Momenten voor de eeuwigheid – Kjersti Anfinnsen

Volgens Lily

Birgitte Solheim is 90 jaar, hartchirurg in ruste en woont in Parijs. Ze overdenkt haar leven en haar liefdes. Kjersti Anfinnsen (zelf 51 als ze dit verhaal schrijft) beschrijft dat met zo’n inlevingsvermogen! Prachtig! Hoewel het geen vrolijk verhaal is, want echt oud worden is geen pretje zo kunnen we lezen.

Ergens is het wel fijn om niet meer al die levens bij te hoeven houden: groeten, cadeautjes, bedriegerijen, ziektes,…

Birgitte krijgt een latrelatie met de architect Javiér, die ze ontmoet via internet. Maar Javiér raakt steeds meer in de war, vergeet dingen en sterft uiteindelijk. Haar zus Elisabeth met wie ze een aparte relatie heeft woont in Noorwegen. Ze skypen veel, maar ook Elisabeth gaat dood. Birgitte is alleen.

Sindsdien heb ik nooit meer de slappe lach gehad. Die krijg je, zoals bekend, met de jaren steeds zeldener. Misschien durf je je niet meer te laten gaan uit angst dat je de controle kwijtraakt. Omdat het zo op gek zijn lijkt. En omdat de tranen vlak onder het oppervlak liggen.
De hele tijd.

Birgitte was een hele goeie hartchirurg, maar mannen konden toch beter het woord voeren tijdens lezingen bijvoorbeeld, want naar hen werd beter geluisterd. Ze is nooit getrouwd en heeft daarmee een compleet andere weg gekozen dan haar zus in Noorwegen.
Hoewel het geen vrolijk boek is (de aftakeling is niet vrolijk) is het toch ook komisch om te lezen hoe Birgitte zich staande houdt met het reizen der jaren.

De kinderen van Javiér willen hun vader zijn Hermès-sjaaltje meegeven op zijn laatste reis. Ik zeg dat ik het niet kan vinden. Zijn dochter staat erop er zelf naar te zoeken, dus ik verstop het in mijn kussensloop.

Zo moet het dus zijn om oud te worden. Niet een heel vrolijk vooruitzicht, maar zo ontzettend goed beschreven door Anfinnsen! De quote van Simone de Beauvoir in het boek (uit: De ouderdom) is veelzeggend: De tijd geeft ons de wereld en neemt hem ons in een en dezelfde beweging weer af.

Fragment

Javiér wil dat we een hond nemen als we samen gaan wonen. Hij stelt dat dieren een positief effect hebben op oudere mensen. Bovendien lijkt het hem goed om de verantwoordelijkheid voor een levend wezen te delen. ‘We slagen er nauwelijks in om voor onszelf te zorgen,’ zeg ik elke keer als hij daarover begint te zeuren.
Natuurlijk luistert hij niet naar me. Hij stelt een mopshond voor. Ik weet niet waarom. Elke keer als ik een mopshond zie, moet ik denken aan een man met wie ik een tijdje samen was. Hij had namelijk een hond met het syndroom van Down, zoals ik altijd zei. Dat klopt niet helemaal, want honden kunnen geen down hebben, maar wel mutaties waardoor ze eruitzien alsof ze down hebben. Hoe dan ook, die hond heb ik maar één keer gezien en hij was best leuk, maar die man heb ik heel vaak gezien. En elke keer dat ik een downachtige hond zie, probeer ik te bedenken waarom het niets tussen ons is geworden. Ik heb nooit goede redenen gevonden, maar het irriteerde me vreselijk dat hij het woord ‘beestje’ niet kon schrijven, want zo noemde hij zijn hond. Hij schreef: ‘het beesje slaapt in mijn bed’, ‘heb het beesje uitgelaten’, ‘de dierenarts zegt dat het beesje reuma heeft’, enzovoorts. Ik kon ook niets over die spelfout zeggen. Ik vond en vind het nog steeds kleinzielig om op zoiets te wijzen, want het is toch een kleinigheid. Ik wilde geen oppervlakkige indruk wekken.
Javiér zou het woord ‘beestje’ nooit gebruiken, hij zegt en schrijft ‘chien’. Chien voor, chien na.

Kjersti Anfinnsen

Titel: Momenten voor de eeuwigheid
Schrijver: Kjersti Anfinnsen
Uitgever: ambo|anthos

Hogere machten – Joost de Vries

Volgens Lily

Hogere machten wordt aangeprezen als ‘een liefdesroman zoals je ze zelden nog tegenkomt’. Maar dit boek van Joost de Vries (schrijver en kunstredacteur van De Groene Amsterdammer) is veel meer dan een liefdesroman. Het is een boek dat speelt in Bandoen, Londen, Den Haag, Caïro en Parijs. Het volgt de levens van James Welmoed en Elizabeth van Elzenburg.

Elke andere vrouw zou nu tegen haar echtgenoot zeggen: ik haat het hier. Maar dit is niet zomaar een vrouw, dit is Connie, een stoïcijn, ‘negeren’ is haar mantra, tanden op elkaar, ze denkt hooguit: nog maar vierenhalf jaar, dan is James’ aanstelling hier klaar.

