
Volgens Lily
Het was alweer even geleden dat ik een boek van Stefan Brijs las. Maar ik ga dat zeker inhalen. Destijds werd ik weggeblazen door De engelenmaker. En nu dus Zonder liefde. Wel een mooi verhaal, maar niet erg indringend. De personages blijven een beetje vlak. Je leert Paul en Ava die vrienden zijn maar geen relatie hebben niet echt kennen, iedere keer denk je: nu komt het, maar nee, toch niet.
Ik wilde weten of Ava hem aantrekkelijk vond. ‘Hij lijkt me niet echt knap.’
‘Maar hij heeft wel charisma,’ zei Ava. ‘Zodra je hem ziet denk je dat er iets opwindends gaat gebeuren. Iets wat je niet wil missen. Het zit ‘m in zijn ogen. Heb je daar op gelet?’
Het leest wel ontzettend lekker weg. Brijs kan zeer goed schrijven en boeit van het begin tot het eind. Zonder liefde is dan ook een echte pageturner. Maar het is zo maar ineens afgelopen. Terwijl je nog zoveel had willen weten.
Bénédicte arriveerde de volgende zondag rond drie uur. Ik was nerveuzer dan toen ik haar voor de eerste keer ging zien. Die middag was al bijna volledig in vaagheid opgelost en ook Bénédicte zelf kon ik me nog amper voor de geest halen.
Fragment
De volgende dagen leek Ava van de aardbodem verdwenen. Ik had haar meermaals gebeld zonder gehoor te krijgen en was om mijn toenemende onrust te temperen op zondagmiddag naar haar huis gereden. Haar auto was weg en door het keukenraam zag ik dat op de tafel nog steeds onze glazen van drie dagen eerder stonden. Het pak muizengif stond ongeopend op het aanrecht. De gedachte dat haar iets overkomen was benauwde me, temeer omdat niemand me dat ooit zou laten weten. Ik liet een briefje achter en bleef de rest van de dag thuis, bang dat ik een telefoontje van haar zou missen.
Tegen de avond hield ik het niet meer en besloot ik haar moeder te bellen. Zij stond nog met de naam van haar ex-man (en die van Ava) in de telefoongids. Toen ze opnam vroeg ik onmiddellijk naar Ava.
‘Die woont hier niet meer,’ klonk het kortaf.
‘Weet ik,’ zei ik. ‘Maar ik dacht dat u misschien wist waar ze was. Ze is niet thuis en ik ben dringend naar haar op zoek.’
‘Met wie spreek ik?’
‘O, sorry. Met Paul.’
Het bleef stil aan de andere kant van de lijn. Ik legde uit dat ik bij haar langs was geweest toen Ava net terug was uit Haïti en terwijl ik dat zei herinnerde ik me wat ze me bij mijn vertrek had nageroepen: ‘Laat je niet gek maken door haar.’
Dat deed is dus toch.
