Volgens Lily
‘Een oneindig begenadigd werk, van een droeve, intieme gevoeligheid.’, staat geschreven op de achterkant van dit boekje, door de Corriere della Sera. En daar ben ik het helemaal mee eens! Wat een mooi boek(je). Slechts 157 pagina’s, maar zo sterk. Ik was al fan van Giordano’s vorige boeken: De eenzaamheid van de priemgetallen en Het menselijk lichaam (elders op dit blog beschreven). Maar dit boek is zijn beste tot nu toe! Signora A., wiens naam al snel wordt omgedoopt naar Babette, uit het verhaal van Karen Blixen (en de film Babette’s Fest) is de excentrieke hoofdpersoon uit dit boek. Wordt zij geadopteerd door het gezin of adopteert zij zelf Emanuele en zijn ouders? Wanneer zij plotseling ziek wordt blijkt het gezin niet zonder haar te kunnen draaien. Zeker een aanrader!
Mooi citaat: ‘Zij was de enige echte getuige geweest van de onderneming die we dag na dag volbrachten, de enige getuige van de band die er tussen ons was. Zonder haar blik voelden we ons in gevaar.’
Fragment
Als het afgelopen is , vraagt Emanuele meteen naar haar: ‘Waar is Babette?’
‘Die voelde zich niet lekker, maar ze heeft alles gezien en zei dat je hartstikke goed was.’
Hij laat zijn schouders hangen en kijkt zo terneergeslagen dat ik me afvraag of hij voor een deel nog toneel staat te spelen of dat zijn hart zojuist echt een beetje gebroken is.
De overdreven loftuitingen van al die grootouders vermogen niet hem op de beuren. Emanuele heeft zich vooral voor Signora A. en voor ons uitgesloofd op het gestreepte linoleum van de gymzaal, maar zijn blijdschap is niet gelijk aan twee derde van het gehoopte totaal, want haar afwezigheid weegt zwaarder dan onze aanwezigheid.
We houden het gedag zeggen zo kort mogelijk en lopen naar huis, met z’n drieën: twee ouders en een kleine, treurige vogelverschrikker die stevig onze hand vasthoudt tot we voor de voordeur staan, alsof hij wil zeggen dat hij het heeft begrepen, heeft begrepen dat mensen verdwijnen, dat mensen weggaan en dat is het dan, voor altijd, maar wij niet, dat zal hij niet laten gebeuren, tenminste niet zolang hij ons bij elkaar houdt.
Paolo Giordano