Joost de Vries schrijft met een enorme vaart. Soms zoals je praat (zie het fragment). Het is een meeslepende, wervelende vertelling dat zo mooi in elkaar steekt. Om jaloers op te worden. Hij springt makkelijk van het ene perspectief naar het andere. Toch blijft het een vraag wat de hoofdpersonages nu werkelijk denken…

Ze doorzochten het terrein en het bleef verbazen hoeveel soldaten er waren – gewoon, hoe ontzettend veel individuen er in een leger opgingen. Ze waren allemaal geboren. Allemaal hadden ze ouders, hadden ze levens die zich ergens afspeelden – en nu waren ze hier, met z’n allen tegelijk. Zo’n basaal idee dat je je brein er niet omheen kreeg

Hogere machten gaat over James (Welmoed) die in Bandoeng Elizabeth (Louise) ontmoet. En hoewel ze elkaar niet heel vaak zien, en met andere trouwen, blijven ze altijd in elkaars gedachte. Toch een liefdesroman. Maar het gaat ook over zoveel meer: het koloniale Bandoeng, Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog, het naoorlogse Den Haag. Er speelt zoveel in dit mooie verhaal. Moeilijk om uit te leggen, gewoon gaan lezen. Een absolute aanrader!

Haar handen waren nu al koud. Na twee nachten pakten ze hun koffers weer, en zou hij haar naar het station van Oxford brengen. Nog één keer keek hij naar hun hotelkamer. De lakens op het bed lagen erbij als een stad na een aardbeving.

Fragment

Louise – wat was ze formidabel. Onverslaanbaar. Letterlijk. Onverslaanbaar. Ken je dat verhaal van de Hampstead Lawn Tennisclub? Nou, Louise vond dus dat ze lid moest worden. Een handig netwerk, goed voor de kinderen, mensen die nog wel eens een portret zouden willen, et cetera. Dus zij gingen op ballotage, hoity-toity, dronken lauwe thee met melk, vous-voyeerden het bestuur, in de hoop op te schuiven in de onverbiddelijke wachtrij voor nieuwe leden. Duurde eeuwen, en toen vielen hun lidmaatschapspapieren in de bus. En dus: ze waren lid. En dus: ze mochten met beschaafde mensen een balletje slaan, theedrinken, kletsen, innig bekend raken met een vitaal sociaal netwerk. Maar toen: Louise stapte de baan op en vernietigde. Zes-nul, zes-nul. Ze kon zich niet inhouden. Niemand kreeg een game. Gênant. Heel Nederlands. Na twee maanden ontving ze geen enkele uitnodiging meer en zij dacht dat dat aan de rest lag. Niet aan haar. Nooit aan haar. Hoe kon het ooit aan haar liggen?

Titel: Hogere machten
Schrijver: Joost de Vries
Uitgever: Prometheus

Warme melk – Deborah Levy

Volgens Lily

Het eerste boek dat ik las op mijn e-reader was Warme melk van Deborah Levy. Een boek uit 2017 en destijds genomineerd voor de Man Booker Prize. De winnaar werd Lincoln in the Bardo van George Saunders. En ik moet eerlijk zeggen: lezen op een e-reader is best lekker. Vooral in bed: niet zo’n zwaar boek, maar gewoon de e-reader die je met één hand kunt vasthouden en bedienen. Het grootste deel van Warme melk las ik echter in het vliegtuig van Amsterdam naar Madeira (en weer terug). Handig, want de e-reader is verlicht.

Mijn moeder was stil geworden en zat er volkomen roerloos bij. Niet roerloos als een boom of een blaadje of een boomstam. Roerloos als een lijk.

Sofia brengt haar moeder Rose naar een arts in Spanje met de hoop er eindelijk achter te komen wat haar moeder mankeert. Het leven van Rose staat geheel in het teken van het verzorgen van haar deels verlamde moeder. Een moeder die heel veeleisend is. Sofia gaat zelf ook kreupel lopen. Arts Gómez heeft dit door en verbiedt Rose deel te nemen aan de sessies die hij met haar moeder heeft.

Zijn gouden tanden leken net vlammen. ‘U zit in de zon, mevrouw Papastergiadis. Vitamine D is goed voor uw botten. U moet water drinken. Nu heb ik een serieuze vraag. Waarom zeggen jullie Engelsen eigenlijk “wai-fai” terwijl we in Spanje “wie-fie” zeggen?’

Rose is verlaten door haar Griekse man. En daar heeft ze sindsdien last van. Ook Sofia ziet haar vader al jaren niet meer. Vader woont weer in Griekenland en heeft een nieuwe (veel jongere) vrouw en dochter die Rose gaat bezoeken terwijl haar moeder onder behandeling is van Gómez.

Mijn vaders nieuwe bruidskind droeg een beugel en dierenschoenen. Ik liet mijn ogen over haar heen dwalen, gewoon voor het geval ik oorbellen met lieveheersbeestjes of een ring met een smiley zou kunnen ontdekken, maar het enige wat ik zag waren twee moedervlekjes in haar hals en eentje vlak boven haar lip.

In dit boek maakt Sophia ook een persoonlijk reis: die naar de volwassenheid. Ze maakt van alles mee in Spanje waardoor ze een nieuwe kijk krijgt op het leven en de relatie met haar moeder. Een mooi boek!

Fragment

Mijn elleboog schoot tegen het glas jus d’orange aan en stootte het om. Ook ik had de zenuwen gekregen van het naderende bezoek van de farmaceutische topman.
Gómez leek niet door te hebben dat het sap op de vloer druppelde. Hij gebaarde weer naar de onaangeroerde croissants. Hij leek zenuwachtig, maar ik vertrouwde hem. Ik voelde dat hij vaderlijke gevoelens voor me had.
Ik nam een hapje van een van de croissants.
‘Je bezit een zeker je-ne-sais-quoi, Sofia Irina.

