sensatie die die liefde in u teweegbrengt! U houdt van begeerte, niet van de begeerde. Mag ik u dus nogmaals vragen waarom u mij van dienst wilt zijn? Ik vraag u nogmaals, dokter’ – en Nietzsches stem klonk streng – ‘wat zijn uw motieven? ‘

Breuer voelde zich duizelig. Hij slikte zijn eerste impuls in: te zeggen hoe lelijk en cru Nietzsche formuleerde en daarmee onvermijdelijk een eind te maken aan het ergerlijke geval Nietzsche. Hij stelde zich even Nietzsches rug voor terwijl deze boos stampvoetend zijn spreekkamer verliet. God, wat een oplichting! Eindelijk bevrijd van deze hele ellendige, frustrerende geschiedenis. Maar toch werd hij treurig bij de gedachte dat hij Nietzsche nooit meer zou zien. Hij voelde zich tot deze man aangetrokken. Maar waarom? Ja, wat waren zijn motieven eigenlijk?

nietzsche_4da

Friedrich Nietzsche

Titel: Nietzsches tranen
Schrijver: Irvin D. Yalom
Uitgever: Balans
isbn: 9789050186759

De kozakkentuin – Jan Brokken

kozakkentuin_f59.jpg

In januari 2015 schreef ik voor NCRV’s Mieke’s Leesclub de volgende recensie voor dit boek:

In ‘De Kozakkentuin’ wordt de bijzondere vriendschap tussen de jonge officier van justitie Alexander von Wrangel en de naar Siberië verbannen schrijver Fjodor Michajlovitsj Dostojevski beschreven.

Von Wrangel ziet op jonge leeftijd Dostojevski, die dan al een bekend schrijver is, voor het vuurpeloton in Sint-Petersburg staan. Als een wonder wordt echter op het allerlaatste moment van de executie afgezien. Maar in plaats daarvan krijgt de schrijver een jarenlange dwangarbeid in Siberië opgelegd. Von Wrangel komt jaren later voor zijn werk ook in Siberië terecht en zoekt Dostojevski onmiddellijk op. Er ontstaat een mooie vriendschap tussen Alexander en de elf jaar oudere schrijver.

Als Jan Brokken ergens goed in is, dan is het wel historisch materiaal omzetten in een mooi verhaal. Hij deed dit bij ‘De Vergelding’ op sublieme wijze. Hij beschreef hierin de gebeurtenissen in Rhoon in de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog. Het verhaal van ‘De Kozakkentuin’ speelt zich echter af in een gebied waar wij in Nederland niet heel veel van weten. Ook hier is Dostojevski natuurlijk bekend als belangrijk schrijver van o.a. ‘Misdaad en straf’ en ‘Aantekeningen uit het dodenhuis’. Maar wat zich in de tweede helft van de negentiende eeuw in Sint-Petersburg en Siberië heeft afgespeeld is voor velen niet bekend. Brokken heeft historisch materiaal gebruikt dat de achterachterkleindochter van Alexander hem toevertrouwde zoals brieven en memoires. En dat hij dit materiaal op een hele mooie wijze heeft omgezet in ‘De Kozakkentuin’ is knap. Brokken verdient hiervoor alle eer.

‘De Kozakkentuin’ is een uitgebreid verslag geworden over het leven van deze twee mannen, maar hier een daar had het wel iets sneller gemogen. Vele hoofdstukken uit het boek worden bijvoorbeeld geweid aan de liefde die Alexander heeft voor zijn Katja (een getrouwde vrouw) en Dostojevski voor zijn Maria (eveneens een getrouwde vrouw). Iedere reis om één van de dames te kunnen gaan zien wordt beschreven, dit wordt langdradig. Maar de kennis die je door het lezen van dit boek opdoet over het leven in Siberië in die tijd is weergaloos! Er wordt aandacht besteed aan onderwerpen als misdaad en het rechtssysteem, de invloed van de tsaren in die tijd, familierelaties en de liefde. En dat het moeilijk is om een vriendschap op afstand goed te houden blijkt ook maar weer. In tegenstelling tot andere boeken waar noten vaak tot irritatie leiden, zijn de maar liefst 66 noten achter in het boek een mooi aanvulling en toelichting op het verhaal.

