Volgens Lily
Nadat zijn vader en moeder, opa en oma zijn overleden, én hij zelf met pensioen is, durft Alexander Münninghoff het aan om het verhaal van zijn familie op te schrijven. Zo ontstaat De stamhouder, een familiekroniek. Een prachtig boek over een familie die vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vanuit Letland vlucht naar Nederland (waar grootvader oorspronkelijk vandaan komt). In Den Haag aangekomen ontpopt zich een verhaal waarvan je als je het zou verzinnen, zou zeggen: dit is too much. Maar het is echt allemaal gebeurd. De vader van Alexander sluit zich in de oorlog aan bij de Waffen SS en vecht uit idealisme tegen de Sovjets. Zijn moeder wordt door grootvader in Duitsland achtergelaten zonder zoon. En Alexander zelf is jarenlang, als stamhouder van de familie, een speelbal. En dat is nog maar slechts een klein deel van het hele verhaal.
Daar in de bossen van de Brabantse Kempen, was ik in rap tempo tot een personage in een fotolijstje vervaagd, slechts kortstondig tot leven gewekt tijdens de verplichte bezoeken met Kerstmis en Pasen.
Alexander Münninghoff was jarenlang journalist. Van 1974 tot 2007 werkte hij voor de Haagsche Courant. Münninghoff heeft veel artikelen en boeken over de schaaksport geschreven. Als journalist was hij tussen 1986 en 1991 correspondent in Moskou voor de Haagsche Courant. Münninghoff treedt nog vaak als reisleider op bij reizen naar de Baltische Staten of Rusland. Ook het leven van Münninghoff zelf gaat niet over rozen. Maar zoals hij zelf zegt: zonder zijn vrouw Ellen zou hij het allemaal niet hebben gered.
De stamhouder was in 2015 genomineerd voor de NS Publieksprijs. Dat betekent dat het boek bij de 6 best verkochte boeken van dat jaar hoorde. Winnaar werd Joris Luyendijk met Dit kan niet waar zijn. De stamhouder won wel de Libris Geschiedenis Prijs in 2015.
Dit boek leest als een trein, bijna een roman, maar dan op waarheid gebaseerd. Wat een aanrader!
Fragment
Mijn moeder kreunt; ze heeft inmiddels Tamara in haar armen genomen om haar zenuwen te kunnen bedwingen. Guus probeert haar te kalmeren, maar dat lukt maar half. Er is immers in haar perceptie één groot risico aan deze onderneming: dat de Oude Heer toch lucht van deze tocht heeft gekregen en op een of andere manier via relaties aan de Nederlandse grensbewaking de opdracht heeft laten doorgeven dat dit gezelschap moet worden tegengehouden. Ze kent hem en zijn drammerigheid, en ze is inmiddels echt bang voor hem. Daarom moest het ook allemaal in één dag gebeuren, en wel vlak voor mijn verjaardag. Niemand zou verwachten dat ze uitgerekend dan Nederland zou verlaten, er waren immers afspraken voor de viering gemaakt.
Uit een grenskantoortje komt een man in uniform. Hij is beleefd en vriendelijk, en vraagt met een grappig Limburgs accent naar de papieren. Die zijn in orde, zeg hij even later. En, waar gaat de reis naartoe? ‘Naar Palenberg, daar woont mijn moeder,’ zegt Wera. Het is voor het eerst dat ik iets verneem over het doel van deze reis. Het zegt me eigenlijk niets en mijn stemming wordt er niet beter op. Over een paar uur ben ik jarig. Zeven jaar. In een stad waar ik nog nooit van gehoord heb en bij een mevrouw die ik niet ken en die mijn grootmoeder schijnt te zijn.
Alexander Münninghoff