Volgens Lily
Wat een geweldige roman is dit! Het Wenen aan het eind van de 19e eeuw als decor voor een mengeling van fictie en non-fictie over het leven van Friedrich Nietzsche (de filosoof met de hamer) en Dr. Josef Breuer, een van de grondleggers van de psychoanalyse. Waarschijnlijk hebben zij elkaar in het echt nooit ontmoet, maar Yalom weet een prachtig verhaal te maken van de vriendschap tussen deze twee mannen (ondertitel van het boek is: Roman van een obsessie).
De vrouw van Josef Breuer kookt de meest fantastische dingen. Op pagina 125 wordt gesproken over een hete, krokante kersen-kaneeltaart. Een leuk recept voor de in ontwikkeling zijnde Lily’s Culinaire Leeslounge!
Mooie quotes uit het boek:
- Word wie je bent.
- Leef wanneer je leeft! De dood verliest zijn verschrikking als je sterft wanneer je je leven hebt vervolmaakt! Als je niet in het juiste moment leeft, kun je nooit op het juiste moment sterven.
- Eenzaamheid bestaat alleen in eenzaamheid. Zodra je er iemand over in vertrouwen neemt, is ze weg.
Fragment
‘Ah, maar er is een belangrijk verschil tussen ons. Ik beweer niet dat ik filosofeer voor u, terwijl u, dokter, blijft doen alsof u gemotiveerd wordt door het verlangen mij van dienst te zijn, mijn pijn te verlichten. Dergelijke beweringen hebben niets te maken met menselijke drijfveren. Ze maken deel uit van de slavenmentaliteit die op listige wijze bewerkstelligd wordt door priesterlijk propaganda. Ontleed uw motieven dieper! Dan zult u ontdekken dat er nog nooit iemand iets louter voor anderen heeft gedaan. Alle handelingen zijn egoïstisch, alle dienen is eigenbelang, alle liefde eigenliefde.’
Nietzsche praatte steeds sneller en vervolgde haastig:
‘U doet alsof mijn opmerking u verbaast? Misschien denkt u aan degenen van wie u houdt. Graaf dieper en u zult ontdekken dat u niet van hen houdt: u houdt van de aangename sensatie die die liefde in u teweegbrengt! U houdt van begeerte, niet van de begeerde. Mag ik u dus nogmaals vragen waarom u mij van dienst wilt zijn? Ik vraag u nogmaals, dokter’ – en Nietzsches stem klonk streng – ‘wat zijn uw motieven? ‘
Breuer voelde zich duizelig. Hij slikte zijn eerste impuls in: te zeggen hoe lelijk en cru Nietzsche formuleerde en daarmee onvermijdelijk een eind te maken aan het ergerlijke geval Nietzsche. Hij stelde zich even Nietzsches rug voor terwijl deze boos stampvoetend zijn spreekkamer verliet. God, wat een oplichting! Eindelijk bevrijd van deze hele ellendige, frustrerende geschiedenis. Maar toch werd hij treurig bij de gedachte dat hij Nietzsche nooit meer zou zien. Hij voelde zich tot deze man aangetrokken. Maar waarom? Ja, wat waren zijn motieven eigenlijk?
Friedrich Nietzsche