
Volgens Lily
Het verhaal achter dit boek is zo bizar dat ik het boek direct wilde lezen: in 1912 doet Japan voor het eerst mee met de Olympische Spelen. Keizer Mutsuhito van Japan stuurt Shizo Kanakuri, een jonge Japanner naar Stockholm om de marathon te lopen. Na een lange reis per boot en trein komt Shizo aan in Stockholm waar hij inderdaad begint aan de marathon. Hij finisht echter nooit. Wat is er gebeurd?
In een stadje dat Sretensk heette, moesten we noodgedwongen allemaal uitstappen en te voet, netjes achter elkaar, de grote rivier de Sjilka oversteken op een gedeelte dat nog steeds bevroren was, hoewel het al laat in het seizoen was. De trein zou leeg over de rails rijden die over het harde oppervlak van de rivier waren gelegd en we zouden weer instappen als we aan de overkant waren.
Het jaar dat Shizo Kanakuri verdween beschrijft wat er gebeurd is. Maar beschrijft ook heel veel wat er niet gebeurd is. In 1962 spoort een Duitse journalist Shizo op en nodigt hem uit om naar Stockholm te komen om alsnog zijn wedstrijd uit te lopen. Franco Faggiani mixt vervolgens de werkelijkheid met verbeeldinskracht. En dat levert een mooie verhaal op.
Een leugen blijft een leugen, maar een halve waarheid wordt na verloop van tijd een hele waarheid.
Alleen kun je je afvragen waarom je een verhaal zou verzinnen als het origineel net zo mooi, zo niet mooier is. Want in het boek van Faggiani vertrekt Shizo direct vanuit Stockholm richting het Vreemdelingenlegioen; wat hij daar doet wordt niet echt duidelijk gemaakt. Daarna gaat hij terug naar Japan, waar hij terecht komt op een heuvel met kersenbomen, trouwt, vijf kinderen krijgt en er ook weer drie verliest. En dat wordt allemaal in een redelijk tempo ten tonele gebracht. Terwijl de echte Shizo nog wel degelijk meer pogingen heeft gedaan om een olympische medaille te bemachtigen door deel de nemen aan de Spelen van 1920 en 1924. En ik ben nou zó benieuwd hoe het echt met Shizo Kanakuri is afgelopen…
Fragment
In het verleden had ik vaak geklaagd over de strenge, gereserveerde band die ik met mijn ouders had; ik was aardiger en minder autoritair tegen mijn kinderen geweest, maar toch was ik geen goede vader geweest. Mijn egoïsme had me belet naar hun gedachten en verlangens te kijken. In de loop van de tijd had ik ook de schuld op me genomen van het overlijden van Miyako: ik had haar dichter bij me moeten houden, tijd aan haar moeten besteden, haar sprookjes moeten vertellen en haar niet alleen aan de zorg van haar moeder moeten toevertrouwen. Maar het was nu eenmaal zo gelopen en daar hadden de goden geen schuld aan. De schuld van de dood van enkelen van hen de vlucht van de anderen lag geheel bij mij.

De echte Shizo Kanakuri