Volgens Lily
In Noodweer zijn Emilia en Bruch gelukkig getrouwd, maar toch is er een gebeurtenis uit haar verleden dat Emilia verzwijgt. Is dit erg? Moet je altijd alles vertellen in een relatie? Of kun je sommige zaken beter onbesproken laten. Emilia maakt de keus om het verleden het verleden te laten en gaat door met leven. Marijke Schermer schrijft met Noodweer een prachtig, klein, intiem verhaal over wat een leugen met een huwelijk doet. Als versterker van het verhaal speelt het stijgende water buiten hun buitendijkse huisje. Ze worden steeds verder ingesloten door het wassende water.
Een gezin is een mal om je geluk in te gieten, om er een concrete vorm aan te geven. Het is een manier om je te verzoenen met de alledaagsheid van de dingen. Een gevangenis waarin je je veilig op kunt sluiten.
De meeste hoofdstukken gaan over de tegenwoordige tijd. Slechts enkele gaan terug naar het verleden en laten je zo langzaamaan zien wat er is gebeurd. Schermer heeft dit knap gedaan. De theorie van Quetelet over ‘De gemiddelde mens’ komt ook nog aan de orde, schitterend verwerkt in het verhaal.
Was een geluk dat gebaseerd was op het uitschakelen van crusiale aspecten van jezelf wel geluk?
Schermer heeft weinig bladzijden nodig heeft om een ethisch probleem aan te kaarten (slechts 159 bladzijden). Dat betekent dat de schrijfster dingen weglaat die de lezer – mits enige ervaring rijk – ook zelf kan invullen. Dat is m.i. goed geschreven literatuur. Kortom, Noodweer is een mooi geschreven, literair werk, dat je met vragen achterlaat. Een aanrader!
Fragment
Het nieuws begint en eindigt met de wateroverlast. Er zijn straten die blank staan, er is een dak dat ingestort is door de regen, er worden mensen geïnterviewd over hun ondergelopen kelders, over hun natte spulletjes. Ze zet de radio af en schuift het strijksextet van Brahms in de cd-speler.
Ze hoorde een keer een man uit New Orleans wiens wijnkelder na Katrina blank was komen te staan. De wijn, flessen van tienduizenden euro’s per stuk, op veilingen gekocht, was in tact, die zat immers veilig in een fles, maar de etiketten waren losgeweekt waardoor de wijn niets meer waard was. Kale flessen dobberden rond tussen de snippers onleesbaar papier. Geen betere manier om te onderstrepen hoe zinloos en leugenachtig zijn business was. Je betaalde zestigduizend euro voor een etiket en niemand zou de zogenaamde waarde van de wijn herkennen als hij hem proefde. ‘Dit kunnen we weggooien, ‘ zei de wijnhandelaar. ‘Of opdrinken, ‘ suggereerde de vrouw die hem interviewde. ‘Wat op hetzelfde neerkomt, ‘ zei hij.