Momenten voor de eeuwigheid – Kjersti Anfinnsen

Volgens Lily

Birgitte Solheim is 90 jaar, hartchirurg in ruste en woont in Parijs. Ze overdenkt haar leven en haar liefdes. Kjersti Anfinnsen (zelf 51 als ze dit verhaal schrijft) beschrijft dat met zo’n inlevingsvermogen! Prachtig! Hoewel het geen vrolijk verhaal is, want echt oud worden is geen pretje zo kunnen we lezen.

Ergens is het wel fijn om niet meer al die levens bij te hoeven houden: groeten, cadeautjes, bedriegerijen, ziektes,…

Birgitte krijgt een latrelatie met de architect Javiér, die ze ontmoet via internet. Maar Javiér raakt steeds meer in de war, vergeet dingen en sterft uiteindelijk. Haar zus Elisabeth met wie ze een aparte relatie heeft woont in Noorwegen. Ze skypen veel, maar ook Elisabeth gaat dood. Birgitte is alleen.

Sindsdien heb ik nooit meer de slappe lach gehad. Die krijg je, zoals bekend, met de jaren steeds zeldener. Misschien durf je je niet meer te laten gaan uit angst dat je de controle kwijtraakt. Omdat het zo op gek zijn lijkt. En omdat de tranen vlak onder het oppervlak liggen.
De hele tijd.

Birgitte was een hele goeie hartchirurg, maar mannen konden toch beter het woord voeren tijdens lezingen bijvoorbeeld, want naar hen werd beter geluisterd. Ze is nooit getrouwd en heeft daarmee een compleet andere weg gekozen dan haar zus in Noorwegen.
Hoewel het geen vrolijk boek is (de aftakeling is niet vrolijk) is het toch ook komisch om te lezen hoe Birgitte zich staande houdt met het reizen der jaren.

De kinderen van Javiér willen hun vader zijn Hermès-sjaaltje meegeven op zijn laatste reis. Ik zeg dat ik het niet kan vinden. Zijn dochter staat erop er zelf naar te zoeken, dus ik verstop het in mijn kussensloop.

Zo moet het dus zijn om oud te worden. Niet een heel vrolijk vooruitzicht, maar zo ontzettend goed beschreven door Anfinnsen! De quote van Simone de Beauvoir in het boek (uit: De ouderdom) is veelzeggend: De tijd geeft ons de wereld en neemt hem ons in een en dezelfde beweging weer af.

Fragment

Javiér wil dat we een hond nemen als we samen gaan wonen. Hij stelt dat dieren een positief effect hebben op oudere mensen. Bovendien lijkt het hem goed om de verantwoordelijkheid voor een levend wezen te delen. ‘We slagen er nauwelijks in om voor onszelf te zorgen,’ zeg ik elke keer als hij daarover begint te zeuren.
Natuurlijk luistert hij niet naar me. Hij stelt een mopshond voor. Ik weet niet waarom. Elke keer als ik een mopshond zie, moet ik denken aan een man met wie ik een tijdje samen was. Hij had namelijk een hond met het syndroom van Down, zoals ik altijd zei. Dat klopt niet helemaal, want honden kunnen geen down hebben, maar wel mutaties waardoor ze eruitzien alsof ze down hebben. Hoe dan ook, die hond heb ik maar één keer gezien en hij was best leuk, maar die man heb ik heel vaak gezien. En elke keer dat ik een downachtige hond zie, probeer ik te bedenken waarom het niets tussen ons is geworden. Ik heb nooit goede redenen gevonden, maar het irriteerde me vreselijk dat hij het woord ‘beestje’ niet kon schrijven, want zo noemde hij zijn hond. Hij schreef: ‘het beesje slaapt in mijn bed’, ‘heb het beesje uitgelaten’, ‘de dierenarts zegt dat het beesje reuma heeft’, enzovoorts. Ik kon ook niets over die spelfout zeggen. Ik vond en vind het nog steeds kleinzielig om op zoiets te wijzen, want het is toch een kleinigheid. Ik wilde geen oppervlakkige indruk wekken.
Javiér zou het woord ‘beestje’ nooit gebruiken, hij zegt en schrijft ‘chien’. Chien voor, chien na.

