
Volgens Lily
Een van de zekerheden van het leven: life goes on. Of je nou wilt of niet. De vriendinnen Hannah, Cate en Lissa wonen in 2004 in hetzelfde huis in Londen en hebben het goed. Ze daten, slapen uit, gaan naar de markt voor de lekkerste dingen en picknicken in het gras voor hun huis met flessen wijn. Hun hele leven nog voor zich. In Verwachting van Anna Hope worden de levens van deze drie vrouwen in diverse stadia van hun leven beschreven.
Op de avond van Hannahs huwelijk heeft Cate seks met de enige andere single aan haar tafel, een neef van Nathan, een Londense bankier van achtendertig.
Er wordt heen en weer gesprongen in de tijd, zo tussen 1995 en 2018. Carrières, mannen, kinderen, kinderwens, depressies, alles komt aan de orde. En veel is herkenbaar.
Om te beginnen moet ik zeggen dat de druk die vrouwen voelen om voor een perfect huis te zorgen een van de grootste misdaden van het kapitalisme is.
Op de cover wordt vermeld dat als je fan bent van Sally Rooney, je Verwachting fantastisch zult vinden. Daar ben ik het dan niet helemaal mee eens. Rooney heeft op mij meer indruk gemaakt. Maar het is zeker een heerlijk boek (bijvoorbeeld voor bij het zwembad, daar las ik hem ;))
Maar de lijst van dingen waar ze dankbaar voor zijn, al zijn die soms moeilijker te benoemen, is ook lang: kleine dingen die niet meer zo klein lijken. Ogenblikken.
Ik weet zeker dat dit boek binnenkort verfilmd gaat worden.
Fragment
Ze gaat naar bed als haar ouders ook gaan, om halftien, en dan ligt ze in haar oude kamertje in haar eenpersoonsbed. Aan de muur hangt een foto van haar met haar vader op haar huwelijksdag, buiten in het park – het middaglicht. Die groene jurk.
Haar moeder komt uit de badkamer en steekt haar hoofd om de deur.
‘Heb je nog iets nodig?’
‘Nee hoor mam, dank je.’
‘Wil je een kruik?’
‘Nee hoor.’
‘Maar het is nogal fris vanavond. En ik dacht, voor je buik misschien… Na alles.’
‘Hoeft echt niet, dank je, mam.’
‘Goed, kindje. Truste dan.’
‘Truste mam.’
Haar moeder doet de deur zachtjes dicht en Hanna bedenkt niet voor het eerst dat haar ouders, die in haar ogen altijd zo’n klein, beperkt leventje hadden, de kunst van de vriendelijkheid beheersen. Vroeger kamde ze hen altijd af – de krant die ze lazen (de Daily Mail), de programma’s waar ze naar keken (soaps en natuurdocumentaires). Hun politieke voorkeur. Hun godsdienst (anglicaans). Hun beperkte horizon. Hun naïviteit. Hun maatschappelijke klasse.
En toch zijn ze zo vriendelijk.
Ze houden van hun kinderen en ook nog steeds van elkaar.
Hoe doen ze dat toch? Hebben ze het in de loop der tijd geleerd? De gestage groei van de gewoonte, van de dagen, opgebouwd uit zulke kleine, eenvoudige dingen?