‘Echt waar?’
Hij knikte.
Ik schrokte de croissant naar binnen. Ik had een trek die mijn status en omvang ontsteeg. Toen ik hem ophad, vroeg Gómez of ik de andere ook wilde.
Ik schudde mijn krullen naar hem. ‘Nee, dank je. Dat zou ongezond zijn.’
Gómez keek even naar zijn computer en toen weer naar mij. ‘Ik heb geen goed nieuws’, zei hij. ‘Ik kan je moeder niet behandelen. Ik betwijfel of ze ooit weer zal lopen. Haar symptomen zijn grillig als een spook, ze komen en gaan. Ze zijn niet van fysiologische aard. Toen je in Athene zat, heeft ze het over amputatie gehad. Sterker nog, die wens heeft ze uitgesproken. Ze heeft om een operatie gevraagd.’

Ik begon te lachen. ‘Ze maakt een grapje’, zei ik. ‘U begrijpt haar Yorkshire-humor niet.’ Ze zegt om de haverklap “Hak mijn voeten er maar af”. Het is een uitdrukking.’

Deborah Levy schreef een autobiografie in drie delen. Dingen die ik niet wil weten is het eerste deel, gevolgd door De prijs van het bestaan en ten slotte Onroerend goed.
Titel: Warme melk
Schrijver: Deborah Levy
Uitgever: De Geus

De kleindochter – Bernhard Schlink

Volgens Lily

Ooit las ik De voorlezer van Bernhard Schlink. Wat een goed boek vond ik dat! De eerste buitenlandse roman die lange tijd op de eerste plaats stond in de bestsellerlijst van The New York Times en prachtig verfilmd en bekroond met een Oscar en een Golden Globe. Maar ook De kleindochter dat ik onlangs las zit weer heel mooi in elkaar. De hoofdpersoon in het boek, Kaspar, ontmoet in de jaren zestig Birgit in Oost-Berlijn en wordt verliefd. Birgit vlucht met hulp van Kaspar uit de DDR en ze trouwen. Maar Birgit heeft echter een geheim met zich meegenomen dat haar hele verdere leven zal beïnvloeden.

Wie zou ik zijn geworden als ik was gebleven? Als ik Kaspar niet had ontmoet, als ik niet verliefd op hem was geworden, niet voor hem had gekozen? Als ik aan vertrekken helemaal niet had gedacht, als ik alleen blijven in mijn hoofd had gehad?

Ze heeft namelijk vlak voor haar vertrek een dochter gekregen. En al die jaren heeft ze nooit echt naar haar dochter gezocht en dat heeft haar getekend, ze gaat steeds meer drinken. Na het overlijden van Birgit gaat Kaspar alsnog op zoek naar deze dochter. En vindt Svenja en háár dochter, de kleindochter Sigrun.

‘Waarom wilde uw vrouw mij niet?’ Svenja roerde met een lepel in haar kopje en keek Kaspar niet aan. ‘Laat dat Svenja. Ze had een slecht geweten, wilde je vinden en iets geven. Ze heeft je iets nagelaten en daarom is haar man hier. Heb ik gelijk?’ Björn keek Kaspar uitdagend aan.

Er ontstaat een mooi contact tussen Kaspar (opa) en Sigrun. Maar hoe ga je om met een (klein)kind dat opgroeit in milieu dat niet dat van jou is. En je het gevoel hebt dat je haar moet redden. Hoe deze situatie zich ontwikkelt wordt heel mooi beschreven door Schlink. Kaspar gaat ver in zijn poging begrip op te brengen om een betrokken grootvader voor de rechtsradicale Sigrun te worden. 

Toen vroeg ze: ‘Waarom ben jij altijd voor de anderen?’
‘Ik ben-‘
‘Ja, jij bent altijd voor de anderen. Voor de buitenlanders, de Joden, voor buitenlandse muziek en Anne Frank en de Holocaust – altijd voor de anderen, nooit voor ons.’

Schlink (emeritus hoogleraar Rechten aan de Humboldt Universiteit in Berlijn) geeft met dit boek een inkijkje in de recente Duitse geschiedenis. Over mensen die zich een slachtoffer van de Wende noemen. Zeker een aanrader!

Fragment

Al op weg van de voordeur achter haar aan, barstte Kaspar los: ‘Ik ben geen patiënt. Ik ben de man van Birgit. Birgits weduwnaar. Mijn verontschuldigingen dat ik zomaar bij u binnenval. Ik zou graag met u willen praten. Als het niet nu kan, dan kan ik -‘
‘Birgits echtgenoot? De man naar wie ze in het Westen ging?’
Ze vroeg het met een ontwapende nieuwsgierigheid.
Kaspar was opgelucht. ‘Ja, die. Ik heb Birgits aantekeningen gevonden, en daarin schrijft ze over u. En over haar dochter.’
Ze knikte. ‘Ik dacht dat Birgit op een dag zou komen. In plaats daarvan komt u.’
‘Birgit heeft nog naar Briesen geschreven en uw adres achterhaald. Toen is ze overleden.’
‘Waaraan?
Hij fronste zijn voorhoofd. ‘Aan haar ongeduld, aan veel drank, aan slaaptabletten, aan de diepe badkuip. Het is ingewikkeld.’
Paula knikte. ‘Wilt u blijven voor het avondeten?’
[…]
‘Ik zie dat u goed kunt opruimen.’
‘Dat doe ik elke avond. Ik heb een boekwinkel.’
‘Ik herinner me dat Birgit veel las. Tot het einde aan toe?’
‘Het werd met de jaren minder. Misschien omdat ze zelf ging schrijven. Ze wilde haar dochter zoeken, vinden en daarover schrijven.’
Paula kwam de behandelkamer uit en omhelsde hem. ‘Het spijt me dat u haar bent verloren. U zou niet hier zijn als u niet van haar had gehouden.’