Kjersti Anfinnsen

Titel: Momenten voor de eeuwigheid
Schrijver: Kjersti Anfinnsen
Uitgever: ambo|anthos

Luister – Sacha Bronwasser

Volgens Lily

Als er een roman de afgelopen maanden in de spotlights stond dan is het wel Luister van Sacha Bronwasser. Het is de twee roman van Bronwasser, na Niets is gelogen. Luister speelt zich gedeeltelijk in Parijs af. We volgen Marie die als au-pair in Parijs gaat werken bij een gezin met twee jonge kinderen. Bronwasser kon dicht bij zichzelf blijven: ook zij is in Parijs werkzaam geweest als au pair. Dat maakte het schrijven van dit boek in coronatijd makkelijk: ze hoefde niet op onderzoek uit maar kon uit haar eigen geheugen vissen.

Ik had zo het station in kunnen lopen, voorbij de grauwe laag van zwervers die rond de ingangen zat vastgekoekt, en daar aan de lange rij loketten een ticket terug naar Nederland kunnen kopen. Dat níét doen was steeds een kleine overwinning, die geen passant en geen duif opviel

Het boek heeft een proloog die in het heden plaatsvindt (2021), maar waarin tipjes van de sluier worden opgelicht (als je ze herkent) van de rest van het verhaal. De hoofdpersoon Marie richt zich tot Flo. Gaandeweg het verhaal wordt duidelijk wie Flo is en wat haar invloed is geweest op Marie.

Pas veel later begreep ik dat ik slechts páste, Flo. Terwijl ik dacht dat ik bijzonder was, uitgelicht werd, bleek ik juist gewoon genoeg te zijn. Ik was perfect normaal.

En dan is er ook nog Philippe, de vader in het gezin waar Marie au pair is. Wat is er met hem aan de hand en wat is zijn rol in het leven van de de au pair die vóór Marie in het gezin werkte?

Philippe wacht op flinke afstand, het risico nemend voor een perverseling versleten te worden. Man, dertiger, wacht op het uitgaan van de kleuterschool. Zodra Nicolas naar buiten stapt in zijn gele broekje en witte bloesje, zijn ronde smoeltje bleek van de spannende ochtend, voelt hij zijn hartslag dalen naar een normaal niveau.

Het boek is zeer goed geschreven. Heldere zinnen, nergens ongemakkelijk in taal of stijl. Het gaat over het verschil tussen kijken en zien (erg mooi thema). Ook bevat het veel kunst, Bronwasser is van origine dan ook kunsthistoricus (ook handig om daaruit te putten in coronatijd). Het is verleidelijk om alle kunstenaars en kunstwerken te gaan opzoeken tijdens het lezen. En toch moet je dat doen, want dat geeft zoveel meer leesplezier.

Fragment

De jongetjes, bezwoer Laurence, mocht ik in hun nieuwe buurt uitsluitend en alleen zuidwaarts mee uit wandelen nemen. Nog geen honderd meter noordelijk lag de boulevard de Clichy met peepshows, liveshows, travestieshows, seksshops, seksvideotheken, girls-girls-girls, gayshows en de Moulin Rouge daartussen. De bleekrode molen op het dak, groot op de affiches maar in het echt verbazingwekkend nietig, maalde langzaam de uitlaatgassen rond. De verhoogde middenberm tussen de gescheiden rijbanen was een langgerekt park, het domein van zwervers, handelaars en uitgeteerde mannen met nerveuze tred.
Overdag mocht ik alleen de route naar het goed beveiligde schooltje vlakbij nemen, of naar de Square Alex Biscarre, een besloten tuin waar, plotseling, de vredigheid als een dot watten tussen vier hoge panden hing. Na mijn vertrek in de vroege avond draaide Laurence de deur op drie sloten.
Ik vond het er wel fijn. Dankzij de hogere ligging was het licht hier anders, leek de smog minder dicht dan in de stadsdelen dichter naar de Seine toe. Er liepen wat jongere mensen op straat. Een stuk levendiger dan in de buitenwijk, maar ‘levendig’ was niet iets waar Laurence naar verlangde. Ze had het over een solution temporaire waaraan ze zo weinig mogelijk woorden vuil wenste te maken. Philippe was weer in het ouderlijk huis gaan wonen aan de rue Marbeau, ook dat was temporaire, over de bezoekregeling was nog geen beslissing gevallen. On va voir, zie Laurence bij alles. En ook: J’en peux plus. Ik kan niet meer.