Hoe Dostojevski’s literaire oeuvre tot stand kwam, is in ‘De Kozakkentuin’ goed te volgen. Voordat hij naar Siberië werd gestuurd debuteerde hij in 1845 met zijn boek ‘Arme mensen’ dat direct succes oogstte. Zijn boek ‘Aantekeningen uit het dodenhuis’ gaat over zijn vreselijke tijd als dwangarbeider. Dostojevski leidde aan epilepsie wat een grote invloed had op zijn latere liefdesleven. Hoewel zijn werk niet onder één noemer te vangen is, is in al zijn boeken het thema lijden en worden vernederd vanwege hartstocht wel aanwezig.

Vooral voor mensen die geïnteresseerd zijn in dat deel van de wereld waar het verhaal zich afspeelt (Siberië) is het een zeer interessant boek (tip: lees het met de atlas ernaast!). Een ook voor de lezers die meer willen weten over het leven van de grote schrijver Dostojevski is het absoluut een aanrader. Ik zou zelf dit boek echter niet aanraden aan iemand die mij vraagt of ik nog een leestip heb, dan zou ik eerder vragen of ze ‘De Vergelding’ al hebben gelezen…

Titel: De kozakkentuin
Schrijver: Jan Brokken
Uitgever: Atlas Contact
isbn: 9789045030173

 

De gevleugelde – Arthur Japin

gevleugelde_474.jpg

Volgens Lily

Het nieuwste boek van Arthur Japin is wederom een historische roman. Dit keer over Alberto Santos=Dumont (een = teken tussen zijn achternamen, omdat hij zijn vader en moeder even hoog achtte). Santos Dumont is een pionier op het gebied van de luchtvaart. Hij is de eerste mens die door de wolken navigeert. Terwijl het gros van de mensen dan alleen maar aan de Gebr. Wright denkt. Santos Dumont is een held in zijn geboorteplaats Brazilië, waar hij ook begraven ligt, zonder hart weliswaar. Het boek is een mooie opsomming van Alberto’s leven, maar kan nergens de het warme gevoel geven dat je voor zo’n held wil voelen. Fictie en non-fictie blijven te ver van elkaar afliggen.

Er staan wel weer veel hele mooie zinnen in dit boek:

‘Je moet er toch niet bij nadenken hoeveel afslagen een mens op zijn pad misloopt omdat hij eerder naar zijn twijfels luistert dan naar zijn impuls.’

‘Dat beeld dat er van mij bestaat, als ik daaraan ook maar de minste waarde zou hechten, dacht je dat ik dan nog hoogte hield? De werkelijkheid, dat is meer iets voor anderen. Die is te zwaar en trekt mij naar beneden. Ik moet haar wel negeren. En iedereen die op een dag los wil komen van de grond raad ik hetzelfde aan.’

‘Ik denk wel eens dat degeen die erin slaagt aan de draaikolk toe te geven, iemand die de moed vindt zichzelf in zijn pijn volledig te verzuipen en er een eind aan maakt, dat die gelukkiger af is dan wie zich een leven lang dwingt ertegenop te zwemmen.’

Fragment

‘Met alle respect…’ Albert vocht met een stuk ganzenlever dat niet op zijn brioche wilde blijven. ‘Mij dunkt dat iemand in een luchtballon de wind maar beter niet tegen de haren in kan strijken.’

‘De wind is geen vijand, maar ook niet je vriend. Dat is het juist, er ís geen wind zolang je daar boven hangt. Niet in een ballon. Je bent eraan overgeleverd, dat wel, maar het is geen speler. Hoe hard je bij vlagen ook wordt meegevoerd, zelf ervaar je nog geen zuchtje. Geen haar beweegt. Je bént namelijk de wind. Zelfs midden in een storm, is het om jóú heen stil. De storm en jij, je bent één. Hoeveel snelheid je maakt zie je aan de aarde die onder je voorbijglijdt, maar dát je zelf in beweging bent merk je aan niets. Zie, alleen daarvoor al moet je zelf een keer de licht in. We hebben het hier over een andere dimensie, iets volledig onvoorstelbaars.’ Hij keek hem aan, glunderend. ‘Ben jij dan zo weinig nieuwsgierig, Albert Chapin? Uitleg over zoiets krijgen is één ding, het zelf ondergaan echt iets volslagen anders.’

‘Als God gewild had dat ik vloog, mijnheer, had hij mij wel vleugels gegeven. ‘

‘Ik denk eerder, Albert, dat Hij ze ons onthouden heeft, expres, om ons de kans te geven die zelf uit te vinden.’

Tijdens een tripje naar Parijs vond ik het huis waar Santos Dumont heeft geleefd, op de hoek van de Champs Elysées en de Rue Washington.

Alberto_Santos_Dumont-3_64c

Alberto_Santos_Dumont-2_9e5