Titel: De kleindochter
Schrijver: Bernhard Schlink
Uitgever: Cossee

Vermogen – Hernán Díaz

Volgens Lily

Zo af en toe lees je een boek dat zó anders is dan andere boeken. Vermogen van de Hernán Díaz is zo’n boek. Díaz werd geboren in Argentinië en woont nu na wat omzwervingen in New York waar hij verbonden is aan de Colombia University. Vermogen (oorspronkelijke titel: Trust) ontving in 2023 de Pulitzerprijs voor fictie en was een New York Times Bestseller, de winnaar van de Kirkus Prize en stond op de longlist voor onder meer de Booker Prize. Het boek staat zelfs op het lijstje van beste boeken van Barack Obama.

Helen en Benjamin investeerden flink wat tijd in het bestuderen van rapporten van deze bedrijven en ontmoetingen met wetenschappers. Omdat ze allebei over een roofzuchtige geest beschikten (lenig, snel en vraatzuchtig) leerden ze snel.

Vermogen is een ingenieus opgebouwd boek. Het boek kent vier delen. In het eerste deel maak je kennis met Benjamin Rask en zijn Helen. Rask is een Wall Street-icoon die snel geld verdient. In het eerste deel lees je zijn memoires: Effecten. In het tweede deel lees je eigenlijk hetzelfde verhaal maar dan vanuit een ander perspectief, maar het bevat belangrijke verschillen.

Er is veel onzin geschreven over mijn rol in de aandelenhandel. En al te dikwijls heeft het grote publiek zich uitgelaten over mijn vermeende ‘voorkennis’ met betrekking tot schommelingen op de beurs, met name tijdens mijn historische prestaties van 1926 en de gebeurtenissen die drie jaar laten plaatsvonden. Niemand zal het me daarom euvel duiden wanneer ik hier eerst kort de feiten weergeef.

In het derde deel worden de stukken met elkaar verbonden, dankzij een nieuwe verteller: een moedige vrouw uit Brooklyn die door de auteur van de memoires is ingehuurd als ghostwriter. Hoe het verhaal afloopt zal ik niet prijsgeven. Maar dat het een fantastisch boek is kan ik wel verklappen! Je vraagt je aan het einde af wat feit en wat fictie was.

Mijn enige troost na het ontdekken van de diefstal van mijn weggegooide proppen papier was dat ze allemaal hoorden bij de verzinsels die ik bezig was te schrijven voor de chanteur.

Het boek is geschreven is een prachtige taal. Goed vertaald door Harm Damsma en Niek Miedema. Een aanrader! Vermogen is de tweede roman van Hernán Díaz, ook zijn eerste boek In de verte won ook al diverse belangrijke onderscheidingen. Die ga ik zeker ook lezen.

Fragment

Helen doorzag de plannen van haar moeder maar al te goed en besefte dat zij, wanneer haar prins op het witte paard eenmaal gevonden zou zijn, niets anders kon doen dan zich in haar lot te schikken. Hoewel ze zelf geen echtelijk of materiële ambities koesterde, meende Helen toch dat zij haar moeder en goed huwelijk verschuldigd was, omdat het hun enige kans was om te stoppen met het leven op andermans kosten en een eigen, onafhankelijk bestaan te beginnen. Maar hoewel zij geen bezwaar maakte tegen de koppelpraktijken van mevrouw Breevoort, maakte haar futloze instemming duidelijk dat ze weigerde daar een actieve rol in te spelen. Haar ongenaakbare zwijgen, waarvan sommigen meenden dat het een vertoon van humeurigheid was, en haar eeuwige verstrooidheid, die velen abusievelijk voor verdriet aanzagen, waren geen passieve vormen van ongehoorzaamheid, maar manifestaties van verveling. Zij kon eenvoudigweg niet omgaan met de plaisanterieën en platitudes die de huwelijkscampagne van haar moeder voortdreven.

Hernán Díaz

Titel: Vermogen
Schrijver: Hernán Díaz
Uitgever: Altas Contact

Etty Hillesum, het verhaal van haar leven – Judith Koelemeijer

Volgens Lily

Afgelopen week kreeg het boek De Zanzibardriehoek van Martin Bossenbroek de Libris Geschiedenisprijs 2023. Genomineerd en bij de laatste zes kanshebbers was ook het boek Etty Hillesum, het verhaal van haar leven van Judith Koelemeijer.

Het boek Etty Hillesum gaat over het leven van een Joodse vrouw die in maart 1941, ze is dan 27 jaar oud, begint met het schrijven van een dagboek. Het bijzondere is dat veel van wat Etty geschreven heeft, bewaard is gebleven. Judith Koelemeijer heeft door grondige research een prachtig portret geschreven over deze gepassioneerde vrouw.

‘Dat is tragische altijd hier,’ noteerde ze. ‘Er ligt hier een kapitaal aan begaafdheid en menselijke waarde, bij vader en bij moeder, maar onverbruikt, tenminste niet goed gebruikt. Je breekt hier je nek over de onopgeloste problemen, over snel wisselende stemmingen, het is een chaotische en droevige toestand, die zich weerspiegelt in de uiterlijke chaos van de huishouding.’

Ik lees eigenlijk niet graag over de oorlog. Waarom? Dat weet ik ook niet. Maar dit boek heeft me zo gegrepen. Etty, die als Joodse gaat werken voor de Joodse Raad en in plaats van onder te duiken. Etty was tegen onderduiken: “Als jij niet ging, moest een ander in jouw plaats gaan”. Het boek beschrijft de moeilijke oorlogsjaren in Amsterdam en in kamp Westerbork waar Etty voor de Joodse Raad steeds voor enkele weken te werk wordt gesteld. Bekend is dat Etty eind 1942 enkele kinderen uit Westerbork heeft gesmokkeld. Etty overlijdt ca. 30 november 1943 in Auschwitz.