Titel: Luister
Schrijver: Sacha Bronwasser
Uitgever: ambo|anthos

Brieven aan Camondo – Edmund de Waal

Volgens Lily

In Brieven aan Camondo richt de schrijver zich in briefvorm aan Moïse de Camondo, stichter van het Parijse Nissim de Camondomuseum, gelegen in de Rue de Monceau in Parijs. De familie van Edmund de Waal (een Brit met Nederlandse grootvader), de Ephrussi’s woonden tien huizen verderop. Over deze familie schreef De Waal al eerder een boek: De haas met ogen van barnsteen.

Niet dat ik er niet van houd om schoon te zijn, maar ik heb iets met stof. Stof komt ergens vandaan. Het laat zien dat er iets is gebeurd, laat zien wat er in de wereld is verstoord of veranderd. Stof is een indicatie van tijd.

In Brieven aan Camondo dwaalt Edmund de Waal (schrijver en pottenbakker) rond in het huis (nu museum) en beschrijft zorgvuldig de collectie klokken, beelden, wandtapijten, vazen en schilderijen. Moïse de Camondo, telg uit een Joodse bankiersfamilie uit Constantinopel, trouwt in 1891 met Irène Cahen d’Anvers, die als achtjarig meisje werd geportretteerd door Renoir op zijn inmiddels vermaarde schilderij La Petite Fille au ruban bleu. Hoe geweldig moet het geweest zijn dat je in die tijd direct van de schildersezel af kon kopen.

Moïse Camondo was een tijdgenoot van o.a. Proust, Chardin, de gebroeders Goncourt, maar ook van antisemitisme en van de Dreyfus-affaire. Waardoor het boek een fraai inkijkje geeft in de geschiedenis.

Ik denk aan de foto van Bertrand die zijn hond vasthoudt en kust. We worden toeschouwers van wat afwezig is, vreemden die niet in het huis horen.

Dat het uiteindelijk slecht afloop met de familie De Camondo voel je aankomen. Camondo’s liefde voor Frankrijk was niet genoeg om de antisemieten tegen te houden. De schrijfstijl van De Waal gaat hier mooi in mee: het wordt steeds minder lieflijk. Zoon Nissim overlijdt en later worden dochter Béatrice en haar man en kinderen naar Auschwitz gedeporteerd. Brieven aan Camondo is niet een makkelijk leesbaar boek maar heeft genoeg in zich om toch te gaan lezen. Het lezen van De haas met ogen van barnsteen hieraan voorafgaand, is wel een goeie tip.

