
Volgens Lily
Ik zag de familie Chabot wel eens op tv en dan dacht ik altijd: dat is het perfecte gezin. Veel liefde, creativiteit en samenhorigheid. Na het lezen van Confettiregen van Splinter Chabot, de derde zoon, is me één ding wel heel duidelijk geworden. De acceptatie van het wel of niet gay zijn, ligt niet alleen bij de ouders maar te meer bij de persoon in kwestie zelf. Zelfs bij de familie Chabot ging dat niet vlekkeloos.
Ze glimlachte, trots twinkelde in haar ogen. Opeens besefte ik dat ik bang was geweest, die paar seconden, die paar stappen die ik in haar richting liep, bang dat ik haar teleur zou stellen. Maar dat was ze niet. Gelukkig. Overduidelijk niet.
Splinter Chabot schrijft met Confettiregen een prachtig boek. Hij voert hoofdpersoon Wobie (anagram van David Bowie) op, maar je weet van het begin af aan dat het zijn eigen verhaal is. Een verhaal dat begint bij zijn jeugd op de lagere school, naar de periode op de middelbare school en naar de periode dat hij het huis uit gaat om te studeren in Amsterdam. Wobie heeft eigenlijk alleen maar vriendinnen. Vriendinnen die al heel snel door hebben hoe het zit met Wobie: hij is gay maar durft daar op de een of andere manier niet voor uit te komen. De gehele middelbare schooltijd heeft hij een crush op Daniël. Maar durft er niets mee te doen. En hoeveel zijn ouders ook een hand proberen uit te steken: Wobie kan alleen dan toegeven dat hij gay is als hij er zelf aan toe is.
Aan het voeteneinde lagen de cadeaus. Zoals altijd prachtig ingepakt – mijn moeder maakte daar serieus werk van. Alsof de pakjes onderling ook een feestje te vieren hadden.
Het boek is sterk omdat het het eigen verhaal van Splinter is en daar kan natuurlijk niets fout aan zijn. Aan het einde biggelde er een traantje over mijn wangen omdat je zijn strijd gewoon voelt. Het boek is nu niet direct mooi literair geschreven. Alles wordt uitgelegd en daar kreeg ik wel eens de kriebels van. Het had van mij ook wel wat korter gemogen. Dat kat-en-muisspel tussen Wobie en Daniël wordt zo enorm uitgekauwd. Maar goed, al met al is Confettiregen toch een dikke aanrader! Ik ben fan van de familie Chabot!
In zijn ogen zag ik dat hij nog niet ver genoeg was, en ik zoende hem niet. Zijn tijd moest nog komen. In zijn ogen zag ik dat in zijn hoofd nog geen confettiregen bestond. Zijn tijd moest nog komen.
Fragment
We zaten in het theater. Billy Elliot. Een kwetsbaar jongetje maar o zo sterk als hij danste. Ballet. Pirouetjes. Ondertussen werd er drank doorgegeven. Daniël keek me aan en gaf mij de fles. Het was cola met wodka, maar met weinig cola. ‘Hier,’ zei hij, ‘maar doe wel voorzichtig.’
Het werd nog donkerder in de zaal. Stiller. Alsof er niet meer geademd mocht worden. Op het podium was nog maar één lichtspot aan. Billy zat op een houten krukje. Zo alleen, omringd door duister, maar wel in het volle licht. Gevangen in de ogen van de mensen die hem zagen, terwijl hij eenzaam en alleen was. Het licht scheen van boven. Hij zat met één been over het andere en pakte een envelop. De brief van zijn moeder. Een mama die niet meer mama kon zijn in het leven. Geen warme kussen, op schoot zitten of samen films kijken voor Billy. Hij pakte de brief en las hem voor.
Heel langzaam voelde ik mijn ogen warm worden. Warm van de tranen. Overvol. Ik huilde, dat wist ik. Ik huilde. Dacht aan mijn brief voor mijn mama. De jongens naast me moesten ook slikken. Iedereen was even alleen. Iedereen was even alleen met zijn mama. De jongens naast me moesten ook slikken. Iedereen was even alleen. Iedereen was even alleen met zijn mama in zijn hoofd. En iedereen wilde een knuffel en kus. Iedereen wilde weer even kind zijn, verstoppertje spelen en gevonden worden, tikkertje spelen en tikker zijn, iedereen wilde vooruitgeduwd worden op een schommel. Heel even was Daniël naar voren geschoven. De tranen bleven niet langer in mijn ogen zitten, maar gleden Maximaliaans over mijn wangen. Daniël hing iets naar voren en draaide toen, zo rustig en wijs als een uil, zijn hoofd naar mij toe, Ik keek niet terug, maar hij wist dat ik hem zag. Ik slikte. Hij zag hoe de tranen van mijn kin vielen. In mijn schoot. Hij bleef even kijken en schoof toen weer langzaam naar achteren.