‘Er zit een onrust in me, een bizarre, duivelse onrust, die productief zou kunnen zijn als ik er iets mee wist te beginnen. Een “schöpferische” onrust. Het is niet de onrust van het lichaam, zelfs geen dozijn opgewonden liefdesnachten zou er een eind aan kunnen maken. Het is bijna een “heilige” onrust. O God, neem me in je grote hand en maak me tot je instrument, laat me schrijven.’

In het najaar van 1943 verscheen een klein boekje onder de onschuldig uitziende titel ‘Drie brieven van den kunstschilder Johannes Baptiste van der Pluym’. Twee brieven kwamen van Etty uit Kamp Westenbork. Van de Pluym bestond niet. Het was een illegale uitgave.

‘Als je wilt vechten tegen het fascisme, tegen het onrecht, moet je dat op een andere manier doen.’
Maar Etty wilde niet vluchten. Ze bleef.
‘Etty had een soort zelfopoffering, van iemand die lijdt voor anderen. Het is ons jammer genoeg niet gelukt haar over te halen. En op een goede dag was ze weg.’

Maar terwijl Etty er zelf niet meer was, kregen haar woorden nieuw leven. Wereldwijd kreeg ze miljoenen lezers. En door dit fantastische boek van Judith Koelemeijer wordt haar leven voor weer een nieuwe generatie op de kaart gezet. Een aanrader.

Fragment

Terug in Amsterdam, verlangde Etty naar Westerbork. Ze was in korte tijd vergroeid geraakt met de plaats en zijn bewoners, schreef ze aan een vriend die er was achtergebleven. Ze voelde zich sterk naar de heide toe getrokken, ‘waar zoveel menselijk noodlot was samen gesmeten’.
Er zullen weinig Joodse lotgenoten zijn geweest die dat gevoel met haar deelden.[…]
Etty sloot haar ogen niet voor de verdorvenheid en het lijden. Maar anders dan veel anderen, weigerde ze te aanvaarden dat dat de enige werkelijkheid was. Zelfs in de onvrijheid en barbaarsheid van het kamp had de mens een keuze. De keuze om de schoonheid te blijven zien van een heideveld met bloeiende, gele lupines. De keuze om met een aardig gebaar of woord het lijden van een ander te verlichten. De keuze om een mens te blijven, ook onder wolven, en te blijven geloven in God en al het goede dat de mensheid, ondanks alles, vermocht.
De gedachten waren vrij, altijd. Die kon niemand van je afpakken.
Wat dat betreft was er voor Etty geen verschil tussen haar leven in Amsterdam en in Westerbork. ‘Tussen m’n schrijvers en dichters en bloemen aan dit bureau heb ik het leven zo lief gehad. En daar tussen de barakken, vol opgejaagde en vervolgde mensen, heb ik de bevestiging gevonden van mijn liefde voor dit leven. Het leven in die tochtige barakken stond in geen enkele tegenstelling tot het leven in deze beschutte, rustige kamer. Ik ben geen moment afgesneden geweest van een
leven, dat zogenaamd voorbij was, er was één grote, zinrijke continuïteit.’

Etty Hillesum

Titel: Etty Hillesum. Het verhaal van haar leven
Schrijver: Judith Koelemeijer
Uitgeverij: Balans

Naar zachtheid en een warm omhelzen – Adriaan van Dis

Volgens Lily

Afgelopen week had ik de eer om Adriaan van Dis te mogen interviewen tijdens het Donderdagmiddagmatinee in de Goudse Schouwburg. Van Dis is on tour om zijn nieuwste boek Naar zachtheid en een warm omhelzen te promoten. De titel refereert aan het gedicht Schemering van Adriaan Roland Holst die vlak bij Van Dis in Bergen aan Zee heeft gewoond en bij wie Van Dis volgens de overleveringen nog op schoot heeft gezeten. Het werd een geweldige middag, vooral door de verhalen die Van Dis met een flinke dosis humor weet te vertellen.

Het was stil op straat. Bij een kruispunt zat een ouder echtpaar in een tuinstoel op een ongeluk te wachten.

Dit nieuwste boek is volgens de flaptekst een vergeten hoofdstuk uit zijn oeuvre. Van Dis heeft al vele boeken geschreven over de toestand van zijn familie zoals Nathan Sid, Indische duinen en het met de Libris Literatuurprijs bekroonde Ik kom terug (over zijn moeder).
Toen Adriaan negen jaar was werd hij door zijn moeder enige tijd uit logeren gestuurd naar zijn grootvader Huibert (vader van zijn moeder) en diens inwonende huishoudster Ommie (die eigenlijk Jans heette). De hardhandige vader van Adriaan werd verteerd door herinneringen aan wat er allemaal in Indië met hem was gebeurd en zorgde voor een onveilige omgeving thuis. Ommie werd de oma die Adriaan nooit had gehad. Bij haar vond hij zachtheid, zijn eigen moeder raakte hem namelijk nauwelijks aan. Dit boek is het verhaal van Adriaan en Ommie.

De tafel was gedekt. Het vlees lag op de schaal. Het zilvergoed glansde onder de schemerlamp. Grootvader schommelde de witte eetkamer binnen, gekleed voor het diner. Hij keek Adriaan koeiig aan, stapte terug, stapje naar voren, zag-ie dat goed?
‘Welke flikker heeft er aan je haar gezeten?’