Fragment

Of misschien niet, Monsieur.
Het spijt me dat ik meteen bij u terugkom, vooral na zo’n roerend einde, maar ik kon vannacht niet slapen omdat ik aldoor moest denken aan geschenken en het schenken van geschenken; wie geeft en wie ontvangt.
Nissim gaf zijn leven voor Frankrijk en Frankrijk schonk hem emancipatie, gelijkheid voor de Joden, een soort welkomstgroet en verdraagzaamheid, een plek om te wonen, een heuvel met vrienden en neven, gesprekken tussen gelijken.
Ik heb het exemplaar dat mijn grootmoeder Elisabeth bezat van Théodore Reinachs
Histoire des Israélites depuis l’époque de leur dispersion jusqu’à nos jours. Het eindigt heel enthousiast met de regels dat ‘het Jodendom zijn eeuwenoude ketens heeft kunnen afschudden dankzij de Revolutie (…) we mogen stellen dat elke Jood met een goed geheugen en een hart tegenwoordig een tweede vaderland heeft, zijn bij monde overgebrachte vaderland, het Frankrijk van 1791’, het ogenblik waarop de Joden volwaardige burgers werden.
En u schonk Frankrijk daarvoor het meest volmaakte huis, een huis gevuld met kunst uit de meeste volmaakte periode van de Franse cultuur, een weerspiegeling van Frankrijk. Het geschenk verbindt de mens met de plaats, de natie, de familie.

Museum Nissim de Camondo (Parijs)
Titel: Brieven aan Camondo
Schrijver: Edmund de Waal
Uitgever: De bezige bij

Het bal der gekken – Victoria Mas

Volgens Lily

Wie wil er nu niet lezen over Het bal der gekken? Ik zag dit boek liggen in de boekhandel met de opmerking erop dat het de winnaar was van de Prix Renaudot 2019, en ik kocht het. Het bal der gekken is het debuut van de Française Victoria Mas. Zij studeerde literatuurwetenschappen aan de Sorbonne in Parijs en werkte in de filmwereld in de VS. De filmrechten van Het bal der gekken zijn reeds verkocht en het boek is al in 19 talen vertaald. Wat een debuut!

Op een dag kwam haar grootvader weer en sprak hij tegen haar, of liever gezegd, ze hoorde zijn stem in haar hoofd, want hun gezichten waren altijd uitdrukkingsloos en stil. Hij vertelde haar dat ze niet bang hoefde te zijn, dat ze haar geen kwaad wilden doen, dat ze meer te vrezen had van de levenden dan van de doden.

Het boek gaat o.a. over Eugénie, een 19-jarige dochter uit een bourgeoisiefamilie die de aanwezigheid van haar overleden grootvader voelt. En ook over Geneviève die al jaren als hoofdzuster werkt in Hôpital de la La Salpêtrière, het gesticht waar alle vrouwen die (volgens mannen) niet voldoen in de maatschappij worden opgeborgen. Het is 1885. De twee komen elkaar tegen en dat zal het begin zijn van vele veranderingen voor de twee vrouwen.

Iets kan bestaan zonder dat je erin hoeft te geloven. Ik geloofde niet in geesten en toch bestaan ze. Je kunt een geloof afwijzen, je ernaar voegen of het wantrouwen, maar je kunt het bestaan van iets wat recht voor je staat niet ontkennen.

In 1885 is heel Parijs in de ban van dokter Charcot en zijn openbare hypnosesessies. Het idee dat patiënten onder hypnose werden behandeld waarbij publiek mocht toekijken, is nu natuurlijk niet meer voor te stellen. En ook het feit dat er eens per jaar een bal is waar de ‘gekken’ dansten met nieuwsgierige Parijzenaren lijkt bizar. Het komt allemaal nogal ongeloofwaardig over. Maar dat is nu precies waar dit boek over gaat: geloofwaardigheid.

De eerste weken bleven alle blikken rusten op haar onwaarschijnlijke aanwezigheid in de slaapzaal. Ze was niet meer dezelfde vrouw. Iets in haar was zachter, rustiger geworden. Nu ze een gek tussen de gekken was, leek ze eindelijk normaal.

Het bal der gekken is een prachtig, ontroerend, uiterst origineel boek. Zeker een aanrader wanneer je weer eens iets anders dan anders wilt lezen/meemaken!

Fragment

Ze legt een hand op haar buik en vertrekt haar gezicht. Haar bruine, gewoonlijk zo gladde en goed gekamde haar is stoffig en vies geworden. Gisteravond heeft ze besloten de snee brood te eten die daar al sinds de ochtend onaangeroerd lag. Het was de eerste keer in vier dagen dat ze iets had gegeten. Toch weet ze dat ze niet moet verzwakken, dat ze al haar vermogens, geestelijk en lichamelijk, moet behouden om hier te overleven. Ze beseft dat ze het op eigen kracht moet volhouden, op een plek die je bij het eerste teken van zwakheid volkomen vernietigt. Ze ondervindt nog steeds de gevolgen van haar uitbarsting tijdens het medisch onderzoek. De afgelopen dagen wist ze niets beters te doen dan haar eenzame protest voort te zetten door al het aangeboden eten categorisch te weigeren. Het was sterker dan zijzelf. Tot nu toe heeft ze nooit geweten hoe het is om echt in opstand te komen. Ja, ze was het ten diepste oneens met haar vader. Als ze zag hoe mannen lachten om vrouwen, kookte ze in stilte van woede. Maar ze wist niet dat een emotie je lichaam en geest als een golf kon overspoelen tot je nog maar tot één ding in staat was: schreeuwen tegen de schaamteloosheid. Ze was diep verontwaardigd over de onrechtvaardigheid van de situatie. En al nam haar verontwaardiging niet af, ze voelde zich verkommeren. Zodra ze uit bed stapte begon haar hoofd te tollen, kreeg ze krampen in haar maag en werd ze misselijk van de honger. Ze kon het water uit de kruik die ze haar hadden gebracht maar nauwelijks verdragen. Ze bracht haar dagen door in het halfduister, de luiken van het raam waren gesloten maar de gaten in het hout lieten nog wat licht binnen in de kamer. Ze was woedend en uitgeput tegelijk.

Titel: Het bal der gekken
Schrijver: Victoria Mas
Uitgever: Spectrum
isbn: 9789000376865

Een stralende toekomst – Rebecca Makkai

image - 2020-05-14T142556.352

Volgens Lily

‘Briljante roman, met een slot dat je hart zal breken.’ Dat staat op de cover van Een stralende toekomst van Rebecca Makkai. Dan móet je wel gaan lezen. Het boek kent twee belangrijke verhaallijnen. Die van Yale Tishman in de jaren 80 in Chicago als de aidsepidemie woedt. En die van Fiona die in 2015 op zoek is naar haar dochter in Parijs op het moment dat er een vreselijke terroristische aanslag plaatsvindt. Fiona en Yale kennen elkaar uit Chicago. Nico, de broer van Fiona overleed ook aan aids en Yale was een van zijn beste vrienden. Fiona verloor heel veel vrienden in die tijd, en nu is ze ook nog haar enige dochter kwijt. Heeft het één iets met het ander te maken? Het is knap hoe Rebecca Makkai deze twee verhaallijnen uiteindelijke samenbrengt.

Want Fiona, die zelf al intens genoeg was, vond Julian vermoeiend. ‘Hij is net een mondvol knettersnoep,’ had ze ooit gezegd. ‘En ik ben dol op knettersoep! Echt waar! Het is verrukkelijk, en dat is hij ook. Ik bedoel het niet vervelend, maar ik hoef er geen hele mondvol van.’

Maar is mijn hart gebroken? Nee. Ik vind het werkelijk een ontzettend schrijnend verhaal. Het heeft me veel geleerd over deze vreselijke epidemie onder vooral jonge homoseksuelen (en over Reagan), maar toch raakte het verhaal me niet echt. Ik had een soort déjà vu: Een klein leven van Hanya Yanagihara was ook zo’n vuistdikke roman over een groep vrienden waar alleen maar ellende gebeurde. Ik vind het typisch Amerikaans geschreven, misschien is dat wat me niet pakt. Heb net Liefde, als dat het is van Marijke Schermer uit, en dat pakte me wel enorm. Gewoon een mooi, klein verhaal.