Het boek bestaat voor een deel uit de beschrijvingen van het verblijf van de negenjarige Adriaan bij zijn opa vlak na de oorlog (WO II is nog voelbaar aanwezig) en voor een (kleiner) deel de bespiegelingen van de Adriaan op huidige leeftijd. Van Dis merkte tijdens het interview op dat hij door Ommie oog heeft gekregen voor de mensen in de wereld waar ‘een knoopje los’ aan zit, maar die des te interessanter zijn.

Wist Adriaan dan niet dat zijn vader jaren in een weeshuis sleet en daar ontsnappen kon door op zijn zestiende in dienst te gaan? Zo had hij zich verhard, om te overleven. Heus, zijn woede was wanhoop. ‘Hij houdt van jullie allemaal. ‘Adriaan deed zijn best het te geloven, maar waarom zweeg zijn moeder over zulke dingen?

Naar zachtheid en een warm omhelzen is een prachtig boek geworden. Een monument voor een vrouw die erg belangrijk is geweest in het leven van Adriaan van Dis. Iemand die hem heeft gevormd. Want zoals hij ook in het interview aangaf, kijk eens om naar andere mensen die je niet kent, doe eens iets aardigs, daar voel je jezelf ook beter bij. En léés vooral veel, want dan leer je de wereld van anderen kennen.

Het was een heerlijk interview met een belezen, grappige, oprecht in de wereld geïnteresseerde maar vooral aimabele man.

Fragment

De volgende morgen, aan een ontbijt van kaas en dikke boter op zelfgebakken rond brood (tegen Ommies borst gezet en met het mes naar zich toe in rechte, dunne plakken gesneden), ruziede zij met grootvader over ‘ons Adriaan’. Alsof hij hun bezit was. Grootvader vond haar te slap en Ommie hem te streng. Hun geruzie klonk net zoals bij hem thuis – alleen de g’s waren zachter. Adriaan sloop naar de marmeren hal om te krant te halen. Ommie en grootvader lazen hem meestal samen. Zij aan zij, aan de keukentafel. Heel vredig, ook al stond hij vol narigheid. Adriaan zag dat graag en zat er dan naast te tekenen.
Die ochtend spreidde hij de krant voor hun boze ogen uit, over de borden en de boter heen. Ze begrepen het gebaar. Huibert las zoals gewoonlijk sneller dan Ommie en wachtte geduldig op haar tikje op zijn hand – het teken dat hij de pagina kon omslaan. Niks ritselde zo lekker als krantenpapier.
Pas later zou Adriaan dat ritueel begrijpen. Ook in gewoontes en gebaren zat liefde.

Adriaan van Dis in de Goudse Schouwburg 12 oktober 2023

Titel: Naar zachtheid en een warm omhelzen
Schrijver: Adriaan van Dis
Uitgeverij: Atlas Contact

Het achtste leven (voor Brilka) – Nino Haratischwili

Volgens Lily

Nadat er al zoveel positiefs over Het achtste leven (voor Brilka) werd geschreven gebruikte ik de laatste zomervakantie om dit 1.269 pagina tellende epos te lezen. En absoluut geen spijt van! Nino Haratischwili schreef een meesterwerk met dit mooie boek. Het beschrijft acht levens uit een Georgisch gezin in de afgelopen eeuw. Maar naast de familieperikelen lees je ook over de geschiedenis van landen als Georgië en de Sovjet-Unie. Een waar epos dus.

Altijd zijn het mannen die over me willen beslissen. Wat is dat voor leven? Dan had ik net zo goed als hond geboren kunnen worden, zelfs als hond zou ik vrijer zijn.

Het boek volgt de nazaten van een chocoladefabrikant uit Georgië die vier dochters krijgt waaronder Christine en Stasia. De kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen van Stasia krijgen in dit boek allemaal een eigen hoofdstuk, wat boeken op zich zijn. De Eerste en Tweede Oorlog komen aan de orde evenals de Sovjet-Unie de val van de muur en nog veel mee.

De Sovjet-Unie was voor ons een privilege, dat wij tweeën, Daria en ik, heel lang genoten omdat we de achternaam van onze grootvader hadden.

Door het hele boek heen worden citaten vermeld van bijvoorbeeld Nabokov: ‘Stelt u zich mijn voor; ik besta niet als u zich mij niet voorstelt.’ Maar ook van Pasternak, Roestaveli maar ook van bijvoorbeeld Depeche Mode en Deep Purple.
Het is een enorm ontroerend boek, vol met mooie verhalen, verteld vanuit het perspectief van Nitsa, de achterkleindochter van Stasia. Nitsa leeft in de tijd van de ondergang van de Sovet-Unie, het wegvallen van het IJzeren Gordijn en de perestrojka.

Sinds het vertrek van haar zus had Christine een indrukwekkende discipline aan de dag gelegd: alsof ze erop had gewacht alleen met twee adolescenten te worden achtergelaten, keerde ze uit haar schimmenwereld met kersenlikeur en opera-aria’s terug in de smerige, met zorgen beladen realiteit.

Het boek wordt in 2024 door Theater Oostpool op het toneel gezet. Ben heel benieuwd hoe dat zal zijn, ik ben erbij!