‘Ik wou hem niet beledigen,’ zei ze. ‘Ik ben niet naïef, dat weet je.’
Hij zei: ‘Het is altijd een kwestie van wachten tot de wereld in elkaar stort, toch? Als dingen heel blijven, is dat altijd maar tijdelijk.’

Want naast aids, Parijs ten tijde van de aanslag en vriendschappen (veel personages), gaat het in Een stralende toekomst ook nog over een ingewikkelde kunstkwestie met een complexe verhaallijn daar over. Wat mij betreft is het gewoon too much.

Fragment

Yale zei: ‘Vroeger was ik bang dat Reagan op de knop zou drukken, weet je? En voor de inslag van asteroïden en zo. Tot ik me één ding realiseerde. Als je zou kunnen kiezen wanneer je in de geschiedenis van de aarde zou kunnen leven, zou je dan niet het einde kiezen? Dan had je tenminste niets gemist. Als je in 1920 zou doodgaan, zou je de rock-‘n-roll missen. Als je in 1600 zou doodgaan, zou je Mozart missen. Toch? Ik bedoel, de gruwelen stapelen zich weliswaar ook op, maar niemand wil doodgaan voordat het verhaal is afgelopen.
En vroeger geloofde ik echt dat wij de laatste generatie zouden zijn. Als ik erover nadacht, als ik bang was voor de dood, dacht ik aan ons allemaal, aan de hele planeet. En nu is het alsof, nee, nu ben ik het alleen, Yale. Ik ben degene die dingen gaat mislopen. niet zozeer het einde van de wereld – want laten we hopen dat de wereld het nog miljarden jaren uithoudt, hè? – maar gewoon de normale dingen.

image - 2020-05-19T215130.042

The Great Believers is de originele titel, vind ik toch mooier…

Titel: Een stralende toekomst
Schrijver: Rebecca Makkai
Uitgever: Nieuws Amsterdam
isbn: 9789046824856

 

De boekenapotheek aan de Seine – Nina George

image - 2020-04-14T142158.811

Volgens Lily

Jean Perdu heeft een boekenschip in de Seine liggen, waar hij boeken verkoopt als medicijn voor de kwalen van het leven. Maar zijn eigen grootste kwaal: het verlies van zijn grote liefde Manon, kan hij niet genezen. Nina George die tot het verschijnen van dit boek vooral bekend was in eigen land (Duitsland), heeft met De boekenapotheek aan de Seine haar internationale doorbreek geschreven. Het is wel een boek waar je even in moet komen. In het begin wordt de naam van Manon niet genoemd maar vervangen door ***.  En de gewone en cursieve zinnen wisselen elkaar af. Dat leest niet altijd even lekker. Maar wanneer je eraan gewend bent, wordt het beter leesbaar en kun je je op het verhaal richten in plaats van op de vormgeving.

Als Jordan ooit een vaderlijke raad van hem nodig had, zou Perdu tegen hem zeggen: ‘Luister nooit naar de angst! Angst maakt dom.’

Jean Perdu gaat op een gegeven moment met de boekenapotheek op pad naar het zuiden van Franrijk. Hij zal uiteindelijk eindigen in Sanary-sur-Mer.

Ik heb me altijd afgevraagd waarom er niet meer boeken over het leven worden geschreven. Sterven kan iedereen. Maar leven?

Het boek bevat aan het eind nog enkele recepten typisch voor de Provence. Zoals Lavendelijs met lavendelsiroop of -honing. En een voorbeeld van De dertien desserts van Provençaalse streekproducten, een bijna honderd jaar oude traditie bij het kerstdiner. Ze symboliseren de dertien deelnemers aan het Laatste Avondmaal (Jezus en de twaalf apostelen).

Nina George woont afwisselend in Berlijn en Bretagne. Na het dankwoord schrijft George nog een PS: … en dank aan elke boekhandelaarster en elke boekhandelaar die helpt om mij te betoveren. Met boeken kan ik gewoon beter ademen.

En zo is het.

Fragment

Perdu knikte. Kästner had in 1936, kort voordat Europa in de zwartbruine duisternis verzonk, een Lyrische Huisapotheek uit de poëtische medicijnkast van zijn werken samengesteld en uitgegeven. ‘Dit boek dient als therapie voor het privéleven,’ schreef de dichter in zijn voorwoord. ‘Het is, veelal in homeopatische dosering, bedoeld als middel tegen de kleine en grote moeilijkheden van het bestaan en dient ter “Behandeling van het gemiddelde innerlijke leven”.’
‘Kästner was een van de redenen waarom ik mijn boekhandel De Literaire Apotheek heb genoemd,’ zei Perdu. ‘Ik wilde gevoelens behandelen die niet als lijden worden erkend en die nooit door artsen worden gediagnosticeerd. Al die kleine gevoelens en aandoeningen waar geen therapeut zich voor interesseert omdat ze te klein en te ongrijpbaar zouden zijn. Het gevoel wanneer de zomer weer ten einde loopt. Of het besef dat je geen heel leven meer hebt om je plek te vinden. Of de lichte droefenis over een vrienschap die toch niet dieper wordt, waardoor je verder moet zoeken naar een zielsverwant voor het leven. Of de zwaarmoedigheid op de ochtend van je verjaardag. Heimwee naar de lucht van je kindertijd. Zulke dingen.’

image - 2020-04-14T143522.858

Nina George

Titel: De boekenapotheek aan de Seine
Schrijver: Nina George
Uitgever: Luitingh-Sijthoff
isbn: 9789021810034

Parijs is een feest – Ernest Hemingway

image - 2020-03-25T123340.477

Volgens Lily

In 1964 (drie jaar na het overlijden van Hemingway) verscheen dit boek voor het eerst onder de originele titel: A Moveable Feast. Na de aanslagen op Parijs in 2015 werd dit boek opnieuw een bestseller in Frankrijk, vooral vanwege de ode aan de veerkracht van Parijs. In Parijs is een feest zoals de Nederlandse vertaling luidt, gaat Ernest Hemingway in op de jaren dat hij en zijn eerste vrouw Hadley in Parijs woonden, van 1921 tot 1926. Het literaire wereldje waarin Hemingway zich begeeft beschrijft hij heel mooi. Hoe hij op bezoek gaat bij Gertrude Stein, hoe hij op reis gaat met F. Scott Fitzgerald en kennis maakt met Ezra Pound. Hij bezoekt ook de boekwinkel van Sylvia Beach: Shakespeare and Company waar hij gratis boeken mag lenen. Maar het geeft ook een mooi inkijkje in hoe Hemingway werkte. Als hij even geen inspiratie had zei hij tegen zichzelf: “Schrijf de waarste zin die je kent, en ga van daaruit verder.” En dat lukte dan ook altijd weer.

Over F. Scott Fitzgerald schreef hij:

Als hij een boek kon schrijven dat zo goed was als The Great Gatsby, was ik ervan overtuigd dat hij een zelfs nog beter boek kon schrijven.

De nieuwe vertaling bevat een voorwoord van Patrick Hemingway (zoon van), een inleiding door Seán Hemingway (kleinzoon van) en een nawoord van Gustaaf Peek. En dat nawoord geeft nog weer veel nieuwe interessante informatie.

…dit boek bevat materiaal van de remises van mijn geheugen en mijn hart. Zelfs als het ene me bedriegt en het andere niet bestaat.

Een opvallend boek, zeker een aanrader!