Fragment

De volgende avond werd ik gebeld door mijn moeder, die telkens dreigde dat ze zou sterven als ik niet gauw terugkwam naar mijn vaderland, waaruit ik jaren geleden was weggevlucht. Ze deelde me met trillende stem mee dat ‘het kind’ was verdwenen. Het duurde even voor ik begreep welk kind ze bedoelde en wat dat allemaal met mij te maken had.
‘Nog een keer, waar zat ze precies?’
‘In Amsterdam, wat heb je toch, verdorie? Luister je eigenlijk wel? Ze is er gisteren vandoor gegaan en heeft een berichtje achtergelaten. Ik ben gebeld door de groepsleider. Ze hebben alles overhoopgehaald en…’
‘Wacht even, wacht even. Hoe kan een meisje van elf uit een hotel verdwijnen, vooral als ze …’
‘Ze is twaalf. Ze is in november twaalf geworden. Dat ben jij natuurlijk vergeten. Hoe kan het ook anders?’
Ik neem een flinke trek van mijn sigaret en zette me schrap voor het naderende onheil. Want afgaand op de stem van mijn moeder zou ik me er niet zomaar van af kunnen maken door te verdwijnen – mijn favoriete bezigheid de afgelopen jaren. Ik wapende me tegen de onvermijdelijke verwijten, die me allemaal duidelijk moesten maken wat voor slechte dochter en mislukkeling ik was. Dingen die ik ook zonder mijn moeder maar al te goed wist.
‘Oké, ze is twaalf geworden dat was ik vergeten, maar dat doet er nu even niet toe. Is de politie ingeschakeld?’
‘Ja, wat dacht jij dan? Ze wordt gezocht.’
‘Dan zullen ze haar ook wel vinden. Het is een klein, verwend meisje met een toeristenvisum, vermoed ik, en ze …’
‘Heb jij eigenlijk nog een greintje menselijkheid in je?’
‘Sorry. Ik probeer alleen hardop te denken.’
‘Des te erger als dat je gedachten zijn.’
‘Mama!’
‘Ze zullen me terugbellen. Over hooguit een uur, hebben ze gezegd, en ik bid dat ze haar vinden, en gauw ook. En dan wil ik dat jij naar haar toe gaat, waar ze ook is, erg ver zal ze niet gekomen zijn, en ik wil dat je haar ophaalt.’
‘Ik…’
‘Ze is de dochter van je zus. En jij haalt haar op. Beloof het me!’
‘Maar…’
‘Doe het!’
‘O god. Nou goed dan.’
‘En neem de naam van God niet in je mond.’
‘Mag ik soms niet eens meer “O god” zeggen?’
‘Je gaat haar ophalen. En dan zet je haar op het vliegtuig.’

Titel: Het achtste leven (voor Brilka)
Schrijver: Nino Haratischwili
Uitgever: Atlas Contact


Luister – Sacha Bronwasser

Volgens Lily

Als er een roman de afgelopen maanden in de spotlights stond dan is het wel Luister van Sacha Bronwasser. Het is de twee roman van Bronwasser, na Niets is gelogen. Luister speelt zich gedeeltelijk in Parijs af. We volgen Marie die als au-pair in Parijs gaat werken bij een gezin met twee jonge kinderen. Bronwasser kon dicht bij zichzelf blijven: ook zij is in Parijs werkzaam geweest als au pair. Dat maakte het schrijven van dit boek in coronatijd makkelijk: ze hoefde niet op onderzoek uit maar kon uit haar eigen geheugen vissen.

Ik had zo het station in kunnen lopen, voorbij de grauwe laag van zwervers die rond de ingangen zat vastgekoekt, en daar aan de lange rij loketten een ticket terug naar Nederland kunnen kopen. Dat níét doen was steeds een kleine overwinning, die geen passant en geen duif opviel

Het boek heeft een proloog die in het heden plaatsvindt (2021), maar waarin tipjes van de sluier worden opgelicht (als je ze herkent) van de rest van het verhaal. De hoofdpersoon Marie richt zich tot Flo. Gaandeweg het verhaal wordt duidelijk wie Flo is en wat haar invloed is geweest op Marie.

Pas veel later begreep ik dat ik slechts páste, Flo. Terwijl ik dacht dat ik bijzonder was, uitgelicht werd, bleek ik juist gewoon genoeg te zijn. Ik was perfect normaal.

En dan is er ook nog Philippe, de vader in het gezin waar Marie au pair is. Wat is er met hem aan de hand en wat is zijn rol in het leven van de de au pair die vóór Marie in het gezin werkte?

Philippe wacht op flinke afstand, het risico nemend voor een perverseling versleten te worden. Man, dertiger, wacht op het uitgaan van de kleuterschool. Zodra Nicolas naar buiten stapt in zijn gele broekje en witte bloesje, zijn ronde smoeltje bleek van de spannende ochtend, voelt hij zijn hartslag dalen naar een normaal niveau.

Het boek is zeer goed geschreven. Heldere zinnen, nergens ongemakkelijk in taal of stijl. Het gaat over het verschil tussen kijken en zien (erg mooi thema). Ook bevat het veel kunst, Bronwasser is van origine dan ook kunsthistoricus (ook handig om daaruit te putten in coronatijd). Het is verleidelijk om alle kunstenaars en kunstwerken te gaan opzoeken tijdens het lezen. En toch moet je dat doen, want dat geeft zoveel meer leesplezier.

Fragment

De jongetjes, bezwoer Laurence, mocht ik in hun nieuwe buurt uitsluitend en alleen zuidwaarts mee uit wandelen nemen. Nog geen honderd meter noordelijk lag de boulevard de Clichy met peepshows, liveshows, travestieshows, seksshops, seksvideotheken, girls-girls-girls, gayshows en de Moulin Rouge daartussen. De bleekrode molen op het dak, groot op de affiches maar in het echt verbazingwekkend nietig, maalde langzaam de uitlaatgassen rond. De verhoogde middenberm tussen de gescheiden rijbanen was een langgerekt park, het domein van zwervers, handelaars en uitgeteerde mannen met nerveuze tred.
Overdag mocht ik alleen de route naar het goed beveiligde schooltje vlakbij nemen, of naar de Square Alex Biscarre, een besloten tuin waar, plotseling, de vredigheid als een dot watten tussen vier hoge panden hing. Na mijn vertrek in de vroege avond draaide Laurence de deur op drie sloten.
Ik vond het er wel fijn. Dankzij de hogere ligging was het licht hier anders, leek de smog minder dicht dan in de stadsdelen dichter naar de Seine toe. Er liepen wat jongere mensen op straat. Een stuk levendiger dan in de buitenwijk, maar ‘levendig’ was niet iets waar Laurence naar verlangde. Ze had het over een solution temporaire waaraan ze zo weinig mogelijk woorden vuil wenste te maken. Philippe was weer in het ouderlijk huis gaan wonen aan de rue Marbeau, ook dat was temporaire, over de bezoekregeling was nog geen beslissing gevallen. On va voir, zie Laurence bij alles. En ook: J’en peux plus. Ik kan niet meer.