Fragment

Als de lente kwam, zelfs de valse lente, waren er geen problemen meer, behalve waar je het gelukkigst kon zijn. Het enige wat een dag kon verpesten, waren mensen en als je erin slaagde geen afspraken te maken, had geen enkele dag grenzen. Mensen perkten altijd het geluk in, behalve die paar die zo goed waren als de lente zelf.
Op de ochtenden in de lente werkte ik vroeg terwijl mijn vrouw nog sliep. De ramen stonden wijd open en de kinderkopjes op de straat droogden op na regen. De zon droogde het natte aangezicht van de huizen waarop het raam uitkeek. De winkels waren nog gesloten. De geitenherder kwam de straat in en blies op zijn fluitje en een vrouw die op de verdieping boven ons woonde, kwam op het troittoir naar buiten met een grote pot. De geitenherder koos een van de zwaar bezakte zwarte melkgeiten en melkte haar boven de pot, terwijl de hond de andere geiten de stoep op duwde. De geiten keken om zich heen en draaiden met hun nek als toeristen. De geitenherder nam het geld aan van de vrouw en bedankte haar en ging fluitend de straat op en de hond dreef de kudde voor zich uit, hun hoorns gingen heen en weer. Ik ging weer aan het werk en de vrouw kwam de trap op met de geitenmelk.

ernest hemingsway

Titel: Parijs is een feest
Schrijver: Ernest Hemingway
Uitgeverij: De Arbeiderspers
isbn: 9789029509985

Lunch in Parijs – Elizabeth Bard

image (95)

Volgens Lily

Ik heb een zwak voor boeken waar veel over eten geschreven wordt, en waar dan ook de recepten in staan van de gerechten die genoemd worden. Voorop Lunch in Parijs staat het al: Een liefdesverhaal met recepten. En dat is het. Elizabeth Bard, Amerikaanse, wordt verliefd op Gwendal en Parijs. Ze vestigt zich na verloop van tijd definitief in Parijs en ontdekt zo langzamerhand de gewoontes van het land. Ze wordt culinair journaliste en schrijft over koken, kunst en reizen. Later schrijft ze o.a. nog Picnic in de Provence, ook een goed idee!
Wanneer je dit boek leest krijg je direct zin in Pasteitjes van wilde champignons of Gevulde courgettebloemen met geitenkaas en munt of een Aardbeien-rabarberkruimeltaart. Én je krijgt direct zin in Parijs. In april ga ik weer voor een week en heb er direct weer wat leuke (lunch)adresjes bij!

Fragment

In Amerika ging ik nooit alleen naar een restaurant om te lunchen. Eerlijk gezegd ging ik nooit rustig lunchen. In New York was de lunchpauze een kans om mijn benen te strekken, helemaal van het kantoor naar de saladebar, de noedelbar of de sandwichbar, waar ik snel iets kocht om aan mijn bureau op te eten. Vanaf de allereerste dag werd alleen lunchen in Parijs net dineren. Het voelde heel luxe aan.
De Fransen krijgen langzamerhand langere werkdagen, maar le déjeuner blijft heilig. Ik weet wat je nu denkt: hoe vinden ze in godsnaam de tijd om midden op de dag een uur, misschien wel langer, te gaan zitten voor een elegante, ouderwetse lunch?
Dan wil ik je iets vragen. Lees je dit onderweg naar je spinningles? Ben je te laat voor de acupuncturist? Je personal coach? Je psychiater? Alleen die dingen kosten je al vier uur per week, die de Fransen vervangen door het ontspannende en energie gevende lunchritueel. Een lunch lost natuurlijk niet alles op, maar wel veel.
Als ik mazzel heb, krijg ik een tafeltje buiten voor het Café Palais Royal. Daar, op mijn van plastic stroken geweven stoel, achter een rond tafeltje, heb ik een uitstekend uitzicht op niet alleen de voetgangers die over de rue Saint-Honoré komen en gaan, maar ook op de rolschaatsers op het plein voor het Conseil d’État en de gevel van het Louvre, waar de spandoeken voor de tentoonstelling van het moment wapperen. Maar de grootste attractie blijken doorgaans mijn medegasten te zijn, en dan vooral de vrouwen.

image (96)

Elizabeth Bard

Titel: Lunch in Parijs
Schrijver: Elizabeth Bard
Uitgeverij: Orlando
isbn: 9789492086464