Titel: Luister
Schrijver: Sacha Bronwasser
Uitgever: ambo|anthos

Tussen twee werelden – Franco Faggiani

Volgens Lily

Boeken die als tijdschrift worden uitgegeven, meestal lees ik ze niet. Maar het is natuurlijk wel handig als je een boek mee wilt nemen op reis: het weegt weinig. Zo kwam het dat ik Tussen twee werelden van Italiaanse schrijver Franco Faggini las, een Bookazine uitgegeven door het tijdschrift Nouveau. En wat ben ik blij dat ik dat gedaan heb! Het verhaal gaat over de vijftigjarige Leo en Martino, een jongen die bij Leo in huis belandt en die hij gaandeweg als zijn zoon gaat zien. Maar Martino is geen gewone jongen.

Toen ik de lange weg terug naar huis liep, dacht ik aan Martino, die de gevolgen van dit onzichtbare syndroom zou moeten ondergaan, al had ik geen flauw idee wat die inhielden. Ik probeerde me voor te stellen hoe zijn leven, in de dagelijkse realiteit en door de jaren heen, zou kunnen veranderen.

Leo heeft zijn vrouw verloren en vindt het eigenlijk te druk in Milaan, dus hij verhuist samen met Martino die het syndroom van Asperger blijkt te hebben, naar een afgelegen huis in de bergen. Voor Martino blijkt dat een gouden zet te zijn, hij voelt zich er thuis. Hij werkt op een boerderij van buren is gek op de natuur en gaat naar school waar hij zijn diploma haalt, zelfs sneller dan zijn mede leerlingen.

Martino ging buiten op de veranda staan om naar die tientallen diepe voren te kijken die door de ski’s waren achtergelaten, wierp een blik op de thermometer die buiten hing en sprak kort en bondig zijn vonnis uit: ‘Er zou vandaag weleens iemand in de problemen kunnen komen.’

Het verhaal is zo mooi, ingetogen geschreven zonder vals sentiment. Maar toch is het ontroerend hoe die twee hun eigen ritme ontwikkelen en steun zijn voor elkaar. De personages zijn realistisch neergezet. Eigenlijk zou je ook graag eens naast die openhaard in dat huis in de bergen willen zitten.

November was voor velen een trieste, saaie maand. Wij konden niet wachten tot de wolken en de duisternis ons huis kwamen omhelzen en tot de regen, die voor de beekjes en de bossen zorgde, afkoelde en zich transformeerde tot zachte sneeuwvlokken.

Eerder las ik van Faggiani Het jaar dat Shizo Kanakuri verdween. Dat deed me destijds besluiten om niet meer van Faggiani te lezen, maar dat was dus onterecht. Tussen twee werelden is zijn debuut en een absolute aanrader! Toch bijzonder hoeveel goeie Italiaanse schrijvers er zijn.

Fragment

Voor ons allebei was zondag een rustdag, net als vroeger op kantoor, maar slechts tot op zekere hoogte, want we hadden de moestuin, het brandhout en het huis dat moest worden opgeruimd. Maar soms zaten we ook een hele middag op het gras of op de veranda. Roerloos en zwijgend keken we om ons heen, met geoefende ogen en een open geest. De bomen in het bos, het ongemaaide gras dat slechts was platgedrukt door de lichte, soepele tred van de vossen, de weerspiegeling in de waterplassen, de bergruggen voor ons en de wolken die hun buik lieten krabben door de hoogste toppen, hadden ons altijd weer iets nieuws te vertellen.
Als we niet ten prooi vielen aan een aanval van luiheid, gingen we bijna de hele dag naar het bos. Ik droeg dan een rugzak die niet onderdeed voor die van een sherpa, want ik sleepte onwaarschijnlijk veel mee om elke situatie aan de kunnen. Martino gaf echter de voorkeur aan een lichte rugzak met alleen het hoogstnoodzakelijke. Soms vond ik het net lijken alsof die rugzakken ons leven bevatten en het bezinksel van die tijd erin zat.
In het bos hielden we praktijklessen botanica, oriëntatievermogen, klimatologie, boswetenschap en sporenonderzoek. De docent was uiteraard Martino en ik was een nogal trage leerling die vaak niet goed antwoord wist te geven op zijn onverwachte vragen.
‘Je zou best meer kunnen, maar je zet je er niet voor in, je bent wispelturig. Je kijk liever naar de wolken. Zonder dat je begrijpt dat de wolken, afhankelijk van de richting en de vorm die ze aannemen, heel gevaarlijk kunnen zijn,’ zei Martino berispend. Ik wist nooit of hij het meende of het ironisch bedoelde, al hadden de artsen herhaaldelijk gezegd dat hij dat laatste niet kon
.

Franco Faggiani

Titel: Tussen twee werelden
Schrijver: Franco Faggiani
Uitgever: Signatuur